Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overwinnaar van de dood!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overwinnaar van de dood!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gods schone schepping
Er zijn weinig dichters te vinden, die zozeer hun dichterschap in dienst van God hebben gesteld als Guido Gezelle. Wie de verzamelde dichtwerken van deze 19e-eeuwse Vlaamse dichter openslaat, komt al op de eerste bladzijden regels tegen als:

Dan op, gij Dichtren, schaamt u niet;
voor Jesus de eerste stem,
voor Jesus! en het laatste lied
voor Jesus, nog voor Hem!

De eerste stem en het laatste lied voor Jezus, die de Eerste en de Laatste is. Dat is het program dat Gezelle dichters voorhoudt.


Guido Gezelle is de dichter van het Vlaamse land. Zijn leven, gekenmerkt door veel onbegrip en miskenning èn door moeilijkheden die hij zelf soms aantrok, speelde zich af in Vlaanderen: Brugge, waar hij in 1830 geboren werd, Roeselare, Kortrijk en tenslotte weer Brugge, waar hij in 1899 overleed.
Overal in de prachtige natuur van het Vlaamse land herkende hij de hand van de Schepper: het gras en de bloemen, de bomen en struiken, de paarden op de akker, het wuivende graan, de vogels op de takken der bomen.
Zelf dichtte hij eens:

Mij spreekt de blomme een tale,
mij is het kruid beleefd,
mij groet het altemale
dat God geschapen heeft!

Om die 'tale' te verstaan moet een mens wel stil zijn. Ons gedruis en lawaai overstemmen te vaak de stem van God. Wie stil is, hoort zelfs in het wiegelen der bladeren 'Gods Heiligen voet':

Als de ziele luistert
spreekt het al een taal dat leeft,
't lijzigste gefluister
ook een taal en teeken heeft:
blâren van de boomen
kouten met malkaar gezwind,
baren in de stroomen
klappen luide en welgezind,
wind en wee en wolken,
wegelen van Gods heiligen voet,
talen en vertolken
't diep gedoken Woord zoo zoet...
als de ziele luistert!

Dit gedicht laat ook een belangrijk vormkenmerk van Gezelles poëzie zien: het spel met klanken, in het bijzonder de alliteratie: wind, wee, wolken, wegelen (=wiegelen).
Zelfs een klein, onooglijk diertje als de watertor is een schepsel van God. Gezelle wijdde er een heel gedicht aan: 'Het schrijverke'. En dit 'krinklende winklende waterding' — opnieuw dat schitterende spel met klanken! – houdt ons de volgende les voor:

'wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
niet lezen, en zijt gij zoo bot?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nòg,
den heiligen Name van God!'

Als de dichter op 68-jarige leeftijd uiting geeft aan zijn verlangen om 'ontbonden' te worden, gunt hij ons, zoals Michel van der Plas het in zijn mooie biografie omschrijft, 'een laatste inzicht' in zijn 'intieme omgang met zijn Schepper'. Ik doel op het prachtige gedicht 'Ego flos' (Ik ben een bloem), waarin de dichter — met een zinspeling op het begin van Hooglied 2: 'Ik ben een roos van Saron...' — opnieuw een beeld uit de natuur gebruikt:

Ik ben een blomme
en bloeie vóór uwe oogen
geweldig zonnelicht

De geschonden schepping
Maar... er is met Gods schone schepping wel wat gebeurd. Het is opmerkelijk hoe vaak de dichter schrijft over de zonde, die mens en wereld doortrekt.
Misschien zijn er lezers die denken: Hoe kan dat nu? Gezelle was toch een rooms-katholiek priester? Mijn antwoord hierop is heel simpel: lees zijn gedichten, luister naar deze dichterlijke stem die het prachtige, volkse Vlaams weer in poëzie tot leven heeft gewekt.
In een gedicht met de kenmerkende titel 'Zonde' noemt hij de zonde de 'gal der aarde' die zelfs 'in iedere blomme' zit, die de hele schepping, Gods schone schepping, heeft aangetast. Hoe graag zou hij vrij willen zijn van de zonde:

Gaat van mij, och laat mij rusten,
slapen, of ik slapen mocht
eenen stond, en onbewust
en vrij zijn, 'k ben zoo moê gewrocht!

Hij zou vrij van de zondige wereld willen zijn en dat verlangen heeft de dichter vertolkt in een van zijn prachtigste verzen, geïnspireerd op Mattheüs 15: 'En toen Hij nu de scharen van zich gelaten had, klom Hij op den berg alleen, om te bidden.'

