Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

R. Steenstra, Een zwervende Arameeër was mijn vader..., 160 blz., ƒ 25,50, uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, 1992.
Het is niet direct uit de titel van dit boek af te leiden maar dit boek is in de eerste plaats een reisverslag van een tweetal tochten: één door de Negevwoestijn en één door de Sinaïwoestijn. De schrijver vertelt op boeiende wijze van zijn bevindingen. Flora en fauna gaan voor ons leven. Hij daalt af in de Maktesj Ramon, een vierhonderd meter diepe krater in de omgeving van Berseba, maakt kennis met de bedoeïenen, overnacht met zijn gids Zeid in de woestijn en beklimt de Sinaï. Deze ervaringen hebben hem geholpen de Bijbel beter te verstaan. 'Je stapt echt het Oude Testament binnen' (21). Dat is het tweede, meest interessante aspect van dit boek.
Als voorbereiding op een reis naar Israël kan ik dit werk van harte aanbevelen. Of we de aartsvaders nu ook werkelijk mogen identificeren als bedoeïenen lijkt mij aanvechtbaar. Zeker, als het gaat om de manier van leven zijn er tal van parallellen aan te wijzen. Maar bedoeïenen zijn woestijnbewoners. Iets anders willen zij ook niet zijn. Abraham is echter op weg gegaan naar het land dat God hem heeft laten 'zien'. Dat is geen woestijn maar een land vloeiende van melk en honing. Een gegéven land met een geschónken oogst. Daarom moet een Israëliet de eerste vruchten deponeren in een mand en ze brengen naar het heiligdom. Daar spreekt hij dan de woorden uit: 'Een zwervende Arameeër was mijn vader...', Deuteronomium 26 : 5. De Statenvertaling leest: 'een verdorven Syriër'. Het Hebreeuwse woord dat hier weergegeven wordt met 'verdorven' betekent 'doelloos ronddolen om dan tenslotte om te komen', Job 6 : 18. De woestijn wordt ervaren als een bedreiging van het bestaan. Ze kan ook een beeld zijn voor het oordeel van God. Vooral Jesaja heeft daarop gewezen (150). Hij woonde in Jeruzalem. Iedereen kon hem direct begrijpen. Want Jeruzalem grenst aan de woestijn zoals Katwijk ligt aan zee. Daarom is het een wonder van genade in dit land te mogen leven. Dat wordt in Deuteronomium 26 de Israëlieten bij het aanbieden van de eerstelingen op de lippen gelegd.
Uitgeverij Boekencentrum voorzag het boek van een fraai omslag.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1992

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1992

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's