Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Navolging van Christus (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Navolging van Christus (4)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is niet verwonderlijk, dat de navolging van Christus in het leven van de eerste christelijke gemeente zo'n centrale rol speelde. Ze stond midden in de strijd van het geloof. Van verschillende zijden werd het voortbestaan van de kerk bedreigd. De joodse leiders verzetten zich met kracht tegen de voortgang van het evangelie en probeerden, via hun kontakten met synagogen in de landen rond de Middellandse Zee, het zendingswerk van de jonge gemeente te belemmeren. Toen de verering van de Romeinse keizers verdere vorm aannam en het karakter van staatsgodsdienst kreeg, kwamen de christenen ook van overheidszijde onder vuur te liggen, omdat zij de keizercultus verwierpen. Wie Christus volgde, kreeg niet alleen met het kruis van de geestelijke strijd te maken, maar kon er ook het leven bij verliezen. De martelaren bezegelden hun getuigenis met hun bloed en offerden zichzelf voor de dienst van de Heere op.

De trouwen liefde van de gelovige kreeg zo ongemerkt steeds meer aandacht. Christus werd een voorbeeld om na te volgen, terwijl de betekenis van Zijn lijden en sterven als verzoening voor onze zonden meer op de achtergrond raakte. De incarnatie, de vleeswording van Christus, werd een toonbeeld van ootmoed, een deugd, die wij in de gemeenschap met Christus leren oefenen. Toen de vervolgingen toenamen, werd het lijden van Christus een sprekend voorbeeld voor de gelovigen, waaraan zij de deugd van de liefde konden aflezen en waardoor zij werden opgeroepen, evenals Jezus, hun leven voor de Heere te geven. Met name Ignatius van Antiochië, heeft door zijn brieven, geschreven op weg naar de marteldood in Rome, deze ontwikkeling sterk beïnvloed. Hij meende, dat de navolging van de Heere Jezus vooral bestond in het vrijwillig nabootsen van het lijden van Christus. De martelaar is in zijn visie de echte navolger van de Heiland. Hij gaat zelfstandig naast de lijdende Christus voort en zoekt evenals de Heiland in zijn marteldood de weg tot God te banen. Daarbij krijgt de dood van een martelaar haast iets van verdienste; hij draagt daarin ook het lijden voor de gemeente, die via het sacrament deelt in de genade van Christus.

Kloosterleven

Een andere stroming zocht de navolging in de ascese. Hoe meer men zich uit de wereld terugtrok en zich van alles onthield, des te dichter kwam men bij God. De navolging van Christus bestond voor velen in de overdenking van Christus' geboorte. Zijn leven en met name Zijn lijden en sterven, om Hem gelijkvormig te worden. Origenes meende, dat Christus door de gelovigen ook praktisch moest worden nagevolgd. Dat vond zijn hoogtepunt, wanneer zij Zijn voetstappen drukten op de weg van de marteldood en het verzoenend lijden van Christus voortzetten. Het grootste waartoe de navolging leidde, was volgens Origenes het aanschouwen van de Eniggeborene. Met name die laatste gedachte krijgt na hem steeds meer aanhang. Ascese en mystiek zijn daarin nauw verbonden, het martelaarschap komt op de achtergrond en het geestelijke krijgt, gecombineerd met praktische wereldmijding, steeds meer nadruk. Geheel in die lijn vindt men in de oosterse theologie tot vandaag toe aandacht voor het kloosterleven. De ware navolgers van Christus zijn monniken, die God langs de weg van ascese en innerlijk leven willen bereiken en daarin tevens hun naasten willen dienen in een weg van ootmoed en liefde.

In het westen zag men vooral het aardse leven van Christus als een voorbeeld ter navolging. Telkens was de vraag: wat zou Jezus doen? Dit leidde tot een moralistische geloofsbeschouwing, waarvan Pelagius een duidelijke exponent was. Hoewel Augustinus het verzoenende aspect van Christus' werk benadrukte, kreeg het pelagiaanse denken steeds meer aanhang. Daarbij werd de navolging gezien als verdienste, een noodzakelijke aanvulling op het verlossingswerk van de Heiland. In de loop der tijd werd de godsdienst steeds meer een uitwendige zaak, een formeel gebeuren, waarin de echte navolging vanuit de levende geloofsgemeenschap met de Heere Jezus Christus ontbrak. Van ascese en eenvoud was in grote delen van de Middeleeuwse kerk, zelfs in de kloosters, geen sprake. De kerkvorsten leefden in overdaad en weelde, kerkelijke en wereldlijke macht verzamelend, zonder dat men van harte de Heere diende of zorg had voor de gemeente.

Bernard van Clairveaux

Tegen die achtergrond betekende het optreden van Bernard van Clairveaux een wending. Hij predikte de navolging van Christus en had daarbij aandacht voor allerlei bijbelse noties die lange tijd vergeten waren. Hij legde minder de nadruk op het verdienstelijk karakter van het geloof en riep op tot een volledige overgave aan Christus, die hij 'de ofenschool en spiegel der deugden' noemde. Door geestelijke beschouwing (contemplatie) van Zijn lijdensweg kunnen wij Zijn gehoorzaamheid imiteren, ons eigen vlees doden en de deugden van Christus beoefenen, om zo deel te krijgen aan Zijn heerlijkheid. Evenals de oude kerk, noemt Bernard liefde en ootmoed de twee hoofddeugden, die Christus ons leert. In de ootmoed onderwerpen we ons aan Gods wil en leren we ons eigen ik verachten. De liefde is de weg naar de volmaaktheid. Hoe meer de ziel God liefheeft, des te dichter is ze bij Hem. 'Naar de mate, dat God bemind wordt, wordt hij gekend'. De ziel is de bruid van de hemelse Bruidegom Christus. Trapsgewijs klimt zij op tot de mystieke aanschouwing van God en geniet ze de onmiddellijke nabijheid van haar Bruidegom.

