Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde (1)

De Apostolische Geloofsbelijdenis

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De komende tijd zullen de twaalf artikelen van het Apostolicum achtereenvolens door verschillende scribenten worden behandeld. De Apostolische Geloofsbelijdenis mag wel de vroegste belijdenis van de christelijke kerk heten. Eeuwenlang is gedacht dat het Apostolicum door de apostelen zelf zou zijn opgesteld. In de 15e eeuw rees daarover twijfel. Hoe het Apostolicum werkelijk is ontstaan is een niet opgehelderde vraag. De naam is echter de eeuwen door gehandhaafd omdat in de twaalf artikelen toch wel voluit de leer der apostelen wordt beleden.Tot vandaag wordt overal ter wereld het Apostolicum beleden. Daarom wordt er in deze kolommen een serie artikelen aan gewijd. Om te leren wat de kerk vanaf haar oorsprong kort en krachtig heeft geleerd en beleden.Red.

Introductie
In een serie artikelen zullen verschillende scribenten ingaan op de inhoud van de apostolische geloofsbelijdenis (de 12 artikelen). Als in Zondag 7 door de Heidelberger met kracht beleden is dat alleen diegenen die door een waar geloof Christus zijn ingelijfd, zalig zijn, wordt terecht in diezelfde zondag gevraagd wat nu een waar geloof is. Daarna komt vraag 22 naar voren: wat is dan een christen nodig te geloven? In het antwoord wordt verwezen naar datgene wat ons in het Evangelie is beloofd. De 12 artikelen worden naar voren geschoven als hoofdsom van het algemeen en ongetwijfeld christelijk geloof. Het gaat er dus niet alleen om: dat ik geloof. De daad van het geloof. Maar evenzeer is van belang: wat ik geloof. De inhoud van het geloof. Het feit dat ik geloof en de feiten waarin ik geloof.
Juist vandaag de dag is ook dit tweede element van groot belang. De uitdrukking 'ik geloof' is aan slijtage onderhevig. Het krijgt vaak iets louter subjectiefs. Iets oncontroleerbaars. Iets vaags. Calvijn typeerde deze belijdenis als volgt: 'want daar die in weinige woorden de hoofdstukken der verlossing aanroert, kan ze ons zijn als een schilderij, waarop we onderscheiden en stuk voor stuk de dingen zien, die in Christus opmerkenswaardig zijn'.
De belijdenis van de kerk is maar niet een lijst om ons kerkelijk leven heen, maar laat ons iets zien; iets onopgeefbaars. De 12 artikelen vullen het geloof in met de woorden uit de Schrift. Het 'ik geloof' wordt aangevuld met de onopgeefbare feiten waarin geloofd moet en mag worden. Zo houden de 'daad' van het geloof en de 'inhoud' van het geloof elkaar in balans. Zo komt er evenwicht in het leven van het geloof en in het leven van de gemeente.

De drieëenheid
De 12 artikelen zijn opgekomen vanuit het gebeuren rondom de Heilige Doop. Aan de persoon die tot geloof gekomen was, werd gevraagd: gelooft gij in de Vader? Gelooft gij in de Zoon? Gelooft gij in de Heilige Geest? Elk van deze drie vragen werd beantwoord met: ik geloof!
Deze belijdenis is uitgegroeid tot de belijdenis zoals die nu onder ons bekend is als de apostolische geloofsbelijdenis. Het stramien is en blijft het geloof in de Drieënige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. Zo heeft God Zich immers geopenbaard in Zijn Woord.
In het gesprek met de andere wereldgodsdiensten komt juist in onze eeuw telkens de waarheidsvraag naar voren; Wie is de ware God? De actualiteit van de 12 artikelen wordt hier al duidelijk. De ware God is die God die de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is. De Drieënige God. Dat is kenmerkend, typerend en beslissend voor het christelijk geloof.

Het eerste artikel
Wij luisteren nu samen in het bijzonder naar het eerste artikel: 'Ik geloof in God de Vader, Schepper van de hemel en van de aarde.' Als wij nu ingaan op de eerste Persoon van de Drieëenheid is het van belang om wel oog te houden voor de Drieëenheid als zodanig. Wij gebruiken vaak de onderscheiding:
De Vader houdt Zich bezig met de schepping, de Zoon met de verlossing en de Heilige Geest met de heiligmaking. Onderscheiden is goed; scheiden mag niet. Want bij de schepping zijn de Zoon en de Heilige Geest ook ten volle betrokken. En in het werk van de verlossing komt ook de liefde van de Vader openbaar. En is het optreden van de Heilige Geest ook geen vrucht van Christus' werk? Waarom dit zo nadrukkelijk gesteld? Om het werk van de Vader niet te isoleren van het werk van de Zoon en van de Heilige Geest. Om niet dit eerste artikel over het geloof in de God de Vader, de Schepper, als een opstapje te zien. Het is niet zo dat het bij het tweede artikel pas persoonlijk wordt, als het geloof in Christus naar voren wordt geschoven. Soms denken wij dat wij met onze eigen natuurlijke vermogens nog wel tot de formulering van het eerste artikel kunnen komen. Wij zien toch immers de zichtbare bewijzen van de schepping Gods om ons heen. Deze constatering dat God de Vader de Schepper is, komt dan op uit de mens zelf. Het vervolg van het belijden (in de Zoon en in de Heilige Geest) zou dan van een ander karakter zijn.

