Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Belijdenis doen op het geloof van de gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Belijdenis doen op het geloof van de gemeente

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verslag van de catechesedag gehouden op 14 november in de Aker te Putten. Deze dag werd belegd door de commissie catecheese aan verstandelijk gehandicapten uitgaande van de H.G.J.B.

Dr. W. Verboom heet een ieder welkom en opent deze dag met gebed en leest Col. 3 : 12-17. Hij staat met ons stil bij vers 16. 'Leert en vermaant elkander'. Het woord elkaar komt veel voor in de brieven. Men vormt een gemeenschap, het kan niet zonder elkaar. We letten op Elk-ander.
Hoe meer ook juist de verstandelijk gehandicapten meetellen, des te meer gemeente mag je zijn! Het woord leren slaat ook op elk-ander. De vorm van catechese aan verst. gehandicapten, moet in veel gemeenten nog op gang komen. Wanneer je aan de slag gaat, bemerk je dat juist deze mensen ons veel te bieden hebben. Dr. Verboom vertelde tenslotte hoe tijdens een belijdenisdienst een verstandelijk gehandicapte heel hard het ja-woord gaf. Bij navraag waarom hij het zo hard zei, voegde Jan toe: 'omdat Jezus het toch moet horen'.
Ds. L. van Nieuwpoort hield een inleiding over het thema belijdenis doen. Lange tijd heeft de aangepaste catechese veel te weinig aandacht gehad. Men vroeg zich af of het wel nodig was om hiermee te beginnen. Wij moeten ons bewust worden van de Bijbelse opdracht. Ook al zal het niet altijd eenvoudig zijn, we mogen toch de vreugde en de verrassingen met hen delen. Ze hebben juist vaak zo'n goede geestelijke antenne voor heel veel dingen. Uiteindelijk zal deze catechese aan verst. geh. ook uitlopen op het doen van belijdenis. Daarbij komt de vraag naar boven of zij de geloofsinhoud wel kunnen en moeten beamen. We zullen een correctiemodel moeten toepassen op het te verstandelijk omgaan met deze zaken.
Lang niet altijd komt de verstandelijk gehandicapte tot het doen van belijdenis. Terwijl er toch wel vaak een verlangen is om ook bij Jezus te horen en het brood van Jezus te eten, zoals zij het dan uitdrukken. Als ze telkens weer hiermee bezig zijn, dan mogen wij dat toch zien als een teken van de Heilige Geest, die in hen werkt. Wee, ons als we daaraan voorbijgaan! In Matth. 18 vormden de kleinen geen belemmering om tot Jezus te komen. We mogen hen hierin niet voor de voeten lopen.
Anderzijds zullen wij ons moeten hoeden voor een vorm van krampachtigheid. De ouders kunnen er bijv. achter zitten. 'Waarom mag mijn kind geen belijdenis doen? Ze missen al zoveel.' De verst. geh. mag een duidelijk verlangen kenbaar maken en dan zullen ze het belijdenis doen als een geweldig iets ervaren. Wij mogen hen dan als gemeente dragen. 'Ze mogen leven op het geloof van de gemeente,' zoals van Andel in zijn boek opmerkt. We zitten dan ook eigenlijk op de lijn van de Dordtse Leerregels, waarbij sprake is van een plaatsvervangend geloven van de ouders van een vroeggestorven kind.
Fundamenteel blijft Gods ja tot ons en dat heeft immers allang geklonken bij de Doop. Ze horen er al bij! Het geloof is geen oorzaak, maar een instrument. Antwoord 74 van de H. Catechismus laat zien, dat wij door de Doop ingelijfd worden in de gemeente Gods.
