Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Profetie in de Schrift

Bekijk het origineel

Profetie in de Schrift

'Luisteren naar wat God vandaag tot de gemeente zegt' en 'Opwekking' (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwtestamentische profetie als tijdelijke gave
Daar komt nog een belangrijk aspect bij. Al probeert Calvijn zo lang en zo vaak mogelijk de nieuwtestamentische uitspraken over de profetie uit te leggen in de zin van de ('gewone', ambtelijke) Dienst van het Woord, er blijven dan toch nog Schriftwoorden genoeg over, die dit volstrekt onmogelijk maken. We kunnen dan b.v. denken aan de profeet Agabus en de dochters van Fillippus, die profetessen worden genoemd en ook concrete profetieën uitspreken. Van zulke uitingen van profetie moet ook Calvijn erkennen, dat zij niet onder te brengen zijn bij de ambtelijke Woordbediening. Hij komt dan tot een andere verklaring.
Volgens hem is het zo, dat deze gave is beperkt gebleven tot de eerste tijd van de christelijke gemeente. Met de bedoeling, om met name de joden, die zoveel waarde hechtten aan de oudtestamentische profetie, te overtuigen, dat Christus waarlijk de vervulling daarvan is, getuige het feit, dat er ook in dit eerste Christus-gebeuren weer profeten opstaan. Maar toen die eerste periode voorbij was, was dit niet meer nodig en daarom heeft God deze gave doen ophouden. Daarom is ze nu in de gemeente niet meer te vinden. Wij hebben haar niet meer nodig, want wij hebben het profetische Woord, en dat moet ons genoeg zijn. Uit dit genoemde wordt ons duidelijk, waarom tot op vandaag toe deze gave van de profetie in onze traditie niet alleen door veel onzekerheid maar ook door een duidelijke afwijzing ervan wordt omringd. Maar zo ga ik juist nog meer beseffen, hoe nodig het is, dat wij ons opnieuw daarop bezinnen, als we merken, dat er velen zijn, voor wie deze Calvijnse uitleg niet meer zo overtuigend is, dat verder vragen en zoeken niet meer nodig is of zelfs ongeoorloofd zou zijn. Daarmee kom ik nu tot de eigenlijke zaak, waarom het ons vanmiddag gaat.

De Schrift spreekt vele malen over de profetie
Ik wil dan met u mij richten op wat de Schrift zelf hierover ons zegt. Het eerste, dat ons, als we de Schrift opslaan, treft, is het feit, dat er heel veel over de profeten en de profetie wordt gesproken. Begonnen ben ik maar met eenvoudigweg de concordantie van Trommius op te slaan, om te zien, hoe vele keren en waar dit wordt gedaan. Het werd me in één oogopslag duidelijk, dat dat talloze malen het geval is. En dat zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament.
In het Oude Testament wordt Mozes al een profeet genoemd, maar meestal gaat het over de Schriftprofeten en ook de Woorden daadprofeten zoals Elia en Eliza. Wat me ook opviel is, dat er ook zo vele malen over de valse profeten wordt gesproken. We zouden kunnen zeggen, dat de ware profetie voortdurend vergezeld wordt door de valse profetie. En dan worden er ook nog de zonen der profeten genoemd, die werden opgeleid op de z.g. profetenscholen. Maar die spelen merkwaardigerwijs geen noemenswaardige rol.
Als wij nu het Nieuwe Testament opslaan, worden we opnieuw erdoor getroffen, dat ook daar zovele malen de profetie en de profeten worden genoemd. In eerste instantie worden daarmee de oudtestamentische profeten en profetieën bedoeld. Vooral in de evangeliën is dat het geval, waarbij voortdurend wordt opgemerkt, dat zij in de komst, d.w.z. in de geboorte, het optreden, het lijden en sterven en het opstaan van Jezus zijn vervuld. Maar daarnaast wordt duidelijk, dat er ook een nieuw soort profeet en profetie ontstaat, die we dan de z.g. nieuwtestamentische profeten en profetie noemen.
Het blijkt, dat dat maar niet een enkele keer het geval is, maar het komt zo vaak voor, dat we er wel uit moeten concluderen, dat de profeet niet alleen in het oudtestamentisch Israël maar ook in de nieuwtestamentische gemeente een bekend en algemeen voorkomend gegeven is.

