Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over prediking en predikers (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over prediking en predikers (4)

Dr. D. Martyn Lloyd-Jones:

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. D. Martyn Lloyd-Jones:

(Lezing predikantenconferentie Gereformeerde Bond op donderdag 7 januari 1993 te Zeist.)

II. DE PREDIKER

Inleiding

In het tweede gedeelte van de lezing willen wij ons bijzonder richten op de persoon die de Boodschap doorgeeft, de ambassadeur die zich ontdoet van de last die hem opgelegd is.

Handelend over de prediker, reikt Lloyd-Jones ons een keur van alleszins leerzame aspekten aan, die de prediker als persoon betreffen. We hadden kunnen letten op de roeping tot het ambt, de tijdsindeling en de tijdsbesteding. De wijze waarop de preek wordt voorbereid. De plaats van gebed en meditatie in het persoonlijke leven van de prediker. Voorwaar heikele en aangelegen zaken die ons allen aangaan. Omdat wij uit deze veelheid een keuze moeten maken, willen we met het oog op wat wij hoorden over de aard en het karakter van de prediking, bijzonder nadenken over de wijze waarop en de gestalte waarin de prediker zijn Boodschap dient te brengen. Het eigensoortige karakter van de verkondiging behoeft een eigensoortige wijze van overdracht, 't Is immers niet om het even welk soort boodschap we hebben door te geven. Als Paulus in 1 Cor. 13 de liefde tracht te verwoorden, kan hij welhaast geen woorden vinden om uitdrukking te geven aan zijn gedachten. Evenzo vergaat het ons bij de verwoording van de wijze waarop en de gestalte waarin de prediker zijn boodschap vertolkt. Zomin de liefde te vervatten is in regels en voorschriften, zomin kan de overdracht van de boodschap geperst worden in een knellend keurslijf van bepalingen. Al zoekend en tastend, komen we met Lloyd-Jones als spreekbuis tot de volgende kernbegrippen.

Gezag/autoriteit

Een facet dat bij het houden van de preek bijzondere aandacht verdient, is: gezag, 'authority'. Wat verstaat Lloyd-Jones daaronder?

De prediker brengt zijn boodschap niet op grond van verlof en toestemming van zijn hoorders, maar op grond van het gezondenzijn. Vooreerst is hij gezondene, daarna pas ontbodene! Hij komt niet in opdracht van de gemeente, maar op last van haar Hoofd en Koning. Daarin ligt zijn gezag en autoriteit. Daarom kan en mag hij ook verkondigen en proklameren.

Dit gezaghebbend karakter is niet gelegen in de mate van persoonlijk zelfvertrouwen, maar in de aard en de oorsprong van de boodschap zelf Paulus kwam naar Korithne 'in zwakheid en in vreze en in vele beving'. Dit was zijn dispositie als mens van vlees en bloed. Zo voor het oog een mannetje dat weinig te zeggen heeft, zonder al te veel autoriteit. Echter niet zijn zelfvertrouwen was grond en reden voor zijn verkondiging te Korinthe, maar zijn onmiskenbare vertrouwen in het gezaghebben­ de, autoritatieve Woord Gods. Daarom kon deze zwakke en vreesachtige mens boud en onverschrokken, met kracht en gezag zeggen: 'Ben ik niet een apostel? Ben ik niet vrij? Heb ik niet Jezus Christus onze Heere gezien? Zijt gijlieden niet mijn werk in de Heere? ' Een dienaar des Woords is principieel 'a man under authority'.

Vrijheid

Voortvloeiend uit en verbonden met het voornoemde element van gezag, is het aspekt vrijheid, ongebondenheid. De prediker als 'a man under authority' mag zich geleid en gedreven weten door de Heilige Geest. Waar de Geest des Heeren is, daar is vrijheid. Dat geldt ook tijdens het voordragen van de preek. Hoe goed en zorgvuldig de preek ook voorbereid is, en moet zijn(!), toch mag de prediker zich de vrijheid gunnen om ongebonden te zijn. Vrij in de zin dat hij zichzelf vrijelijk openstelt voor de inspiratie van het moment. Wanneer wij geloven en belijden dat de prediking een heilig gebeuren is, waarin de Heilige Geest werkt en aktief is, moeten wij de Geest ook de vrijheid laten om ons juist en vooral tijdens de prediking te beïnvloeden en te inspireren.

De preek ('sermon') mag dan weliswaar af zijn, èn die moet ook af zijn als we de preekstoel beklimmen, toch is de prediking nog niet beëindigd. In een vrij lang citaat willen wij Lloyd-Jones' bedoeling nader weergeven: 'Hoewel u uw preek nauwkeurig en grondig hebt voorbereid, kunt u nooit op voorhand weten wat er gaat gebeuren als u op de preekstoel die preek gaat houden. Er kunnen verrassende en verbazende dingen gebeuren. Er kunnen zich nieuwe gedachten aandienen, 't Kan zijn dat zinnen niet goed lopen of niet worden afgemaakt. Er kunnen van die dingen in voorkomen die de pedanten zouden veroordelen en die een literair criticus hartgondig, maar terecht in een essay zou afkeuren; maar dit is nu juist zo belangrijk voor de prediking, omdat zij zich erop toelegt om de mensen iets te doen... De verkondiging dient steeds te geschieden onder de leiding van de Geest en je kunt niet weten wat er kan gebeuren. Wees daarom te allen tijde vrij!'