Gij badt op eenen berg
Gij badt op eenen berg alleen,
en... Jesu, ik en vind er geen
waar 'k hoog genoeg kan klimmen
om U alleen te vinden:
de wereld wilt mij achterna,
alwaar ik ga
of sta
of ooit mijn oogen sla;
en arm als ik en is er geen,
geen een,
die nood hebbe en niet klagen kan;
die honger, en niet vragen kan;
die pijne, en niet gewagen kan
hoe zeer het doet!
o Leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet!

Het is deze echte 'vroomheid', dit diepe zondebesef, de oprecht beleefde afhankelijkheid van Christus, de Zaligmaker, die Gezelle voor ons zo herkenbaar maakt. Diezelfde vroomheid deed de mannen en vrouwen van de Nadere Reformatie in de 17e eeuw teruggrijpen naar de Moderne Devotie van Geert Groote en het boekje 'De imitatione Christi' (Over de navolging van Christus), dat toegeschreven wordt aan Thomas a Kempis.
In dit verlangen naar diepe vroomheid, de navolging van Christus in een heilige levenswandel, vallen de muren tussen kerken weg, in dit geval die tussen Rome en Genève.
Dit betekent geenszins dat we bij Gezelle geen roomse elementen tegenkomen. In zijn werk is bijvoorbeeld een royale plaats ingeruimd voor heiligen, in het bijzonder Maria, die hij aanspreekt als 'meer dan mens', die hij vraagt om voor hem te bidden. Al neemt Maria bij ons calvinisten soms misschien een al te bescheiden plaats in, hier gaan de wegen van Rome en Genève toch beslist uiteen.
Maar wij herkennen in Gezelle — en daar mogen we dankbaar voor zijn — ook aspecten van de 'algemene christelijke kerk', met name als hij het Kruis bezingt:

Met 't Kruis in top
zoo varen wij,
door 't wereldtij,
ten hoogen Hemel op!

Christus' dood en opstanding
Christus, de gekruisigde, is de enige grond van ons behoud. In de woorden van GezelIe: 'onze eenigste hope, ons eeuwig goed'. Gezelle spreekt graag van 'Jesu zoet', een formulering die teruggaat op de middeleeuwen waaruit ook kerstliederen zijn overgeleverd die wij thans nog zingen, zoals 'Nu sijt wellecome, / Jesu, lieve Heer'.
De Gekruisigde is echter ook de Overwinnaar van Pasen:

Heil, overwinnaar! wees gegroet!
Hoe glanzend is uw zegepraal!
Hoe schittert uwe almachtigheid
en uwer wonden roode straal!

Pasen is het feest van de opgestane Heiland. Dat mag gehoord worden! In een prachtig gedicht wekt de dichter mens en dier — 'lerke' (=leeuwerik) en 'vinke' — op om daaraan stem te geven.

Paaschen, Paaschen,
luide klinke
nu de slag van
lerke en vinke,
nu de stem van
mensche en dier!
Paaschen, Paaschen,
wijdt het vier,
wijdt het licht en
pint de lampen,
laat den verschen
wierook dampen:
Hallelujah,
't jok is af
van de dood en
van het graf!

Paaschen, Paaschen,
opgestanden
is de God, dien
booze handen
hadden aan het
kruis gedaan:
Paaschen, Paaschen,
vrij voortaan,
heeft Hij hout en
steen en ijzer
overwonnen,
die, verrijzer,
Hallelujah,
één uit a,
leeft en immer
leven zal!

Paaschen, Paaschen,
dwaze mannen
dachten Hem in 't
graf te spannen,
met Pilatus'
zegelmerk:
Paaschen, Paaschen,
ijdel werk,
ijdel waken:
God almachtig
is verrezen,
eigenkr zonne in
't oosten scheen.

Paaschen, Paaschen,
luide klinke
nu de taal van
lerke en vinke,
nu de taal van
mensche en dier!
Paaschen, Paaschen,
wijdt het vier,
wijdt het licht
en spijst de lampen,
laat den blauwen
wierook dampen:
Hallelujah,
God is groot:
overwinnaar
van de dood!

Boze handen brachten Jezus aan het kruis. Het graf leek het einde te zijn. Maar het graf kon Hem niet houden. Hij overwon hout en steen en ijzer. Hij overwon graf en dood:

Hallelujah,
God is groot:
overwinnaar
van de dood!

Voetnoot foto:
Eén van de drie bronnen van de Jordaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1992

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Overwinnaar van de dood!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1992

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's