Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terug op de plaats

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terug op de plaats

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En als zij in het schip geklommen waren, stilde de wind.'Matth. 14 : 32

Met Jezus in de storm te verkeren doet ons niet ten onder gaan. De vorige keer hebben we deze geschiedenis gezien vanuit de geloofsdaad van Petrus, waarin hij door de kracht van Christus de golven onder de voet mocht lopen. De onstuimige Petrus was niet meer te houden geweest in het schip. De liefde tot Zijn Meester zocht een weg om tot Hem te gaan. En op het bevel van Jezus, op verzoek van Petrus zelf trouwens, heeft hij op de golven gewandeld om tot Jezus te komen. Toch heeft deze geschiedenis een keerzijde. Waarin we gedrongen worden oog en hart te hebben voor wie Jezus hier is. En voor Zijn doen met Zijn discipel, aan wie Hij zoveel werk heeft gehad om hem te maken tot een bruikbaar instrument in Zijn heerlijke dienst.
De keerzijde. Ja, want wat was de opdracht van Christus aan Zijn discipelen? Dat lezen we in vers 22, ze moesten overvaren naar de andere kant van het meer. Maar nu in de nood Jezus hun verschijnt, nu is Petrus heel deze opdracht vergeten en stapt overboord om tot Jezus te gaan. Maar waarom roept Jezus dan toch: Kom! Opdat Petrus zal leren geen buitensporige dingen te doen, maar zal blijven gaan in de weg des HEEREN. In de gehoorzaamheid aan de opdracht van Zijn Meester. Het is als met een verpleegkundige, die iemand op de gang van het ziekenhuis tegenkomt en het niet laten kan om met hem te spreken, omdat ze ze blij is om hem te zien. Maar intussen verzaakt ze wel haar taak. Ook al geeft dat gesprek haar nog zoveel kracht en moed, ze denkt op dat ogenblik niet aan haar opdracht. Zo doet Petrus eigenlijk ook. Christus gaat het hem leren en geeft hem onderwijs.

Wanneer we ons niet houden aan het Woord wordt het wandelen op de golven al spoedig tot wankelen en zinken in de golven. Ziende de sterke wind, werd bij bevreesd. Wanneer we onze eigen weg gaan, ook al is het richting Jezus, is het nodig, dat we ontdekken dat dat een verkeerde weg is. Jezus ontdekt Petrus zo aan de vrees in zijn hart. De angst was wel even toegedekt geweest door zijn liefde tot Jezus, maar was niet weg. Nu komt openbaar wat er in Petrus' hart leeft. De angst voor de golven, het geloei van de stormwind grijpt hem aan en vaagt al zijn vertrouwen op Jezus weg. Nu in de volle storm, buiten de weg en het bevel, dat Jezus eerder gegeven had, raakt hij in paniek. De vrees en twijfel maken zich van hem meester en trekken hem van zijn Meester vandaan. Dan ontzinkt hem de moed en zinkt hij in de golven. Zo is het nog. Wanneer we op weg gingen naar Jezus lijden we schipbreuk. Zodra de golven en de winden van tegenspoed en van aanvechting opsteken worden we bevreesd en zinken we weg in de twijfel. Dat zelf op pad gaan brengt ons nooit tot Hem. Hoe groot de liefde tot Jezus ook mag zijn. Dat is niet niets. Zeker niet. Maar het is wel zo, dat we door de Heilige Geest ontdekt worden aan ons onvermogen om in eigen krachten zalig te worden. Als we zo vastlopen in ons leven en geen uitkomst meer zien. Het gezicht op Jezus is dan ook weg en het wordt nood. Onze liefde tot de Heiland houdt ons niet op de been. We zien het aan de gang van Petrus hier op de golven. Het geloof verliest zijn kracht zodra de omstandigheden van het leven ons benauwen. Ja meer nog, zodra de zienlijke dingen ons gaan beheersen, dan dringen ze het zicht op Christus weg. Petrus verliest alles. Onderweg naar Jezus komt hij om! Met alles wat hij was en had. En als hij begon neder te zinken, riep hij, zeggende: Heere, behoud mij! Deze schreeuw om redding blijft over. Nu is de discipel niet meer in staat om tot Jezus te gaan. Nu moet Jezus Christus tot Hem komen. Nu is het op genade alleen zalig worden. Volkomen afhankelijk van Gods soevereine barmhartigheid. Maar dat is geen onzekere weg, waarin we het maar moeten afwachten of God het wel wil. Nee, dit is de weg, waarin de Heere tot ons komt en de kracht van het Evangelie werkt in ons leven reddend en voor eeuwig verlossend. Onmiddellijk is er de hand van Jezus, die de zinkende Petrus grijpt. Dan kan Petrus wel wegzinken in de golven, maar Christus laat hem niet verdrinken. Hier is de grote liefde van Christus Jezus, Die tot de verloren mens komt om hem te behouden. Hij doet het, naar Zijn eigen woord: Mijn genade is u genoeg. Zo zien we, dat niet onze liefde tot Hem, maar Zijn liefde tot ons ons zaligmaakt. Hij kwam immers om te redden van de zonde! Daarvoor is Hij de zaligmaker. Ook Petrus kan zonder Christus niets doen. Dat moeten al Gods kinderen leren. Dan laat de Heere wel eens zinken. Dan onttrekt Hij wel eens de kracht om staande te blijven. Dan ontneemt Hij ons de rust in de Heere en de vrede met God, die ons de boze en zijn verleidingen doet weerstaan. Waarom? Om ons te leren, dat we het helemaal van genade moeten hebben. Genade behoudt. Voor het eerst in het leven, maar ook steeds weer opnieuw en voortdurend, genade alleen.

Dat doet de dichter zingen, Ps. 94 : 18: Als ik zeide: Mijn voet wankelt; Uw goedertierenheid, o HEERE! ondersteune mij. Wat een heerlijk wonder, helemaal het van de Heere te moeten hebben. Hij beschaamd nooit. Die niets meer kan, dan roepen om ontferming, zullen door Hem worden gegrepen bij de hand en gered worden. Want ook al wankelt het geloof van Gods kind, Christus wankelt nooit en te nimmer. Hij heeft op de woeste golven van Gods toorn volgehouden tot het einde toe en heeft het met krachtige stem uitgeroepen: Het is volbracht. Dan heeft de boze en de hel niets meer in te brengen. Geen enkele beschuldiging tegen Gods uitverkorenen houdt het, om Christus' wil.
En wat doet Jezus dan met Petrus? Neemt Hij hem mee over de golven naar de overkant van het meer? Nee, Petrus wordt teruggebracht naar het schip. Petrus moet de gewone weg gaan, die Jezus gewezen had: met het schip naar de overkant. Zo moet Petrus Jezus volgen, niet op een bijzondere wijze, maar in de weg van het Woord. Daar stilt de storm en gaan de golven liggen. Heeft u genoeg aan de genade van Christus? Heeft u genoeg aan het Woord, dat doet leven en hopen op Gods genade, degenen, die geloven? Met dat Woord zult u niet beschaamd uitkomen. Het Woord schenkt door de kracht van de Heilige Geest vergeving der zonden, geeft houvast in tijden van storm en tegenstand, geeft rust in tijden van aanvechtingen. Daarom zong de dichter van Psalm 119: Uw Woord kan mij, ofschoon ik alles mis, door Zijn smaak en hart en zinnen strelen. Zo komt God aan Zijn eer.

Joh. Post, Ederveen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1992

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Terug op de plaats

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1992

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's