Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie is gelukkig te prijzen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie is gelukkig te prijzen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad van de goddelozen, noch staat op de weg van de zondaars, noch zit in het gestoelte van de spotters; maar zijn lust is in des Heeren wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht.Psalm 1 : 1 en 2

De psalmen zijn te karakteriseren als de liederen van de omgang met God. Daarom is het niet toevallig dat deze psalm is gekozen als het beginlied van deze bundel, bij wijze van voorbericht (om met Calvijn te spreken). Psalm 1 begint met een zaligspreking. Deze geldt de mens wiens leven bepaald wordt door de omgang met God, en niet door de omgang met de goddelozen en zondaars.
Zo iemand is gelukkig te prijzen. Want de Heere kent zijn weg. Zijn wijze van leven is de Heere welgevallig. Hij mag zich verheugen in de liefde en zorg van zijn God.
De weg van de goddelozen daarentegen zal vergaan. Het is een dwaalweg, die eindigt in verderf en ondergang.
Deze psalm wordt ook wel de psalm van de twee wegen genoemd. Dan gaan onze gedachten naar de woorden van Jezus over de brede weg die naar het verderf leidt, en de nauwe weg die leidt tot het leven (Matth. 7 : 13, 14).
In de Schrift wordt het woord weg vaak gebruikt in de zin van levensweg of levenswandel. Er zijn maar twee mogelijkheden. Of wij wandelen met God en gaan Zijn weg. Of wij gaan de weg van de goddelozen, die geen rekening houden met God en niet luisteren naar Zijn Woord.
De vraag is: Met wie gaan wij om? Het antwoord is bepalend voor de weg die wij gaan en dus ook voor de uitkomst van onze levenswandel. Het is de weg ten leven. Of het is de weg die tot het verderf leidt. Er is geen tussenweg. Zijn wij gelukkig te prijzen? Of behoren wij tot de beklagenswaardigen?
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad van de goddelozen, die niet staat op de weg van de zondaars, die niet zit in het gestoelte van de spotters.
De goede keus doen komt daarin uit, dat je niet omgaat met de goddelozen, met de zondaars en de spotters. Dat staat hier voorop. Maar het is de consequentie van de keuze voor God. Als de Heere alles voor je geworden is, en het is je lust en je leven om Zijn wet te overdenken, dan mijd je de omgang met mensen die niets van God moeten hebben en hun eigen weg gaan. De vraag is of wij zo consequent zijn.
Het komt nog al eens voor dat mensen, zoals dat heet, twee aangezichten hebben, 's Zondags hebben ze een vroom gezicht. Dan gaan ze naar de kerk en nemen de zondagsrust in acht. Maar hun handel en wandel in de rest van de week komt daarmee niet overeen. In de praktijk van elke dag leven ze volgens wereldse normen. Dan onderscheiden zij zich noch in mentaliteit, noch in wijze van leven van de massa die geen weet heeft van geloof en Godsvrucht.
Of men leeft voor het oog van de kerk wel onbesproken wat levensstijl en uiterlijke kenmerken betreft, maar het is meer een zaak van dressuur dan van hartelijke vreugde in God door het geloof in Jezus Christus. Dat is anders dan een welgevallen hebben in Gods wet en het dag en nacht overdenken van Zijn Woord.
Deze psalm maant ons om ons hart te onderzoeken en ons leven te toetsen. Behoren wij tot de rechtvaardigen (vs. 6), d.w.z. tot hen die God vrezen, die Zijn Woord overdenken en daarnaar leven? Dan zijn wij consequent! Dan wordt ons leven bepaald door de omgang met God, en niet door de omgang met de goddelozen, de zondaars en de spotters.
Het verdient onze aandacht dat er in vs. 1 sprake is van wandelen in de raad van de goddelozen, van staan op de weg van de zondaars, en van zitten in het gestoelte van de spotters. Die uitdrukkingen vertolken een toenemende afkeer van God.
Wandelen in de raad van de goddelozen dat is je bewegen in het gedachtenklimaat van mensen die geen rekening houden met God. Vandaag betekent dat je laten infecteren door de geest van deze tijd, door het moderne heidendom van de na-christelijke periode. Als je niet waakzaam bent, gebeurt dat bijna zonder dat je je ervan bewust bent. Maar het gebeurt wel! Uitkijken dus.
Staan op de weg van de zondaars. De weg van de zondaars is het leven in ongehoorzaamheid waardoor Gods geboden moedwillig worden overtreden. Staan op die weg is de bereidheid om met de zondaars mee te doen en daar ook metterdaad toe over te gaan. Dat gaat haast vanzelf als je jezelf eenmaal hebt opengesteld voor het gedachtenklimaat van hen die leven zonder God. Dan heb je geen weerstand.
