Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. van der Graaf, Gebeurt er nog iets? – over prediking en hoorcrisis, uitgave Kok/Voorhoeve, Kampen, 85 pag., ƒ 18,90.
Wie zijn het die 's zondags de kerkbanken nog altijd bevolken? Wat gebeurt er dan als vervolgens de voorganger zijn mond opent? Gebeurt er dan eigenlijk wel iets? Of gaat het hele gebeuren aan de meeste kerkgangers totaal of voor een belangrijk deel voorbij? En als dat zo is, waarom is dat dan zo? Kan dan het antwoord zijn: een mens wil nu eenmaal het Woord niet horen, zijn hart zit ervoor op slot en dáárom gebeurt er niets of maar heel weinig?
Of moet je zeggen: de preek deugt niet en de prediker kan het niet en daarom komen de meeste kerkgangers onder de vaak vele woorden van deze voorganger geen stap verder of dichter bij God? Dit soort vragen stelt ir. Van der Graaf aan de orde in zijn jongste publicatie. Een opmerkelijke invalshoek temeer daar recent door prof. Graafland tamelijk stellig voor de geestelijke crisis onder ons de meeste schuld bij de predikers is gelegd. Het is de overtuiging van ir. Van der Graaf dat er veel meer aan de hand is. We hebben vandaag ook te maken met een hoorcrisis. Wat in Romeinen 11 van Israël wordt gezegd, kan ook op de gemeente slaan: God heeft hen oren gegeven om niets te horen. Wel is het zo dat dit gegeven maar heel slecht tot veel predikers wil doordringen. Ze realiseren zich onvoldoende wat genoemde hoorcrisis in concreto voor de prediking betekent. Ze zouden zelf eens meer kerkganger moeten zijn om te ervaren hoe uitermate saai, vervelend en langdurig het soms allemaal kan zijn in de kerkbank.
Wat is er dan met de hoorders aan de hand? Van der Graaf gaat uitgebreid in op het antwoord op deze vraag. Er is een geheel ander type mens ontstaan vergeleken bij een vijftig jaar geleden. Dat heeft allerlei oorzaken. De doorsnee kerkganger is wel tien maal méér ontwikkeld dan die van enkele generaties terug. Het hele levensklimaat neemt meer dan ooit de totale mens in beslag. Onze tijd is dynamisch en sterk stressbevorderend. Mensen doen iedere week heel veel indrukken op. Op hun werk onder collega's, maar ook via de media. Boordevol indrukken uit het moderne leven zet de mens zich dan in de stilte van het kerkgebouw. En dat is zo'n totaal andere wereld. Inderdaad: de andere wereld van de zondagmorgen (titel IKON-radioprogramma).
Daar komt nog bij dat voor veel kerkgangers de kerkgang een randgebeuren in hun leven is: hooguit een enkel uur in de week. Hoe komt het in die enkele ogenblikken tot de echte concentratie op God en Zijn Woord? Nog ingrijpender: de hoorders komen veelal uit een volstrekt God-loze situatie wat betreft hun dagelijkse leefwereld. God is heel de week bij werk en studie de grote Afwezige. Hoe zou in dat ene of anderhalve uur God echt ter sprake kunnen komen in het leven van iedere hoorder?
Bevorderend voor de hoorcrisis acht Van der Graaf voorts de mondigheid van de mens van deze tijd. Door het democratisch levensgevoel zijn ook ambt en ambtelijk spreken gedevalueerd. Mensen laten zich alles zomaar niet meer vertellen vanaf de kansel, zeker niet de les lezen. Er is tenslotte ook de slijtageslag in het schuldbesef die de hoorcrisis voor een deel bepaalt.
Wat aan dit alles te doen? Bewustwording bij de predikers van deze situatie zou al veel gewonnen zijn. En verder, we hebben voluit de presentie van God uit Zijn openbaring te proclameren. Prediking is, aldus Van der Graaf in navolging van Calvijn, de gemeente stellen voor de rechterstoel van Christus. De uitweg uit de crisis ligt in de stille inkeer. Prediking dient een gebeuren te zijn. Geestelijke volmacht in de prediking is geschenk van de Geest.
De zaak in dit boek aan de orde gesteld verdient ruime aandacht. Het gaat om de doorwerking van het Woord in de gemeente. Crisis betekent ook oordeel, scheiding. Er voltrekt zich een scheiding waar God werkt door Woord en Geest. Hoorders èn predikers dienen dit meer dan ooit te beseffen.
J. Maasland, Kootwijkerbroek

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1992

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1992

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's