Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bediening des Geestes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bediening des Geestes

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Traditiegetrouw werd vorige week (6 en 7 januari) op Woudschoten (Zeist) de predikantenconferentie van de Gereformeerde Bond gehouden. Een zeer groot aantal predikanten (ongeveer 250) hadden ingetekend, waarvan de meesten voor de eerste dag, waarop prof. dr. C. Graafland een lange afscheidsrede hield over het thema: 'Om gereformeerd te blijven'. Deze lezing zal binnenkort als boekje worden uitgegeven. Een samenvatting van deze lezing treft men hierbij aan evenals van het referaat van prof. J. Kamphuis over 'Schepping en heiliging'.Het openingswoord van de voorzitter, ds. C. van den Bergh over 'Bediening des Geestes' is geheel in dit nummer afgedrukt. De lezing van ds. Joz.A. de Koeyer over 'De prediking van Martin Lloyd Jones' zal binnenkort in afzonderlijke artikelen worden geplaatst.We mogen met dankbaarheid terugzien op een goede concio met waardevolle gedachtenwisselingen.J. van der Graaf

Eén dezer dagen hebben wij allen onze oude agenda 1992 verwisseld met de nieuwe 1993. Juist op zo'n moment beseffen we hoeveel er in één agenda kan worden geschreven. Dat wil ook zeggen: hoeveel er van één mens gevraagd kan worden. Ik ben mij er dan ook ten volle van bewust een open deur in te trappen wanneer ik zeg dat het ambt van dienaar des Woords in deze tijd geen sinecure is. Het is geen ambt waar weinig of geen werkzaamheden aan zijn verbonden, al geeft het wel een bezoldiging. Ieder onzer kent de momenten van spanning tussen beschikbare tijd en agenda.
Wanneer dit werkzaamheden zijn, die opkomen vanuit het hart van de bediening, zullen wij er allen vrede mee hebben. Wij mogen dan de voetstappen volgen van onze grote Leermeester, de Heere Jezus Christus. Hij zei: 'Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook'. Wij mogen dan vertrouwen voor alle werkzaamheden de leiding en de kracht van de Heilige Geest te ontvangen. Hij weet wat van Zijn maaksel is te wachten, hoe zwak van moed en klein wij zijn van krachten. Wanneer we echter soms de agenda leggen naast de taken, die omschreven zijn in de beroepsbrief, blijkt dat er vaak veel tijd besteed moet worden aan zaken, die daar nauwelijks in genoemd worden. Ik denk dan aan de meerdere vergaderingen van de kerk. Vaak gaat het dan om standpuntsbepalingen over zaken van structurele aard in plaats van geestelijke zaken, hoewel ik mij ervan bewust ben, dat dit niet altijd zo te onderscheiden is. Juist dit laatste kan de vreugde van het ambtelijk bezig zijn temperen. Het is daarom een gave van God, dat er ook voor dienaren van het Woord elke week de dag des Heeren is; de dag waarop wij voluit bezig mogen zijn met het hart der bediening, de verkondiging van het Heilig Evangelie. Ik reken daar dan ook onder de voorbereiding voor die verkondiging. Zo ergens dan is het in de studeerkamer en bizonder op de kansel de tijd, waarop we uitgetild worden boven de beslommeringen van het kerkelijk bezig zijn. Dat zijn de plaatsen, waar de bediening des Geestes mag worden ervaren en de vreugde van het Evangelie van Jezus Christus mag worden beleefd.