Ik geloof
Dit is niet terecht. Ook het eerste artikel luidt: Ik geloof in. Ook bij het eerste artikel gaat het om geloofskennis. Wij komen niet tot deze conclusie na een lang denkproces. Hier wordt geen constatering gedaan. Nee, ik geloof. Dit is hetzelfde geloof dat in één adem zegt: Ik geloof in Jezus Christus… Ik geloof in de Heilige Geest. Wie tot God komt, moet immers geloven dat Hij is. Ik haast me echter wel om te zeggen, dat degene die niet gelooft dat God de Vader en de Schepper is, in de bijbel wordt aangeduid als 'dwaas'. De dwaas zegt in zijn hart er is geen God.
We komen niet tot deze belijdenis op grond van onze eigen inzichten; wie echter niet tot deze belijdenis komt, kan zich niet achter zijn onwetendheid verschuilen. In het geloof belijd ik Hem als God, als Vader, als Schepper. Dat geeft troost. Maar God blijft God en blijft Schepper t.a.v. ieder mens. Ook al is er geen geloof. Zijn bestaan wordt in het geloof beleden, maar is niet van het geloof afhankelijk.

Accentuering
Waarom moet zo benadrukt worden dat hier al over het persoonlijk geloof gesproken wordt? Omdat er vandaag de dag invloeden zijn die het christelijk geloof versmallen tot de persoon van Jezus Christus alléén.
Natuurlijk is de Schrift heel duidelijk door te stellen dat niemand tot de Vader komt dan door de Zoon. Maar als de Zoon ons tot de Vader brengt, brengt Hij ons juist tot de kennis van de Schepper van de hemel en van de aarde. Wij mogen het christelijk geloof niet verengen door alléén maar over Christus te spreken. Wij mogen niet de 'verlossing door Christus' over alle andere schriftgegevens heen leggen.
Juist vandaag de dag is het van onopgeefbaar belang deze 'algemene' lijn vast te houden. Ik geloof in God de Vader, de Schepper van de hemel en van de aarde. Dat geeft een geweldige kracht aan het christelijk geloof. Dat verleent er ook een geweldige claim aan. Ieder mens, ieder schepsel is immers door Hem geschapen. Laat de schepping niet overheerst worden door de verlossing; laat het eerste artikel niet worden overstemd door het tweede artikel. Want dan komen wij tot gevolgtrekkingen dat ieder mens ook al verlost is door Jezus Christus, ook al weet hij dat zelf nog niet. Nee, ieder mens is geschapen door Hem. Ieder mens kan en wordt door Hem ter verantwoording geroepen. Want welk mens is niet door Hem geschapen?! De Bijbel begint immers met Genesis 1 en niet met Lucas 2. De herschepping komt pas goed aan bod als eerst duidelijkepping hebben te verstaan.

Voorbeelden
De inwoners van Lystre worden door Paulus en Barnabas opgeroepen om zich te bekeren tot de levende God, Die gemaakt heeft de hemel en de aarde, en de zee en al hetgeen in dezelve is (Hand. 14 : 15). De gemeente in het Nieuwe Testament die met verzet en vijandschap te maken krijgt, is veilig en geborgen bij God omdat ze God aanroept als: Heere, Gij zijt de God, Die gemaakt hebt de hemel en de aarde, en de zee, en alle dingen, die in dezelve zijn (Hand. 4 : 24).
En in het boek Openbaring vallen de 24 ouderlingen voor God neer en klinkt de lofprijzing: Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen (Openb. 4 : 11).
Het eerste artikel van de geloofsbelijdenis is onopgeefbaar. Ik geloof in God de Vader. Zo wordt God beleden. Als Vader. Van eeuwigheid is Hij de Vader van de Zoon, van Jezus Christus. In de herschepping wordt, Hij op grond van Christus' verdienste en door het getuigenis van de Heilige Geest, Vader van de gelovigen.
Ook ten aanzien van de Schepping wordt God Vader genoemd. In artikel 8 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt beleden: De Vader is de oorzaak, oorsprong en begin aller dingen, zowel zienlijke als onzienlijke. Hij is Vader. Hij is Schepper. Alles wat er is, is van Hem. Daar kan en mag Hij aanspraak op maken. Hij is de Vader van al het geschapene. Hij heeft deze schepping gewild. Hij heeft alles met deze schepping te maken.

C. van Duijn, Krimpen a. d. IJssel

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's