Zitten in het gestoelte of in de kring van de spotters. Dan ben je zo ver dat je je thuis voelt bij hen die alles wat met God en Zijn dienst te maken heeft belachelijk maken. Ver heen ben je dan. Want een spotter hoort de bestraffing niet (Spr. 13 : 1). Hij trekt zich van niemand wat aan.
Welzalig de mens die zich van dit gezelschap ver houdt, die de omgang met de goddelozen mijdt, zodat hij niet door hen besmet wordt.
Gelukkig te prijzen is de mens die zijn lust in des Heeren wet heeft. De wet is de tora, de wil van God die Hij in Zijn genade aan Israël geopenbaard heeft en die in de Schriften vertolkt wordt. Het is het Woord van God dat we in de Heilige Schrift ontvangen hebben.
De Schrift is het boek van de omgang met God. Wie de omgang met God zoekt kan daarom niet zonder de Heilige Schrift. De rechtvaardige (d.w.z. hij die rekent met God en wil gaan in Zijn weg) doet niets liever dan dag en nacht Gods wet overdenken. Hij leest dagelijks de Schrift en overdenkt wat er staat. Calvijn gebruikt er het woord mediteren voor.
Dan laat je God door Zijn Woord tot je spreken. Dat laat je Zijn Geest in je werken. Dat stempeltje leven. Dat bepaalt je doen en laten. Het heeft niets te maken met een wettische levenshouding of slaafse godsdienst, maar alles met de liefde tot God en Zijn dienst. We moeten denken aan Psalm 119 : 97: 'Hoe lief heb ik Uw wet, zij is mijn betrachting de ganse dag'.
Dit staat in schril contrast met de houding van veel kerkleden. Die nemen de moeite niet meer om de Bijbel open te slaan en ze dreigen steeds meer van God en Zijn Woord te vervreemden. Zij lezen niet meer. Zij onderzoeken de Schriften niet. Zij overdenken het Woord van God niet. Het komt er veelal op neer dat zij leven bij hun eigen opvattingen en ideeën, die afwijken van wat de Heilige Schrift ons leert.
Laten we dit voorbeeld niet navolgen. Laten we doen wat bij de Openbare Geloofsbelijdenis beloofd is: volharden in het lezen van de Heilige Geest, biddend om de verlichting door de Heilige Geest. Zo zoeken en beoefenen wij de omgang met God. Dan zullen wij gezegend worden.
Want wie leeft met het Woord zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks blad niet afvalt, en al wat hij doet zal wel gelukken.
Een prachtig beeld voor het leven door de genade van God. Het staat niet voor succes hebben in de wereld. Wat gelukken zal, is al wat hij doet om God te dienen en te eren. Wie de omgang met God beoefent door de dagelijkse overdenking van Zijn Woord, zal wassen en toenemen in de kennis van God, in de zaligmakende kennis van onze Heere Jezus Christus. Die zal vruchten dragen die aan de bekering beantwoorden. Maar de goddelozen zullen zijn als het kaf dat wegstuift voor de wind. Ze zijn nergens meer. Zij lijken vaak succesvol in de we­reld, maar zij hebben geen bestand. De goddelozen zullen het heiligdom niet mogen betreden. De zondaars krijgen geen toegang tot de gemeente der rechtvaardigen. Vergelijk Psalm 24 : 3-6.
Ik denk aan Openbaring 22 : 14, 15. 'Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, opdat zij door de poorten mogen ingaan in de stad. Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en ieder die de leugen liefheeft en doet.'
Want de Heere kent de weg van de rechtvaardigen, maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Zo leren we wie gelukkig te prijzen is.
Welzalig zijn wij als wij door het geloof in de Rechtvaardige, Jezus Christus, gerechtvaardigde zondaren zijn, verlost uit onze ijdele wandel, ontkomen aan de raad der goddelozen, afgebracht van de weg der zondaren, weggehaald uit de kring van de spotters. Als wij lust gekregen hebben in de wet des Heeren, zodat wij dag en nacht Zijn Woord overdenken.
Hoe moeilijk soms onze levensgang is, hoe zwaar de strijd: Welgelukzalig zijn we. Want de Heere kent onze weg. Zijn oog slaat ons in liefde gade. Hij zal ons heil bereiden!
Laten we dus niet jaloers zijn op de goddelozen, maar ons blijven oefenen in de verborgen omgang met God!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Wie is gelukkig te prijzen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's