Bediening
Het is wel goed elkaar daar ook eens op te wijzen en elkaar te bemoedigen, opdat wij weten dat onze arbeid niet ijdel is in den Heere. Ik wilde u daarom enkele gedachten doorgeven over de bediening des Geestes.
Een uitdrukking, die men nogal eens horen kan over een kerkdienst of een anderssoortige samenkomst is: de Geest was kennelijk aanwezig, met de nadruk op 'kennelijk'. Ook wordt wel gezegd 'er was beslag', waarmee dan bedoeld wordt dat het Wóórd beslag legde, indruk maakte op de hoorders. Meestal worden deze uitdrukkingen gebruikt voor het geval de prediking toch als 'indrukwekkend' of als 'bizonder' werd ervaren. We mogen ons afvragen wanneer zoiets gezegd mag worden en ook wie het zeggen mag. Wat dit laatste betreft: mag de prediker het zèlf zeggen? Of is hij zo subjectief bij het brengen van de prediking betrokken dat hijzelf daar toch niet echt over oordelen kan? Al te gemakkelijk zou hij immers eigen ervaring of gemoedsgesteldheid in verband kunnen brengen met een bizondere werking van de Heilige Geest. Niet altijd wordt de prediking zó ontvangen, als deze wordt uitgezonden.
En hoe is het met de horende gemeente? Waarvàn is die onder de indruk? Emotie van de prediker kan emoties bij de hoorders wekken. Tranen roepen vaak tranen op. Is het bovendien niet zo, en leert dat de ambtelijke praktijk niet, dat de enkeling – één enkele hoorder – soms een zegen onder de prediking ontving, terwijl velen het allemaal niet eens zo bizonder vonden?
Toch kan het voorkomen dat de hele gemeente – als gemeenschap – tastbaar, voelbaar, in ieder geval waarneembaar ervaart, dat er beslag ligt. Dat is meer dan alleen maar de stilte waarin er geluisterd wordt. Er straalt iets door van de kracht van het Woord. Er wordt dan soms nog uitgebreid over de preek nagespraat. Er was iets wat men nauwelijks onder woorden kan brengen.

Criteria
Doorslaggevend is toch de vraag wat de bediening des Geestes in de Schrift zelf inhoudt. Deze uitdrukking komt maar eenmaal voor in de Schrift. We lezen daarvan in 2 Korinthen 3 vers 7 en 8: 'En indien de bediening des doods in letters bestaande en in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzo dat de kinderen Israels het aangezicht van Mozes niet sterk konden aanzien, om de heerlijkheid van zijn aangezicht, die teniet gedaan zou worden, hoe zal niet veel meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn?'
Het is duidelijk, dat hier de oude bedeling tegenover de nieuwe bedeling wordt geplaatst, de bediening van de wet tegenover die van het Evangelie, de bediening der verzoening. Onder de oude bedeling gold de wet, als de bediening des doods, een letter-leer zegt Calvijn. In vers 9 wordt zelfs over de bediening der verdoemenis gesproken. En toch valt hier het woord heerlijkheid. Als hier dan al sprake is van heerlijkheid, hoeveel te meer moet dat dan wel gelden van de bediening van het Evangelie, de bediening der verzoening. Calvijn zegt: 'Doch het Evangelie, waardoor de mensen wedergeboren en door onverdiende vergeving met God verzoend worden, is een bediening der rechtvaardigheid en daarom ook des levens'. Voor die heerlijkheid van het Evangelie staat de Geest van Pinksteren borg.


