Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Consequenties van een omstreden besluit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Consequenties van een omstreden besluit

Perforatie van gemeentegrenzen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men kan zich afvragen of het nog zin heeft te schrijven over de kwestie van perforatie van gemeentegrenzen. De hervormde synode heeft immers besloten, dat perforatie van gemeentegrenzen mogelijk is en met ingang van 1 juli l.l. is dit besluit van kracht geworden. Gemeenteleden, die tot een andere kerkelijke (wijk)gemeente willen behoren dan de gemeente waar ze woonachtig zijn, kunnen een verzoek om overschrijving indienen bij de Provinciale Kerkvergadering, met een afschrift van dit verzoek aan de kerkeraad van de gemeente, waartoe ze behoren en aan de kerkeraad van de gemeente, waar ze wilen worden ingeschreven. Voor het geval men in een centrale gemeente overschrijving wil van de ene wijkgemeente naar de andere, moet het verzoek worden gericht aan de centrale kerkeraad (afschriften aan de wijkkerkeraden).
Het breed moderamen van de PKV, c.q. de centrale kerkeraad raadpleegt vervolgens beide afzonderlijke (wijk)kerkeraden en neemt daarna een besluit. Als wettige motieven voor een verzoek tot overschrijving worden genoemd redenen van pastorale aard, nader uitgewerkt van 'pastorale of modalitaire aard'. Het zal duidelijk zijn, dat de redenen van modalitaire aard en die van pastorale aard in vele gevallen nauw met elkaar samenhangen.
Heeft het nog zin hierover te schrijven? Gedane zaken nemen immers geen keer, de feiten liggen voor ons! En intussen is de behandeling van de aanvragen volop aan de gang. Maar intussen regent het ook klachten, protesten, vragen. We worden er om zo te zeggen vrijwel dagelijks mee geconfronteerd. Daarom is er alle reden om over deze kwestie nog eens te schrijven. We doen dit zonder aanzien des persoons, in het verlengde van de dingen, die we eerder schreven.
Het mes moet daarbij soms ook in eigen vlees.

Uitzondering?
We hebben er eerder geen onduidelijkheid over laten bestaan, dat we de beslissing in deze van de synode een heilloze beslissing achten. In feite is het principe van de (geografische) gemeente prijsgegeven en wordt de gemeente een zaak van eigen keuze, waarbij ieder uit de veelheid van aanbod datgene kiest wat naar zijn of haar gading is. De keuzemogelijkheid is tot principe gemaakt. In feite is daarmee het bijbels beeld van de gemeente zo goed als prijsgegeven en de eenheid van het lichaam van Christus principieel ondermijnd. Van de nood is een deugd gemaakt.

Iemand onder ons heeft tijdens de voorbereidende discussies, die werden gevoerd, niet ten onrechte gezegd, dat de beslisssing in deze zeker zo ingrijpend is als die ten aanzien van de vrouw in het ambt.


Nu is telkens vóór en na betoogd, dat de perforatie geen regel moet worden maar uitzondering blijft. Wat echter te denken van het feit, dat de SMRA bij voorbaat voorgedrukte formulieren om in te vullen heeft gezonden naar de gemeenten? Toegegeven, bij het formulier voor de aanvrage moet een persoonlijk schrijven worden gevoegd van de betrokkene, waaruit de motivatie tot overschrijving duidelijk wordt. Maar de kerk maakt het de 'klant' met zulke formulieren wel heel erg gemakkelijk. Daar komt bij, dat de PKV's in hun officiële orgaan breeduit aankondigen, dat perforatie heel gemakkelijk mogelijk is. Het is helemaal niet ingewikkeld. Eigenlijk niet meer dan het invullen van een formulier.
En dan de beoordeling. Hoe valt door de PKV eigenlijk te beoordelen of de motieven van pastorale aard zijn? Naar het zich laat aanzien is de behandeling van de aanvrage door het breed moderamen van de PKV niet meer dan een formaliteit. Na formeel overleg met de betrokken kerkeraden beslist het breed moderamen.
De praktijk zou wel eens kunnen leren, dat men beter ook maar direct voorgedrukte 'persoonlijke' briefjes zou kunnen uitreiken.

Een verkeerde weg
Nu is het zeker zo, dat de ene (gemeentelijke) situatie met de andere, het ene argument met eenzelfde tegenargument kan worden doodgeslagen. Ongetwijfeld zijn er immers zuivere motieven van pastorale, of van echt modalitaire aard, op grond waarvan mensen zullen verzoeken te worden overgeschreven naar een andere gemeente. Maar voor die gevallen was geen algemene maatregel nodig geweest, zoals die nu is getroffen en die juist voor een sneeuwbaleffect zal zorgen. Wanneer – in het verleden – een ruime(re) dispensatieregeling zou zijn gehanteerd, zou het nu genomen besluit niet nodig zijn geweest. Moet immers niet eerlijk worden gezegd, dat er in het recente verleden soms heel sterke tegenwerking was bij (centrale) kerkeraden of provinciale organen als het erom ging mensen, wat hun modaliteit betreft, meer ruimte te geven om mee te leven in een andere gemeente dan die, waartoe ze behoorden? Verruiming van mogelijkheden – met name ook bij aanvulling van kerkeraden met mensen 'van buitenaf' – is meermalen bepleit, zonder dat dit behoefde te betekenen, dat de band met de moedergemeente werd doorgesneden.

