Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Bond en de politiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Bond en de politiek

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie vorige week het geladen stuk van ds. C. Blenk in deze kolommen heeft gelezen over ontwikkelingen in politiek Den Haag ('Als gij in deze tijd blijft zwijgen…') zal het niet zijn ontgaan, dat hij daarin ook tot de enigszins vertwijfelde vraag kwam waar in Nederland de invloed van het nog voluit gereformeerde volksdeel in de politiek merkbaar is. Hij maakte de door anderen ook gestelde vraag tot de zijne, waar met name de invloed van de, in getalsmatig opzicht toch niet te verwaarlozen, hervormd gereformeerde sector in Nederland politiek nog aanwezig is. 'Waar blijven bijvoorbeeld de Bonders?', vroeg iemand. 'Hebben die het te druk met kerkelijke zaken? Gaat al hun energie zitten in het kerkelijk "nee" tegen samen-op-weg?'

Zo'n vraag geeft aanleiding te over om nog eens na te gaan hoe het zit met 'De Gereformeerde Bond en de politiek'.
Nu wordt wel gezegd, dat slechts drie procent van de Nederlandse bevolking echt politiek is geïnteresseerd en dat slechts één procent lid is van een politieke partij. Als zodanig behoeft dat voor 'bonders' niet anders te zijn.
De vraag echter, waar de Gereformeerde Bond(er) in politiek opzicht vandaag legert, is niet zo eenvoudig te beantwoorden. De SGP zou voor vijfenzeventig procent haar stemmen betrekken uit de kring van de Gereformeerde Bond. Voor de RPF zou dat ook kunnen gelden. Maar daarmee is nog niet gezegd, dat vijf en zeventig procent van de hervormd gereforméérden zèlf ook bij 'klein rechts' aansluit. Het artikel van ds. Blenk liet niet ten onrechte de gedachte open, dat ook het CDA in hervormd gereformeerde kring een brede visvijver heeft. Feit is in ieder geval, dat met name in de gemeentepolitiek zich duidelijk manifesteert, dat elk van de onderscheiden christelijke partijen op politieke steun van hervormd gereformeerden kan rekenen. Maar ook politieke activiteit van hervormd gereformeerden is er dwars door de partijen heen. Dat blijkt ook breder dan de gemeentepolitiek, namelijk uit het feit dat een aantal personen uit hervormd gereformeerde kring actiefis in de landelijke of Europese politiek.
Maar hierrhee is nog niet alles gezegd. In het hier volgende geef ik daarom eerst een summier historisch doorkijkje.

Van huis uit
Van huis uit is de Gereformeerde Bond – het is al vele malen betoogd – antirevolutionair. Bij de oprichting van de Gereformeerde Bond verwachtten de oprichters van de Gereformeerde Bond zelfs de 'vrijmaking' van de Hervormde Kerk langs de weg van politieke activiteiten middels de Anti Revolutionaire Partij. Deze moest de Hervormde Kerk vrijmaken van de Reglementenbundel, haar door koning Willem I in 1816 'wederrechtelijk opgelegd'.
Prof. Hugo Visscher met name speelde een rol in die partij. Hij was goed bevriend met Abraham Kuyper, had zelfs zijn hoogleraarschap aan diens politieke invloed te danken. Prof. dr. J. Severijn, één van de vroegere voorzitters van de Gereformeerde Bond, zat ook jarenlang in het Centraal Comité van de ARP.
De Waarheidsvriend was in de vooroorlogse jaren zelfs een (hervormde, kerkelijke) spreekbuis voor de antirevolutionairen. Bij verkiezingen werd opgeroepen om AR te stemmen. Luitenant-Generaal Duymaer van Twist, hoofdbestuurslid van de Gereformeerde Bond, was jarenlang Tweede Kamerlid voor de antirevolutionairen en schreef als zodanig onbekommerd vanuit die visie politieke commentaren en propagandistische artikelen in de Waarheidsvriend. Eigenlijk moeten we zeggen, dat de meeste prominente hervormd gereformeerden uit de AR-hoek kwamen. Dat neemt niet weg, dat er ook – met name op de Veluwe – een sterke Christelijk Historische stroming was. En verder is er ook altijd een redelijk brede aanhang geweest van de Staatkundig Gereformeerde Partij. Dat kwam ook tot uitdrukking in het hoofdbestuur van de SGP en in de Tweede Kamerfractie.
Deze laatste partij werd in hervormd gereformeerde kring intussen toch vaak wel gezien als de partij van de afgescheidenen, met name van ds. G.H. Kersten. Regelmatig waren er in de vooroorlogse jaren dan ook schermutselingen tussen de Waarheidsvriend en het partijblad van de SGP, De Banier, waarbij kerk en politiek ook wel dooréén lagen. Ook het Gereformeerd Weekblad, waarin mannen als ds. I. Kievit en prof. dr. H. Visscher hun wekelijkse pennevruchten plaatsten, deed van tijd tot tijd aan de polemieken met Kersten mee. En dan ging het zelfs vaak scherp toe als het ging om de toepassing van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis in de praktische politiek. Mr. W. Aantjes – vroeger ook scribent in deze kolommen – pleegt zich in deze nogal eens te beroepen op prof. dr. J. Severijn, die ooit zei, dat het in de politiek enerzijds gaat om 'het absolute criterium van de eis van Gods wet' en anderzijds om 'het relatieve criterium van de zedelijke draagkracht van het volk'.


