Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huisgodsdienst met jongeren (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huisgodsdienst met jongeren (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet in vormen proberen te 'vangen'
Beslist geen negatieve knul, die Jos. Immers, lang niet iedere jongere zou de hele avond blijven zitten als z'n ouders 'bevraagd' worden op hun ervaringen met huisgodsdienst… Jos doet dat wèl. Op een gegeven moment staat hij zelfs uit eigen beweging op om voor het tweede kopje koffie te zorgen. Maar dat wil niet zeggen dat Jos in alles bij voorbaat nogal volgzaam is; hij heeft duidelijk zijn eigen mening. Neem nu het hardop bidden aan tafel: Dat vindt hij echt onzin. 'Waarom moet dat nu ineens, terwijl pa er voorheen zèlf helemaal niet vóór was?' En na het bijbellezen heeft hij wel eens gewoonweg gezegd: 'Dat geloof ik niet'.
De ouders van Jos respecteren zijn moeite met het hardop bidden. Ze hebben nu een tussenvorm gevonden, waarin zowel Jos als zijzelf zich kunnen vinden. Verwijten zijn daarbij niet gemaakt. En wat zijn 'ongeloof' betreft? Dat is geen enkel probleem. Dat wil zeggen: Zulke dingen mag hij rustig zeggen. 'Toen wij jong waren, zaten we óók met die twijfels', zegt z'n moeder. 'Dus ik begrijp dat best.'

Gezinslucht
De huisgodsdienst in het gezin waarin Jos opgroeit, is vaak een moeizaam gebeuren. Allerlei vormen zijn inmiddels uitgeprobeerd, maar een groot deel daarvan bleek helemaal niet te 'werken'. Vader en moeder hebben nu voor zichzelf geconcludeerd, dat ze met de vormen van huisgodsdienst wat vrijer moeten omgaan en dat het beter is om zich vooral te richten op de sfeer in het gezin. Een sfeer, waarin Jos met zijn twijfels voor de dag durft te komen en waarin bijvoorbeeld aan de hand van een tv-programma spontaan over het geloof gepraat kan worden.
Daarmee is zo ongeveer de toon gezet voor dit tweede artikel over huisgodsdienst met jongeren. We zouden daarin een aantal concrete suggesties doen, maar moeten toch inzetten met iets anders. Vooral als de kinderen de 16 zijn gepasseerd en er in het gezin voorheen niet zoveel aan huisgodsdienst werd gedaan, kun je niet zomaar een begin maken, zo van: 'En vanaf nu gaan we elke zondag over de preek napraten'. Of: 'Vanaf nu ga ik vragen stellen over het gelezen bijbelgedeelte'. Zoiets 'landt' niet en roept alleen maar weerstanden op bij de jongeren.
Met andere woorden: Je kunt ook op dit gebied – in het algemeen gesproken – niet gaan zaaien als je niet eerst gewerkt hebt aan het 'toebereiden van de akker'. De situatie in het gezin moet zó zijn, dat eventuele initiatieven op dit gebied een vruchtbare grond vinden. Of nog beter: dat ze als vanzelf ontstaan omdat het in de gezinslucht is gaan hangen. Vorm geven aan de huisgodsdienst is dan allereerst een kwestie van: proberen de gelegenheid te scheppen en als die zich voordoet, er gebruik van maken. Daarbij moet je er waarschijnlijk op rekenen, dat 'de akker' niet in twee maanden, een halfjaar, of misschien zelfs een jaar al 'klaar' is…

Voorwaarden
Uit gesprekken met verschillende ouderparen wil ik de volgende 'voorwaarden' voor vormgeving aan huisgodsdienst met jongeren naar voren halen. Je zou kunnen zeggen: Initiatieven hebben weinig kans van slagen als de ouders niet bereid zijn om zèlf (zonodig) aan deze punten te werken.
1. Het voorbeeld van de ouders. Het is fijn als er naar aanleiding van een kerkdienst of een bijbellezing aan tafel met de kinderen doorgesproken kan worden. Als dat nu (bijna) nooit gebeurt – waarvan we hier dus uitgaan – zullen de ouders daar met elkaar op een positieve manier mee moeten beginnen. Verwacht voorlopig niet dat de kinderen mee gaan praten, maar laat ze (bewust) wèl gesprekken (aan)horen waaruit blijkt dat het bijbelgedeelte of de preek aangesproken heeft. Zoals de moeder van Jos dat soms probeert: 'Na een dienst zeg ik dan bijvoorbeeld: "Leuk dat dat element erin zat", of: "Wat fijn dat de dominee daaraan dacht".'
2. Openheid in het gezin. Jos weet dat hij bij z'n ouders met al z'n vragen en twijfels voor de dag kan komen zonder dat dat tot geprikkelde, verontruste of boze reacties leidt. 'Mijn kinderen moeten alle vragen durven stellen', zei een andere vader. Uiteraard hoef je dan niet alle antwoorden te weten; het kan juist goed zijn om je eigen verlegenheid met bepaalde vragen te laten merken.
Dat heeft ook veel te maken met een ander kernwoord: Durf je als ouder kwetsbaar op te stellen. Iemand merkte hierover op: 'Mijn kinderen moeten aan mij kunnen zien dat ik christen ben. Als ze dat niet kunnen zien, mogen ze me erop pakken. En dat wéten ze.'
3. Solidariteit met de kinderen. Een voorwaarde voor een open sfeer is dat ouders solidair zijn met hun kinderen, ook in hun onwil en ongeloof. Hoe reageer je op hun weerstand? Moet je niet erkennen dat het dezelfde weerstand is die je bij jezelf óók tegenkomt? 'Ik kan daar solidair in zijn', wist een vader. 'En dat zeg ik ook tegen ze: dat ik heel goed begrijp dat ze er niets van moeten hebben.' Dat is dus een heel andere reactie dan bijvoorbeeld: 'Je wilt zeker weer liever voetballen gaan kijken, hè?', met als ondertoon: 'Wat ben jij slecht!'
Die solidariteit uit zich niet alleen naar de kinderen, maar ook naar God toe. 'Het belangrijkste is datje weet wie je zelf bent en dat je niet anders bent dan je kinderen', zo formuleerde een vader het. Deze kennis leidt tot een besef van afhankelijkheid ten opzichte van God, ook als het gaat om de huisgodsdienst. Je kùnt het zelf niet tot stand brengen, want je bent van jezelf net zo arm als je kinderen. In het vorige artikel zeiden we het al: Biddende ouders zijn een voorwaarde voor vernieuwing in de huisgodsdienst.
4. Flexibiliteit in het gebruik van vormen. Huisgodsdienst is vooral een kwestie van gezins-levensstijl; iets wat het dagelijkse leven doortrekt. Dat betekent onder andere dat het niet goed is om het per se in bepaalde vormen te willen 'vangen'. Vormen zijn handig en belangrijk (in de hieronder te noemen literatuur wordt er een aantal genoemd), maar ze zijn niet heilig. Als Jos bijvoorbeeld niet hardop wil bidden, heeft het weinig zin om hem ertoe te dwingen. Zoek dan een andere vorm voor het gebed. Op dezelfde manier kan het op jongereen heel geforceerd overkomen, als er 's avonds om 7 uur opeens over het geloof gepraat moet worden. Daar moet dus flexibel en gevoelig mee omgegaan worden. Als er na het bijbellezen gereageerd wordt, is dat fijn, maar je kunt het niet dwingen. Dat moet je dus – in het algemeen gesproken – ook niet proberen. Trouwens, huisgodsdienst kan ook (soms beter) onder de thee of tijdens de afwas plaatsvinden; wanneer zich de gelegenheid maar voordoet en aangegrepen wordt…