Maar de grote hindernissen, die werden opgeworpen in het verleden, hebben nu plaats gemaakt voor wijd openstaande sluisdeuren. De eerste tekenen zijn er dan ook al, dat de chaos in de toekomst niet zal zijn te overzien.

Wie vraagt overschrijving?
Wie zal over het algemeen gebruik willen maken van de mogelijkheid tot overschrijving naar een andere (wijk)gemeente? In het algemeen zullen dat de meest meelevenden zijn. Die zijn immers vaak ook het meest gemotiveerd als het gaat om hun 'keuze'. Het zal kunnen betekenen, dat in zogeheten gemengde gemeenten (de grote en middelgrote steden bijvoorbeeld) de meest rechtzinnigen ook de meeste neiging zullen hebben om over te gaan naar de meest rechtzinnige wijkgemeente, waar ze immers toch al meeleven. De rand- of buitenkerkelijken zullen in het algemeen niet of minder van de mogelijkheid van overschrijding gebruik maken. Met het gevolg, dat bepaalde wijkgemeenten wel eens een gevoelig verlies aan meelevende gemeenteleden zouden kunnen krijgen. Het lijkt dan aardig, dat (bijvoorbeeld) bepaalde hervormd gereformeerde wijkgemeenten een versterking van 'eigen' mensen krijgen, maar het zou op den duur tot gevolg kunnen hebben, dat op het aantal hervormd gereformeerde of anderszins 'rechtse' predikantsplaatsen zal worden ingeleverd. Randkerkelijken rekenen zichzèlf of wòrden gemakshalve immers meestal gerekend tot de middenorthodoxie.
Plannen, die in dit verband in bepaalde middelgrote gemeenten al worden gemaakt om perforatie te gaan regelen, doen het ergste vrezen voor de toekomst. De perforatie zal, naar het ons voorkomt, bevorderen, dat bepaalde bolwerkjes worden versterkt en andere wijkgemeenten worden verzwakt. De opsplitsing van de kerk in modaliteiten is in principe nu voluit in gang gezet.
In (middel)grote steden, waar de modaliteiten soms ver uit elkaar liggen, heeft men, vóórdat de perforatie geregeld was, allang deugdelijke praktische maatregelen getroffen voor een naast elkaar leven van die modaliteiten. Datzelfde geldt voor minderheden in bepaalde gemeenten. We denken in dit geval ook aan de buitengewone wijkgemeente. Maar de regeling, die nu is getroffen, zal de desintegratie in gemeenten, waar tot heden zulke regelingen niet nodig waren, bevorderen. Ze roept meer problemen op dan worden opgelost.


En dan nu: zonder aanzien des persoons. De tekenen wijzen erop, dat de gevolgen van de heilloze beslissing tot perforatie zeker ook merkbaar zullen zijn in hervormd gereformeerde gemeenten. Juist daar komen nu de klachten. Als we ervan uit mogen gaan, dat de graad van kerkelijke meelevendheid daar nog (relatief) groot is, mogen we er tevens van uitgaan, dat daar ook een zekere kieskeurigheid niet tot de uitzonderingen behoort.
Het moet eigenlijk in principe uitgesloten worden geacht, dat de sluizen opengaan om overschrijving van de éne gemeente, die naar Schrift en belijdenis is ingericht, naar een andere, soortgelijke gemeente mogelijk te maken. Maar het is lang niet zeker, dat dit ook algeméén zo wordt gevoeld of gepraktiseerd.
Mensen vinden het in de ene gemeente te strak, in de andere gemeente te ruim en op grond van zulke marginale motieven wordt zo – de praktijk bevestigt dit al – gevraagd om overschrijving. Redenen van 'pastorale of modalitaire aard' zijn dan in principe niet in het geding.
Vooropgesteld zij, dat in verreweg de meeste gevallen er momenteel (nog) geen problemen zijn. Maar er zijn ook verontrustende signalen. Het is bijvoorbeeld duidelijk, dat in bepaalde gemeenten in hervormd gereformeerde kring een (eigen) streekgemeente niet alleen principieel wordt aanvaard en begeerd, maar ook actief wordt bevorderd. Ik laat nu buiten beschouwing, dat in zulke gevallen de eigen gemeenteleden zich soms vreemdeling gaan voelen in eigen huis en er eigenlijk ook geen echt gemeentelijk besef meer overblijft. Streekgemeenten zijn ook streekgemeenten zolang het duurt. De kerk wordt louter een zondagse preekplek, die staat of valt met de voorganger. In zulke gevallen behoeft het echter geen verwondering te wekken als het besluit tot perforatie van gemeentegrenzen wordt toegejuicht. Zulks wordt ook openlijk in bepaalde regionale kerkbladen in overwegend hervormd-gereformeerde regio's geschreven.
Dat er ook in zulke situaties overigens voor uitzonderingsgevallen ruimte moet zijn, wil ik niet betwisten, maar wordt ook hier niet al te gemakkelijk bewilligd in een in feite ondeugdelijke toestand? Moet er in ieder geval niet op z'n minst goed overleg tussen kerkeraden in deze zijn, opdat uitzonderingen ook echt uitzonderingen blijven? Het mag toch bijvoorbeeld niet voorkomen, dat predikanten, c.q. kerkeraden al bij voorbaat blanco formulieren tekenen voor overschrijving van personen naar hun gemeente, zonder dat er sprake is van een pastoraal gesprek met betrokkenen en van overleg met de andere kerkeraad? We moeten niet uitsluiten, dat ook hier 'vlees en wereld' bij komen.