Als er belijdeniscatechese gegeven wordt, dan gelden dezelfde gulden regels van de gewone catechese. De zintuiglijke waarneming staat centraal. Het zien, horen, voelen en proeven! We moeten hier op inspelen. Besteed vooral ook aandacht aan het kerkgebouw, het zou mooi zijn als de catechese er gegeven kan worden. Ga ook het liturgisch centrum bekijken. Ga naar doopvont toe en vertel wat er gebeurt. Laat de schaal en de avondmaalsbeker zien. Er zijn hulpmiddelen voor de voorbereiding, zoals het boek van D. Valkenburg. Op weg naar het Vaderhuis. Vervolgens stond ds. Van Nieuwpoort stil bij de belijdenisvragen. Ds. Zuidema heeft een vereenvoudig­ de versie ontworpen:
'Vind je het fijn, dat je weet een kind van God te zijn?
Geloof je dat de Heere Jezus, de Zoon van God, op aarde is gekomen om ook jullie zalig te maken?
Vind je het fijn, dat je nu telkens het Heilig Avondmaal mag vieren, waardoor de Heilige Geest je steeds meer wil helpen om als een echt kind van de Hemelse Vader te leven?
Om als een gewillig schaap dicht bij de Goede Herder te blijven?
Wat is daarop je antwoord?'
Zijn deze vragen wel zo eenvoudig? Je veronderstelt toch een behoorlijke dosis geloofskennis. Een alternatief voor deze vragen zijn de volgende die gemaakt zijn door een andere predikant.
Geloof je dat Jezus je Vriend is?
Wil je graag bij Jezus horen?
Wil je dat samen met ons?
Hier ligt het volle accent op de gemeenschap. Is dit een reductie op het belijden? In het woord Vriend mis je Jezus als Middelaar.
Tenslotte wordt er stilgestaan bij het komen tot het Avondmaal. Voor de verstandelijk gehandicapte is de tafelgemeenschap een voornaam element. Brood en wijn zijn zichtbare tekenen en spellen de liefde van Christus. Het zijn de nonverbale elementen in de eredienst. We mogen hen niet meer opleggen, dan zij verstandelijk aankunnen. Het IQ is niet bepalend! Op dit onderwerp heeft de kerk zich bezonnen. De synode van de Gereformeerde kerken in Nederland heeft zich als eerste hierover uitgesproken. De synode van de Herv. kerk sprak zich in 1974 in een rapport uit over de deelneming aan het Avondmaal. 'De gemeente zal duidelijk moeten weten dat zij bij de gemeente horen.'
'De benadering van het onvolwaardige is voor de gemeente bij uitstek een toetssteen van haar geloofwaardigheid in onze samenleving (Van Andel). Ook al brengt deze vraag ons in verlegenheid, dan mogen wij erop vertrouwen, dat de Heilige Geest ons daarin de weg wijst. Hij vindt wegen naar het hart. Dan mogen wij in die weg Jezus volgen: 'Doe dat tot Mijn gedachtenis'. Wij volgen Hem dan totdat Hij komt om het gebrokene te helen.
Het middaggedeelte had een praktische opzet. Allereerst hebben wij onder leiding van mevr. A. de Kluyver geruime tijd gezongen. Samen zingen, dat geeft een gevoel van verbondenheid. Daarna gaf dhr. G. ten Berge uitleg bij het lesmateriaal dat door de werkgroep uitgegeven zal worden. Bij wijze van proef werd één les uit de serie van tien lessen behandeld. Iedereen kreeg een exemplaar van een catecheseles over Mozes roeping. Vervolgens gingen wij in groepen uiteen. Aan de hand van een vragenblad kwam de discussie spoedig op gang. Met belangstelling werd er naar elkaar geluisterd en probeerde iedereen wat ervaringen uit te wisselen. Vooral ging de belangstelling uit naar het verwerkingsmateriaal wat men zoal gebruikt. Het is steeds weer heel moelijk voor de verschillende niveaus passend materiaal te vinden. Tenslotte kwamen we weer bij elkaar om plenair de vragen door te nemen. Er volgde een goede bespreking. De werkgroep kan z'n winst doen met de opmerkingen, die gemaakt zijn en naar we hopen hebben de aanwezigen weer nieuwe suggesties opgedaan. Tenslotte besloot dhr. G. van Eck deze dag met dankgebed.
Namens de werkgroep werd dit verslag gemaakt door:

A.A. Abma

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Belijdenis doen op het geloof van de gemeente

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's