'Minimum-optie'
Met bovenstaande in het achterhoofd kan misschien al gauw gebruik gemaakt worden van één of meer van onderstaande 'tips'. Daarbij gaan we ervan uit dat er op dit moment in het gezin sprake is van de 'minimum-optie': bijbellezing en stil gebed. Op zich is daar niets mis mee, ware het niet dat dit vaak een leeg en gedachteloos uitgevoerd automatisme is geworden. Onderstaande handreikingen kunnen dat automatisme mogelijk doorbreken. Waarbij overigens wèl bedacht moet worden, dat àlles op den duur een leeg automatisme kan worden…
– Vaak wordt automatisch de bijbel doorgelezen van Genesis 1 tot en met Openbaring 21, inclusief alle moeilijke tot zeer moeilijke boeken. Dat is uiteraard goed bedoeld, maar het is de vraag of het zo moet. We lezen toch niet om te lezen, zo van: 'Plicht gedaan, boek dicht'? We lezen om te begrijpen. En dan vragen bepaalde boeken of gedeelten nu eenmaal méér studie dan aan tafel gedaan kan worden. Het kan dus beter zijn om bewust díe boeken te kiezen, waarvan je verwacht dat de kinderen er iets van oppakken. Als je die keuze ook verantwoordt, kan dat gelijk aanleiding voor een gesprek zijn.
– Het bewust lezen kun je stimuleren – voor de kinderen èn voor jezelf! – door aan het begin kort te vertellen 'waar het gisteren over ging'.
– Net zoals je voor de kleinen een kinderbijbel gebruikt(e), kun je voor de ouderen Het Boek (de Bijbel in hedendaags Nederlands) lezen of laten (!) lezen. Leg dan uit dat dit niet de 'echte Bijbel' is, maar dat het wel kan helpen de Bijbel te begrijpen. Daarmee maak je impliciet duidelijk dat je maar niet 'leest om te lezen', maar dat je hoopt dat er ook nog iets mee gedaan wordt.
– Een andere mogelijkheid is dat je iedereen laat meelezen in een eigen bijbeltje. Net zoals de vorige zaken vraagt dit weinig inzet van de kinderen, terwijl je toch het bewust bijbellezen benadrukt.
– Als er ook nog kleine kinderen zijn, kun je je in de huisgodsdienst op hèn richten, door bijvoorbeeld na de vertelling uit de kinderbijbel vragen over het verhaal aan hen te stellen. De ouderen hoeven dan níet mee te doen aan een eventueel gesprek dat ontstaat, maar er mag wèl van hen verlangd worden 'de rit uit te zitten'. Leg aan hun uit waarom je dit doet, waarbij je erkent dat je hierin vroeger nalatig bent geweest.
– Het zou erg fijn zijn als er aan tafel een vrij gebed kon worden gedaan, waarin vader of moeder namens het gezin tot God spreekt. Waarschijnlijk vinden jongeren die dit niet gewend zijn het in het begin wel vreemd, maar zolang er van hen geen activiteit gevraagd wordt (onderwerpen noemen, zelf bidden), moet die hobbel te nemen zijn. Als je er zelf moeite mee blijft houden, kun Je beginnen met hardop een formuliergebed te bidden.
Meer vormen, zij het vooral voor 'gevorderden' op dit gebied, zijn te vinden in Drs. M. van Campen, Aangaande mij en mijn huis, uitg. Boekencentrum 1991 en in L. M. Vreugdenhil, Lees je bijbel, bid elke dag, idem. Maar misschien kan er beter eerst aan de 'akker' gewerkt worden…

Herman van Wijngaarden, Langbroek
staffunctionaris HGJB

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Huisgodsdienst met jongeren (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's