Op die weg zijn zelftucht en ascese belangrijke hulpmiddelen. Evenals in het oosten de visie van Origenes e.a. leidde tot het kloosterleven van monniken, bracht ook de prediking van Bernard velen ertoe, de wereld vaarwel te zeggen en dit op God gerichte leven in het klooster te zoeken. Bernards invloed reikte echter verder dan het klooster. Hoewel typisch 'Roomse' gedachten hem niet vreemd zijn, werden ook velen in de Reformatie getroffen door de war­ me liefde tot de Heere Jezus Christus, die uit zijn werk blijkt. Luther noemde hem 'de grootste der kerkleraars'; Calvijn verklaarde over Bernards laatste tractaat: 'Hij spreekt, alsof hij de waarheid zelve was.' In de Nadere Reformatie is zijn invloed terug te vinden en valt bijvoorbeeld de verwantschap met Bernard op in: 'De trappen des geestelijken levens' van Theodorus a Brakel, die via de weg van ascese en comtemplatie de navolging van Christus zoekt te beleven.

Bernard van Clairveaux was niet de enige, die zich in die tijd met de navolging van Christus bezighield. Het was een onderwerp, dat velen in de Middeleeuwen raakte. Men zou kunnen zeggen: Het zat in de lucht. Europa werd geteisterd door oorlogen en besmettelijke ziekten. Maar het was ook een periode, waarin talloze mensen met de vragen van Gods Koninkrijk bezig waren. Het was de tijd van de kruistochten; van ingrijpende beslissingen, waarbij velen ervoor kozen om in navolging van Christus hun leven aan de Heere te wijden. Petrus Waldus is daar een voorbeeld van. Hij werd getroffen door het woord van Christus tot de rijke jongeling en schonk zijn bezit weg om de Heere in armoede na te volgen. Door zijn lekenprediking in de volkstaal ontstond de Waldenzenkerk, die als gemeente van armen ondanks vervolging en tegenstand een eigen bestaan en karakter bleef behouden.

Franciscus van Assisi was ook een rijke jonge man, die zijn bezit opgaf, om de weg van armoede en zelfverloochening te kiezen. Toen hij een preek hoorde over Mattheüs 10, de uitzending van de discipelen, riep hij uit: Ziedaar wat ik wil, ziedaar wat ik uit al mijn vermogen wens na te leven.' Gekleed in een grauwe pij ging hij barrevoets door het land, levend van de gaven, die hij al bedelend verzamelde. Het leven van Christus was voor hem een voorbeeld, dat hij zo nauwgezet mogelijk probeerde na te volgen. Dat vond een hoogtepunt in zijn 'stigmatisatie', toen hij de wonden van Christus in zijn lichaam vertoonde. En hij was niet de enige; ook van anderen wordt gemeld, dat zij deze tekenen droegen. Rome verklaarde dit als een bijzondere gunst Gods, het hoogtepunt in de navolging van Christus, daarbij ten onrechte verwijzend naar Gal. 6:17. Sommigen menen, dat hier een wonder geschiedde, anderen verklaren dit verschijnsel uit de psychologie. Met de navolging, zoals de Heere ons die predikt in Zijn Woord, heeft het weinig te maken. Daar gaat het immers niet om de vraag, of wij de tekenen van Christus' lijden dragen, maar of wij door genade 'allerlei vertroosting vinden in Zijn wonden' (Ned. Gel. Bel.) en levend van Zijn volbrachte offer Hem dienen uit dankbaarheid.

Het zoeken naar dat leven der dankbaarheid werd ook in ons land gevonden in de Moderne Devotie waarin Geert Grote een belangrijke voorganger was. Uit deze kring stamt het wereldberoemde 'De imitatione Christi', over de navolging van Christus. Ook Geert Grote was als rijke jongeman tot bekering gekomen en had gekozen voor een leven van armoede. Tot diaken gewijd, trok hij als prediker rond. 'Daarbij hield hij zijn hoorders het leven en lijden van Christus voor als enige leidraad bij de betrachting van de ware godsvrucht' (De Bruin). Na een preekverbod verkondigde hij zijn boodschap in talrijke brieven. Hij

roept daarin op, om het lijden geduldig te dragen. Om daartoe kracht te ontvangen, moet men het lijden van Christus in het hart overdenken en Zijn straffen, bespottingen en smarten navolgen, 'zodat wij daardoor Christus in werk en daad gelijkvormig worden'.

Het overdenken van Christus' lijden heeft weinig waarde, meent Geert Grote, als het niet samengaat met een vurig verlangen om Hem na te volgen. Daarom moeten v^dj bij iedere overdenking van het lijden van Christus Zijn stem als van omhoog horen: 'Doe en leef alzo', of 'zo heb Ik voor u en om u geleden, opdat gij Mijn voetstappen zoudt volgen.' Daarbij is het verzaken van de wereld een onmisbare voorwaarde om tot de band met Christus te komen. Liefde en ootmoed zijn de voornaamste deugden, die zich praktisch uiten in naastenliefde en vrijwillige armoede. In de lijn van Grote voortgaand, heeft Thomas a Kempis zijn 'De Imitatione' geschreven, een hoogtepunt in het denken over de navolging, dat hem vele malen bekender maakte dan zijn leermeester.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1993

De Waarheidsvriend | 18 Pagina's

Navolging van Christus (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1993

De Waarheidsvriend | 18 Pagina's