In de hervormd gereformeerde gemeenten lag de politieke kwestie soms heel gevoelig. Predikanten, die zich tot de SGP bekènden, werden niet in 'AR gemeenten' beroepen en omgekeerd. Ook waren er CHU-gevoelige gemeenten. Het was met name ds. J.J. Timmer, jarenlang secretaris van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, die regelmatig jammerklachten in de Waarheidsvriend deed horen over het feit, dat in hervormd gereformeerde gemeenten predikanten van bepaalde kansels werden uitgesloten of daarin geen beroep kregen vanwege hun politieke kleur. Tot na de Tweede Wereldoorlog belegde overigens het Centraal Comité van de ARP jaarlijks bijeenkomsten met predikanten uit de Gereformeerde Bond. Die werden in het algemeen goed bezocht. Toen de belangstelling begon te tanen zijn ze gestaakt, maar dat geschiedde pas in de zestiger jaren.
En dan tenslotte: de AR-voorman H. Colijn was aanwezig en sprak op een jaarvergadering van de Gereformeerde Bond! Al liet aan het eind van de dertiger jaren één van de SGP voormannen, ds. P. Zandt, zich daar óók zien.

Spanning
De betrokkenheid van 'de' Gereformeerde Bond op de ARP betekende intussen niet, dat er altijd sprake was van een harmonisch samengaan van hervormd gereformeerden met de ARP. Want, als het erop aan kwam, was dat toch de partij van de dolerenden. Daar lag een geducht spanningsveld.
Met de AR-top waren er dan ook regelmatig schermutselingen met betrekking tot de vraag of het hervormde (en dan met name het hervormd gereforméérde) element wel voldoende tot zijn recht kwam in de leiding en in de parlementaire vertegenwoordiging. Conflicten laaiden soms ook hoog op. We behoeven alleen maar te denken aan de Christelijk Nationale Actie van Hugo Visscher en andere hervormd gereformeerde prominenten. Die actie mislukte overigens, hoezeer deze ook gedragen en uitgedragen werd door mannen van naam. De beoogde zetels in de Tweede Kamer bleven uit. Voor afsplitsing was men kopschuw.


Na de Tweede Wereldoorlog werden de ontwikkelingen, die zich binnen de Gereformeerde Kerken voordeden, ook geducht merkbaar in de AR-gelederen. Daardoor – ik probeer het zo objectief mogelijk te schetsen – heeft zich onmiskenbaar een wijziging voorgedaan met betrekking tot de betrokkenheid van het hervormd gereformeerde electoraat op de ARP. Ik noemde al de afnemende belangstelling voor de bijenkomsten van predikanten, belegd door het Centraal Comité van de ARP. De officieuze (en persoonlijke) betrekkingen tussen het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond en de ARP gingen over. Toen uiteindelijk de ARP mede opging in het CDA, met zijn (overwegend) rooms-katholieke inbreng, was daarmee echte participatie uit de Gereformeerde Bond voorbij. Dit laatste wil niet zeggen, dat niet ook een belangrijk deel van de vroegere AR kiezers uit hervormd gereformeerde kring mee is doorgeschoven naar het CDA. Maar in de leiding van het CDA en in de parlementen zijn hervormd gereformeerden witte raven geworden. Het meest nog komt de hervormd gereformeerde inbreng in het CDA tot uitdrukking in bepaalde gemeenteraden.

Ongetwijfeld heeft echter ook een deel van de vroegere AR-aanhang binnen de Gereformeerde Bond de overstap gemaakt naar 'klein rechts', voor een deel naar de nieuwe RPF, wat blijkt uit aanbevelingslijsten bij verkiezingen; voor een deel, als het om overstap gaat, naar de SGP, wat óók blijkt uit aanbevelingslijsten. Bovendien trekt ook het GPV stemmers uit hervormd gereformeerde kring, maar dat komt nooit naar buiten, vanwege het kerkelijk karakter van het GPV. De meeste overgangen hebben zich overigens geruisloos, zwijgend voltrokken.

Zwijgen?
Dit 'zwijgend' heeft een dubbele bodem. Want, na dit achtergrondplaatje ben ik nu weer terug bij de vraag van ds. Blenk. 'Als gij in deze tijd blijft zwijgen…', zegt hij. Met andere woorden: zwijgen kan niet meer! 'Of zwijgen wij omdat wij politiek verdeeld stemmen en geen interne verdeeldheid willen nu?'