De vraag bij dit alles is welk zicht er (nog) is op de gemeenten-sámen. Ik noem hier een voorbeeld. In Koers heeft ds. P. de Vries (Opheusden) uitvoerig betoogd, dat hij zich slechts in de marge van de Hervormde Kerk wil ophouden ('ik sta aan de rand'). Hoe is het dan met 'zijn' gemeente? Al eerder heeft hij ergens geschreven, dat hij artikel 27-29 van de NGB van toepassing acht op de pláátselijke gemeente. Nu zegt hij in het betreffende stuk, dat voor hem allereerst die plaatselijke gemeente 'de ware kerk' is. Hier gaan wel wissels om. Dan moet immers ook een oordeel worden geveld over (om) zuiverheid van andere gemeenten! Afgezien van de vraag of dit met een beroep op de gereformeerde vaderen en op grond van de confessie zelf vol te houden is, mag de vraag dan worden gesteld wat de plaatselijke gemeente is en waar haar grenzen liggen. Is hier dan de consequentie niet, dat de kerk wordt opgedeeld in een niet te overzien aantal 'ware kerken'? En hoe moet het kenmerk van de 'ware kerk' dan toegepast worden op wèlke hervormde gemeente dan ook, die immers altijd een volkskerkgemeente is? Moet dan binnen die gemeente ook weer worden onderscheiden? In ieder geval zal in deze visie de perforatie van gemeentegrenzen gemakkelijker principieel worden aanvaard en zelfs gestimuleerd dan wanneer men de kerk als een gehéél van (inderdáád plaatselijke) gemeenten ziet.

Markt
Het moge duidelijk zijn, dat de bezwaren, die we eerder hebben geuit ten aanzien van de perforatie, alleen nog maar zijn versterkt door verontrustende geluiden, die thans uit allerlei gemeenten worden gehoord. Het zou echter een beschamende zaak zijn, wanneer gemeenten, waar gepretendeerd wordt, dat Schrift en belijdenis er hoog worden gehouden, het slechte voorbeeld gaven aan de kerk als geheel.
Intussen valt te vrezen, dat het moderne tijdsbeeld, met nadruk op vrijheid, op 'voor elk wat wils' en 'ik ben baas in eigen huis', ook in de gereformeerde sector van de kerk niet zonder uitwerking blijft. De ironie van de hedendaagse geschiedenis wil, dat ter rechterzijde kritiek wordt geleverd op een Kerkendag, zijnde een 'markt van mogelijkheden.' Wat is de Gereformeerde Gezindte als geheel echter anders geworden dan dat? En als binnen die gezindte ook de afzonderlijke delen nog weer eens uiteenvallen in verschillende marktkramen – om in het beeld te blijven – dan zijn we kerkelijk, liever confessioneel gezien ver van huis.


Het zal zeker teveel gevraagd zijn om de heilloze beslissing ten aanzien van de perforatie terug te buigen. Voordat echter de zaak escaleert, zouden nog tijdig zulke maatregelen kunnen worden genomen, dat de perforatiemogelijkheid beperkt, zéér beperkt blijft. Dat die inderdaad alleen wordt toegepast als het – pastoraal gezien – echt niet anders kan. De buitengewone wijkgemeente biede anders (en biedt metterdaad) voldoende soelaas.
Mij dunkt, dat we er intussen in hervormd gereformeerde kring ook de handen vol aan zullen hebben om het gereformeerde blazoen kerkelijk zuiver te houden. In de beperking zal zich ook hier de meester tonen. Dat heeft alles te maken met ons gereformeerd belijden aangaande kerk en gemeente. Een gereformeerde kerkeraad kan hier alleen maar bewilligen 'vanwege de hardigheid des harten'. Kerkeraden, die ook inzake het belijden aangaande kerk en gemeente in het gereformeerde spoor wensen te gaan, dienen hier wel de grootste terughoudendheid en zorgvuldigheid te betrachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Consequenties van een omstreden besluit

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's