Het klinkt tegenstrijdig wanneer enerzijds gezegd wordt 'voorbereiden, voorbereiden, nauwkeurig voorbereiden' en anderzijds 'wees vrij!' Zomin Paulus in tegenspraak is met zichzelf en zegt 'werkt uwszelfs zaligheid met vreze en beven, want het is God die in u werkt beide het willen en het werken naar Zijn welbehagen', zomin vormen deze beide aspekten een contradictie. Integendeel! 'U zult ontdekken dat dezelfde Geest Die u tijdens uw voorbereiding nabij was, u bij het houden van de preek op een geheel andere wijze zal helpen. Hij kan uw ogen openen voor zaken die u tijdens de voorbereiding van uw preek niet zag.'

Bovendien wordt, wanneer deze vrijheid afwezig is, het kontakt met en de respons van de hoorders belemmerd of gemist. Dat maakt de prediking tot een doods, statisch, monologisch fenomeen. Echter de verkondiging is een dynamisch gebeuren, waarin de gemeente is betrokken.

n eigen woorden gezegd^ wanneer 'er weerklank der bergen is', trilt dat door tot in de ziel van de prediker. 'Er is een wisselwerking: actie en reactie. En juist deze wisselwerking is vaak van zo'n wezenlijk belang'.

Oprechtheid/ernst

Een volgend kernbegrip dat beklemtoond dient te worden is operechtheid/ernst ('seriousness'). Een dienaar des Woords zal diep doordrongen en overtuigd moeten zijn van het grote gewicht van de zaken waarover hij spreekt. Hij spreekt namens God over God tot mensen. Dat vraagt om ernst. Dat behoeft oprechtheid. Hij handelt met hen over hun staat. De staat van hun ziel. Hij zegt hun dat zij van nature onder Gods toom leven. Zij zijn kinderen des tooms gelijk alle anderen. Hij verkondigt dat het natuurlijk leven dat ze leiden Gode onaangenaam is, zodat zij leven onder Zijn oordeel. Hij waarschuwt hen voor de vreselijke mogelijkheid dat ze de eeuwigheid tegemoet gaan zonder God. Meer dan enig ander mens dient de prediker zich bewust te zijn van het vergankelijke karaktervan het aardse leven. De wereldse mens gaat zozeer op in alles wat de wereld belooft en biedt en wordt zozeer bekoord en betoverd door haar pracht en praal en ijdel vertoon, dat de prediker nooit genoeg de vergankelijkheid van het bestaan kan benadrukken.

Dit alles betekent dat de prediker zelf diep doordrongen moet zijn van de ernstige waarheid, die hij anderen doorgeeft.

Wellicht kent u die diepzinnige en befaamde woorden van Richard Baxter: 'Ik preekte als een stervende tot stervenden, niet zeker wetend of ik ooit nog preken zou'.

In dit verband herinnert Lloyd-Jones aan het voorbeeld van de Schotse prediker Robert Murray MacCheyne, die wanneer hij de preekstoel beklom zozeer uitstraalde dat hij stond voor het Aangezicht Gods, dat de mensen zachtjes begonnen te wenen nog voor hij één enkel woord gezegd had.

Levendigheid

Na dit alles met klem en nadruk te hebben gesteld, waarschuwt Lloyd-Jones voor het grote gevaar dat ernst en oprechtheid verward worden met saaiheid, somberheid, naargeestigheid en zwaarheid. Dit acht hij een zeer groot misverstand. Immers dat het tegendeel waar is, blijkt uit het volgende kernwoord dat hij levendigheid noemt. Omdat dit grote gevaar ook ons in meerdere of mindere mate bedreigt, lijkt het me raadzaam de les die Lloyd-Jones ons on deze doorgeeft, ter harte te nemen. Zijn woorden hebben niets aan aktualiteit ingeboet.

Hijzelf benadrukt dit facet omdat hij, die zelf van harte in de reformatorische traditie staat, menigmaal het verwijt heeft gehoord dat gereformeerde predikanten zo somber en zwaarwichtig zijn. Hij zegt: 'Ik acht dit een zeer ernstige zaak; er is iets grondig mis met saaie, stoffige predikanten. Hoe kun je nou toch saai zijn als je over zulke zaken spreekt? Ik durf te stellen dat een 'saaie prediker' een innerlijke tegenspraak is. Is hij saai? Dan is hij geen prediker...!' Hoe kunnen wij nota bene' saai en afstandelijk blijven, als we beseffen dat we handelen over de allerbelangrijkste thema's voor leven en sterven? Kennen wij dan zelf wel persoonlijk en bevindelijk de waarheid die we andere prediken? 'Maar al te vaak tonen we in ons gedrag wie wij werkelijk zijn'.

Het lijkt ons toe dat juist wij, wanneer wij ervan doordrongen zijn welke rijke boodschap we mogen brengen, deze woorden ter harte moeten nemen!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 mei 1993

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Over prediking en predikers (4)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 mei 1993

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's