Gaat het dus om de bediening des Geestes, dan moeten we tot de conclusie komen, dat die alleen daar plaats vindt, waar het Evangelie als de bediening der verzoening volledig tot haar recht komt, voluit verkondigd wordt. Daar zal meer heerlijkheid zijn dan waar de wet het nog voor het zeggen heeft. Woord en Geest gaan ook hier, zoals altijd, samen. Daarom kan de bediening des Geestes niet vereenzelvigd worden met gemoedsaandoeningen of gevoel, met een bepaalde stemming of sfeer, en ook niet bewerkstelligd worden door turbulente en krachtdadige bewoordingen, zeg door verbaal geweld. Paulus zegt in dezelfde Korinthebrief, dat zijn woord en prediking niet geweest is in beweeglijke woorden van menselijke wijsheid maar in betoning des Geestes en der kracht. Algemeen wordt ook aangenomen dat Paulus geen volksredenaar is geweest. De Geest zelf schept zich een eigen krachtenveld, dat onderscheiden is van het krachtenveld, dat met menselijke middelen wordt opgeroepen. Dit zij ondertussen gezegd tot troost en bemoediging van ieder die zich niet gerekend weet onder de meest verbaal begaafde predikers. Het is de Majesteit van het Woord Zelf, die door de werking van de Geest over-machtig doorkomt in de prediking en als zodanig overkomt op de hoorders. En mag de prediker daar dan zelf soms ook niet in delen? Ook predikanten hebben die bediening immers niet tot hun beschikking! Niet welsprekendheid of scherpzinnigheid geeft dan de doorslag maar het Woord zelf, dat geestelijk tot spreken komt. Hoe men ook over de zogeheten Nijkerkse beroeringen van weleer moge denken, feit is, dat deze plaats vonden onder de prediking van dominee Kuypers, die niet direct als een bevlogen prediker bekend stond, maar die eerder wat dor was in zijn prediking, in ieder geval nuchter. De Geest bindt zich gelukkig niet aan uiterlijke vormgeving of aan kwaliteiten van de prediker, hoe dankbaar men ook moet zijn als men de gave van het woord heeft. Gehoorzaamheid aan het Woord is doorslaggevend. Dan is de bediening des Geestes voluit een zaak van het Evangelie, van de bediening der verzoening, en gaat zo verre uit boven de letterdienst van de oude bedeling.

Glans
Blijft intussen wel staan het feit, dat zelfs onder de oude bedeling het aangezicht van Mozes glansde. Men zal zeggen, dat de oorzaak daarvan was, dat Mozes van aangezicht tot aangezicht had gestaan met God. Hoewel dit was onder de oude bedeling, mocht Mozes toch al iets zien van de bediening der verzoening toen hij riep: 'Heere, Heere, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden. Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft'. Als dan gezegd wordt, dat de bediening van het Evangelie nog veel méér in heerlijkheid was, zal dan van tijd tot tijd ook niet in de prediking doorstralen, dat de prediker in de voorbereiding zelf in Gods omgeving vertoefde? Dat kan zijn als hij de schrik des Heeren geloofde en beleefde of dat hij de verkwikking van de hemel ervaren mocht.
Juist als wijzelf die verborgen omvang met God kennen zullen we met des te meer klem als dienaren des Woords de gemeente wijzen op de noodzakelijke verborgen omgang met God.
Wij zullen dus voorop moeten stellen, dat niet de prediker zelfde doorslag geeft wil er sprake zijn van de bediening des Geestes. Maar het gaat niet buiten de prediker om. Hij wordt er zelf bij ingeschakeld. En als het dan de Geest behaagt Zich te bedienen van het Woord alleen, is het niet om het even hoe wij als dienaren van het Woord met het Woord omgaan. Het vraagt nauwkeurige voorbereiding om de woorden Gods nauwgezet te kunnen uitleggen en toe te passen. Een slordige voorbereiding resulteert meestal in een rommelige preek. Kan men daar dan de bediening des Geestes op verwachten?
Maar dan mag het ook een voorrecht zijn als we als dienaren des Woords zelf iets mogen beleven van de heerlijkheid van het Evangelie, van de dienst der verzoening. Die aan de tafel dienen, mogen ook van de tafel eten. De gemeente zal het ook merken als wij als dienaren van het Woord mogen delen in wat we verkondigen en meegenomen worden door de majesteit van het Woord zelf. Als dienaren zelf onder het beslag van het Woord zijn, zal de gemeente dit toch merken? En dan kan beslag van het Woord ook wel eens gemeenschappelijk worden ervaren.

