Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vloeken is aangeleerd! Word geen naprater! (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vloeken is aangeleerd! Word geen naprater! (4)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wellicht herinneren sommige lezers zich nog hoe enkele jaren geleden er enige discussie was rondom een bepaling in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van gemeenten tegen het vloeken. In dit artikel wordt er summier aandacht aan besteed. Tot 1983 werd in de Nederlandse Grondwet in art. 7 vrijheid gegeven tot het openbaren van gedachten of gevoelens via de drukpers, behoudens iemands verantwoordelijkheid volgens de wet (anders gezegd: behalve voorzover het volgens de wet niet mag). Op schrift gestelde vloeken konden dus door de officiële wetgever strafbaar worden gesteld.
Daarnaast hadden bijvoorbeeld gemeenten de mogelijkheid door middel van APV's een nadere bepaling te maken, zoals: 'Het is verboden in het openbaar de naam van God vloekende te gebruiken'. Toen echter in 1983 art. 7 van de Grondwet werd gewijzigd in dier voege dat men ook buiten de drukpers vrij zijn gedachten of gevoelens mocht openbaren, werden de bestaande bepalingen in de APV's daardoor krachteloos. Vloeken mag, want iedereen heeft vrije meningsuiting. Zover is het, voeg ik er aan toe, helaas met onze samenleving gekomen. De vrijheid van meningsuiting krijgt in feite een hogere plaats dan hetgeen ons door God in Zijn Woord is verboden.
Er is wel de bepaling uit 1932 in het Wetboek van Strafrecht dat 'smalende Godslastering' is verboden. In de praktijk is echter gebleken dat deze verordening een 'lege huls' (Schutte, GPV) is: Wie met dit artikel in de hand naar de rechter stapt, komt niet aan zijn trek, al was het alleen maar omdat eventuele aangeklaagden kunnen stellen dat ze nooit de bedoeling hebben gehad de Naam van God 'smalend' te gebruiken. (Bij de Bond tegen het vloeken, Postbus 362, 3900 AJ Veenendaal, is over de jurisprudentie nadere informatie verkrijgbaar.)

Terugkomend op de APVs kunnen we vermelden dat enkele gemeentebesturen na 1983 geen genoegen namen met het afschaffen van een bestaande verordening. Zij wilden iets doen, een daad stellen tegen het misbruik van Gods Naam. Zo werd een nieuwe versie van de bepaling geformuleerd (o.a. in Nunspeet), die erop neerkomt dat het verboden blijft in het openbaar de naam van God vloekende te gebruiken, maar dat deze bepaling niet van kracht is 'voorzover gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in art. 7 van de Grondwet, of voorzover het Wetboek van Strafrecht van toepassing is'.
Van hogerhand heeft men uiteindelijk de gemeenten de vrijheid gegeven deze formulering te handhaven, omdat er in feite toch niets buiten het genoemde art. 7 valt en men zou kunnen spreken van een 'loos artikel'. Deze gemeentelijke bepaling zou dus geen practisch nut hebben. Toch zijn er gelukkig gemeenten waarin men de bovengenoemde verordening bij wijze van signaal naar de samenleving heeft opgenomen. Gemeentebesturen duiden daarmee aan dat ze zich – voorzover de Nederlandse wet het hen toelaaat – willen blijven verzetten tegen het lasteren van de Naam des Heeren.
Hoezeer we ook de ontwikkeling in de landelijke wetgeving betreuren, de Bond tegen het vloeken blijft voortdurend alert op het schenden van Gods Naam door overheidspersonen, instanties, publikaties van of namens de regering enz. Waar het niet lukt door officiële procesvoering, daar wordt door middel van bezwaarschriften, brieven en o.a. door persoonlijke aanwezigheeid op hoorzittingen getracht dit grote kwaad tegen te gaan.
Erkend dient te worden dat in beslist niet alle gevallen van hogerhand negatief op het verzet tegen het vloeken wordt gereageerd, maar rectificaties worden aangebracht. Verschillende gemeentebesturen en gelukkig ook nog enkele provinciale overheden laten bovendien door middel van een subsidie zien, dat ze de arbeid van de Bond tegen het vloeken van belang vinden.
Al met al kan worden gezegd dat langs de juridische weg weinig tot niets van de wetgever is te verwachten. Wel is er een zekere openheid, althans begrip voor de ideële actie die de Bond tegen het vloeken voert. Het is daarom van blijvend belang, dat vanuit de bevolking naar de overheid toe zoveel mogelijk wordt gewezen op alles wat in dit opzicht in strijd is met Gods Woord. Ik denk o.a. de brief die destijds de 'Beraadsgroep hervormde gereformeerde bonden' aan de minister schreef (Waarheidsvriend 2-1-1986). Zo kunnen de reacties vanuit de samenleving, al dan niet in samenwerking met de Bond tegen het vloeken, ertoe bijdragen dat men van regeringswege (landelijk, provinciaal en plaatselijk) alert blijft op wat volgens de Bijbel één van de grootste zonden van de mensen is.
In een slotartikel nog iets over andere activiteiten van de Bond tegen het vloeken.

B. J. Wiegeraad, Reeuwijk

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Vloeken is aangeleerd! Word geen naprater! (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's