Laat ik ook hier maar zo concreet mogelijk proberen te zijn. De tijd is voorbij, dat predikanten bij het beroepingswerk de vraag moeten beantwoorden welke politieke partij zij stemmen. Maar of ze helemaal vrij zijn? De andere kant van de medaille is bijvoorbeeld, dat predikanten, die van week tot week op tijdredepad zijn voor de SGP, bepaald niet in elke hervormd gereformeerde gemeente op een beroep kunnen rekenen. Anderzijds is het zo, dat bij CDA manifestaties of op dienovereenkomstige bijeenkomsten nu ook niet bepaald veel hervormd gereformeerde predikanten 'van de partij' zijn. In dit opzicht is er sprake van een groot stilzwijgen. Als ze in dit opzicht al hun sympathie hebben, verzwijgen ze dit om pastorale redenen; dat geldt dan in het algeméén ook voor hun politieke keuze.
Ongetwijfeld zal bij velen in verkiezingstijd nog wel het argument gelden, dat een stem op het CDA de linkse partijen de loef afsteekt. En: er moet toch geregeerd worden. Maar daarmee is alles dan wel zo ongeveer gezegd. Want het uitvoerend beleid ligt bij het CDA ver buiten bereik van hervormd gereformeerde stemmers. Op het beleid oefenen ze geen enkele invloed uit.


Er is in politiek opzicht in hervormd gereformeerde kring dan ook sprake van grote verlegenheid. De echte politieke hartstocht ontbreekt. Historisch en dieptepsychologisch bezien is dat begrijpelijk. Men maakt niet ineens massaal een reuzezwaai naar partijen, waartegen men vroeger altijd, om kerkelijke overwegingen, kritisch aankeek. Hervormd gereformeerden hebben politiek gezien altijd in het spanningsveld tussen afgescheidenen en dolerenden gezeten. Vandaag zit men in het spanningsveld tussen oecumenischen en afgescheidenen van onderscheiden type, die onderling ook nog weer verdeeld optrekken in de politiek. Nu weet ik heel best, dat er in het CDA hier en daar nog gepoogd wordt een echt principiële inbreng te hebben. De andere kant van de medaille is dat, als het gaat om gevoelige, want uiterst principiële kwesties zoals euthanasie en de wet gelijke behandeling, het een publiek geheim is, dat elk der CDA parlementariërs gemuilkorfd wordt door de fractie.
Ik weet óók heel best, dat in de loop der jaren het klimaat binnen de SGP naar hervormd gereformeerden toe opener is geworden. Ds. H.G. Abma leverde daarvoor in zijn tijd een belangrijke bijdrage. Maar zijn inbreng kwam daar wel onder hoge spanning te staan. Op het plaatselijk vlak zijn kiesverenigingen vaak selecte groepen van een bepaalde flank binnen die partij. De opstelling van de kiesverenigingen ten opzichte van het lidmaatschap van de vrouw spreekt hier boekdelen. Zulks noodt niet direct tot echte politieke betrokkenheid vanuit hervormd gereformeerde kring.


Maar al met al betekenen bovengenoemde ontwikkelingen, dat naast de velen, die zich politiek ook vandaag betrokken weten, vele hervormd gereformeerden het langzamerhand hebben laten afweten in de politiek. Er is sprake van grote verlegenheid. Niet het feit, dat ze het te druk hebben met samen op weg is de reden, maar echte verlegenheid.
De vraag is nu of dat zo blijven moet. Wij zijn in Nederland één van de weinige landen ter wereld, waar de democratie zich ook heeft doorvertaald naar een vertakt net van christelijke partijen. Het is dan eigenlijk van den vreemde als het loutere feit, dat de christelijke politiek te onzent een verdeeld huis is geworden, tot gevolg zou moeten hebben dat geen politieke verantwoordelijkheid meer wordt gedragen.
Moeten we als hervormd gereformeerden allerlei kerkelijke gevoeligheden hier niet achter ons laten? Kerkelijk is er vandaag voor hervormd gereformeerden inderdaad genoeg te doen. Maar een gereformeerd christen, liever nog: een evangeliebelijder heeft ook één en ander te doen in de politiek. Want kerk en staat zijn nog steeds 'de brandpunten van dezelfde ellips, waaromheen zich het gehele geordende leven voltrekt' (Van Ruler). Het Koninkrijk Gods heeft wijder contouren dan de kerk. En daarom was de uitroep van ds. Blenk terzake, volstrèkt terzake: 'als gij in deze tijd blijft zwijgen…'. Er staat zo ontzaglijk veel op het spel.

J. van der Graaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De Gereformeerde Bond en de politiek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's