Bizonder
Of er dan nooit eens sprake kan zijn van een bizondere bediening des Geestes? Wie van u weet er niet van, dat hij op het laatste moment naar een andere tekst werd geleid dan waarover hij van plan was te preken en dat hij later hoorde dat juist de preek over die tekst iemand bizonder had aangesproken! Mensen in de nood van hun leven, in geestelijke nood, mochten onder de prediking zo de bediening des Geestes op bizondere wijze ervaren. Of een ander voorbeeld. Onlangs vertelde iemand mij over een dienst, waarin een collega voorging en waarin gebeden werd om het leven van een kind, dat door de doktoren was opgegeven. De gemeente voelde dat het kind uit de dood werd teruggebeden. En dat geschiedde ook. En kan er zo soms niet ook een bizondere indruk van de predikant uitgaan vanwege het feit, dat gebeurtenissen in de wereld of dingen in de gemeente of zorgen over de kerk in de prediking doorzichtig worden tot op het Woord en tot op God zelf?
Het is zelfs mogelijk, dat God medegetuigt door tekenen en wonderen en menigerlei krachten, zegt de apostel in de brief aan de Hebreeën. Maar ook dan is het toch de Geest Zelf die in de bediening aanwezig is en die zich ook dan van het Woord bedient?

Amen
In ieder geval zullen wij er als dienaren des Woords, dunkt mij, wel voor hebben te waken altijd aan bizondere Geesteswerking te denken wanneer wij het zelf goed hadden op de kansel of daarna. In eigen waarnemingen en gevoelens kan toch een stuk subjectiviteit schuil gaan.
Wanneer de Heilige Geest echter de prediking wil gebruiken, op de gewone doorgaande wijze of soms op bizondere wijze, zal er dan niet altijd ook de beaming zijn vanuit de gemeente? Zullen geestelijke dingen dan ook niet geestelijk worden onderscheiden? Dit onderscheiden geschiedt niet door het gevoel of door het verstand alleen. De natuurlijke mens verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn. Toch gaat het geloof niet buiten het gevoel en buiten het verstand om. De Geest heiligt het verstand en verlicht het verstand. Het verstand leert de dingen geestelijk te onderscheiden. En dat vraagt om beaming van het Woord. Zo schrijft Paulus in de brief aan de Korinthen: 'Ik zal wel met de geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden; ik zal wel met de geest zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen. Anders, indien gij dankzegt met de geest, hoe zal hij, die de plaats van een ongeleerde inneemt, amen zeggen op uw dankzegging, daar hij niet weet wat gij zegt? Want gij dankzegt wel behoorlijk, maar de ander wordt niet gesticht'. Hoewel Paulus hier de werking van de Geest niet aan banden legt, acht hij elke bizondere geestvervoering niet vruchtbaar voor de gemeente. Wanneer de Geest werkt zal er het verstaanbare amen zijn in de gemeente. En in de mond van twee of drie getuigen zal alle woord vaststaan.


Toch kan het gebeuren dat mensen soms op bizondere wijze worden aangesproken in de prediking. Zij worden niet alleen aangesproken in hun verstand maar hun hele gevoel en gemoed is erbij betrokken. Zo kunnen ook Schriftwoorden op krachtdadige wijze dalen in de ziel. Daarin gaat de Heilige Geest Zijn eigen weg. Zo kan ook een dominee voor zichzelf een bizondere bediening des Geestes ervaren. Hij zal hier echter nooit mee te koop lopen maar de Heere er ootmoedig voor danken. Maar de gewone bediening des Geestes openbaart zich toch in gehoorzame Evangelieprediking in de dienst der verzoening. Het is er de Geest toch altijd om begonnen het gelóóf te wekken en te versterken en om dóór en vérder te leiden op de wég des geloofs!


Moge de Heere ons allen de gelegenheid en de genegenheid geven voor de verborgen omvang met Hem temidden van alles wat ons hart beroeren kan. We mogen ons getroost en bemoedigd weten, dat de Geest zich bedient van onze Evangelieverkondiging. Dat de heerlijkheid daarvan moge uitstralen naar de gemeente. Wij zullen dan, samen met de gemeente, die bediening gewaar worden, in de vruchten van het geloof, tot zegen voor geheel de kerk en tot eer van God.

C. van den Bergh, Noordwijk aan Zee

Openingswoord predikantenconferentie van de Gereformeerde Bond op woensdag 6 januari 1993 te Zeist.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bediening des Geestes

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's