De vooraanstaande plaats van de profetie in de gemeente
Dat blijkt niet alleen uit de personen, die uitdrukkelijk als profeten worden aangeduid. Ik noemde al Agabus, maar ook Barnabas, Simeon, Lucius, Manahen, later ook Judeas en Silas (Hand. 15 : 32) worden zo genoemd. Maar ook als wij de reeksen gaven en ambten nagaan, die Paulus noemt in Rom. 12 en 1 Cor. 12 en in Efese 4, dan wordt daarin ook telkens de gave van de profetie uitdrukkelijk en onderscheidenlijk genoemd. Daar komt dan nog bij, dat zij niet achteraan een plaatsje krijgt in de rij van charismata en ambten, maar de profeten worden zelfs direct na de apostelen genoemd.
1 Cor. 12 : 28 is daarin al heel duidelijk. Daar schrijft Paulus over de aan de gemeente geschonken gaven: en eerste apostelen, ten tweede profeten. De profeten namen dus hun plaats in direct na de apostelen en zoals Efese 4 aangeeft, vóór de evangelisten en de herders en leraars.
Daar komt nog bij, dat als Paulus in de gemeente van Corinthe een (rang)orde aanbrengt binnen de diverse charismata, die in die gemeente werden beoefend, hij dan een duidelijke voorkeur heeft voor de profetie, omdat deze de hele gemeente sticht. Dus mag onze conclusie zijn, dat de profeten in de nieuwtestamentische gemeenten een zeer vooraanstaande en belangrijke positie ingenomen hebben.
Ik wijs er ook nog op, dat ook in het Nieuwe Testament vele malen gesproken wordt over de valse profeten. Ook toen bleef de valse profetie de ware profetie als een donkere schaduw vergezellen, en de Openbaring van Johannes wijst erop, dat dit zo zal blijven tot in de eindtijd toe, ja juist dan.

Overeenkomst en verschillen tussen de oud- en nieuwtestamentische profetie
De vraag is nu allereerst, welk verband er bestaat tussen de oudtestamentische en de nieuwtestamentische profetie. Het eerste wat ons daarbij opvalt, is, dat in beide het ene en zelfde woord 'profetie', of 'profeet' wordt gebruikt. Dat wijst in ieder geval op verbinding, samenhang en overeenkomst. Anderzijds laat de Schrift ons zien, dat er tussen beide vormen van profetie toch wel inhoudelijke een duidelijk verschil bestaat.
De oudtestamentische profetie neemt a.h.w. een heilshistorische positie in. Zij is Gods openbaring in heilshistorische zin, doordat zij profetisch heenwijst naar (de komst van) Christus. In dat heilshistorische kader geplaatst, bevat de oudtestamentische profetie dan ook openbaring Gods in directe, inhoudelijke zin, namelijk als voortgaande heilsopenbaring, die straks in Christus zelf tot vervulling komt. Vanuit deze heilshistorische, profetische openbaring wordt dan ook de eigen situatie, waarin de profeten optreden, belicht. Dit laatste gebeurt a.h.w. vanuit het goddelijk heilsplan, dat Hij in Zijn geschiedenis met Israël en de volken bezig is te ontvouwen.
Vergelijken we dit nu met de nieuwtestamentische profetie, dan ontdekken wij toch een verschil. Daarin is wat wij noemden de heilshistorische component niet of althans niet dominerend aanwezig. Wat dat betreft geldt, dat in Christus de profetie is vervuld. En dat is een definitieve en volkomen vervulling, al wacht deze vervulling op haar voleinding in Christus' tweede komst.
Toch is het dan opmerkelijk, dat er weer opnieuw profeten opstaan en er weer opnieuw profetieën worden uitgesproken. Hoe verhouden die zich dan tot de vroegere en nu in Christus vervulde profetie?

C. Graafland, Gouda

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Profetie in de Schrift

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's