Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederland loopt met secularisatie bijna voorop in Europa

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederland loopt met secularisatie bijna voorop in Europa

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland is na de vroegere DDR het meest geseculariseerde land van Europa. In ons land geloofde in 1991 nog 55 procent van de bevolking in God, in Oost-Duitsland was dat 25 procent. Polen, het geboorteland van paus Johannes Paulus II, is met 94 procent religieus koploper in Europa.
Dit blijkt uit Secularisatie in Nederland, 1966-1991, een studie van het Sociaal-Cultureel Planbureau, die donderdag is gepubliceerd.
In 1991 beschouwde 52 procent van de Nederlandse bevolking zich gelovig, terwijl 16 procent een uitgesproken atheïstisch standpunt heeft. Het SCP onderscheidt vier groepen Nederlanders: de buitenkerkelijken (28 procent), de ontkerkelijkten, die wel godsdienstig zijn opgevoed (33 procent), de randkerkelijken (28 procent) en de mensen die frequent naar de kerk gaan (11 procent).
Het aantal Nederlanders, dat lid is van een kerkgenootschap, is tussen 1958 en 1991 gedaald van 76 naar 43 procent. Ongeveer 14 procent van alle Nederlanders nam in 1991 ten minste eenmaal per maand deel aan een kerkelijke activiteit. Hierbij is het bijwonen van kerkdiensten niet inbegrepen.
Van de leden van een kerkgenootschap ging in 1970 nog 57 procent één keer of (vaker) per week naar de kerk. In 1991 is dit 31 procent. Van de jonge rooms-katholieken (17-30 jaar) ging in 1991 nog slechts 3 procent eenmaal per week naar de kerk.
Na 1970, maar vooral na 1980 zijn veel rooms-katholieken buitenkerkelijk geworden. Van degenen die rooms-katholiek waren opgevoed, bleek in 1970 slechts 1 procent buitenkerkelijk te zijn geworden. In 1980 was dat 31 procent en in 1991 niet minder dan 48 procent. Door de jaren heen bleek het hervormde aandeel rond de 40 procent schommelen, terwijl de buitenkerkelijkheid onder degenen met een gereformeerde opvoeding steeg van 19 procent in 1970 tot 30 procent in 1991.
In de onderzochte periode is de tolerantie bij kerkleden toegenomen. Aan de hand van antwoorden op twee stellingen (Uw kind kiest een ander geloof en uw kind wil helemaal niet meer geloven) kwam het SCP tot de volgende conclusie. Het algemeen gemiddelde inzake religieuze tolerantie steeg van 37 procent in 1966 tot 66 procent in 1991. Voor de rooms-katholieken waren de percentages 36 en 73, voor de hervormden 47 en 63 en voor de 'gereformeerden' 27 en 50. Daarbij moet worden bedacht dat het SCP onder 'gereformeerden' niet alleen de leden van de Gereformeerde Kerken in Nederland verstaat, maar ook die van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Vrije Evangelische Gemeenten, de Oud-Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en idem buiten verband.
(ANP)


Steeds meer Nederlanders willen met geloof niet langer te maken hebben. En als ze geloven, dan denken ze steeds vaker daar geen kerkelijke organisatie voor nodig te hebben. Was in 1958 nog 75 procent van alle Nederlanders lid van een kerk, in 1991 was dat percentage gedaald tot 57, terwijl in het jaar 2000 nog 38 procent en in 2020 nog maar 27 procent van de bevolking kerklid zal zijn. Deze gegevens en prognoses zijn te vinden in een studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau 'Secularisatie in Nederland'.
Volgens het rapport van het SCP gelooft nu nog zo'n 52 procent van alle Nederlanders. Van die 52 procent beschouwt 16 procent zich als 'zeer gelovig' en 36 procent als 'enigszins gelovig'. In vergelijking met andere landen is Nederland een erg ongelovig land. Zo noemen zich van alle Filippijnen 94 procent en van alle Polen 92 procent gelovig. Voor de Verenigde Staten ligt dat percentage op 89 en voor Italië op 81. Groot-Brittannië (met 61 procent) en West-Duitsland (58 procent) komen al dichter naar de Nederlandse situatie toe. In Noorwegen zeggen 53 procent van alle mensen te geloven. Het enige land dat (ver) onder het Nederlandse cijfer schiet, is Oost-Duitsland, met twintig procent gelovigen.
Dat geloven en geloven twee zijn, is afleesbaar uit de antwoorden op tal van onderzoeksvragen, die in het SCP-rapport te vinden zijn. Zo zegt 41 procent van alle Nederlanders in de hemel te geloven, twintig procent in de duivel en vijftien procent in de hel. Ook het geloof in het vagevuur blijkt tanende: daarin gelooft nog acht procent (32 procent van alle Nederlanders is rooms-katholiek).
Hoewel de helft van alle Nederlanders zich nog gelovig noemt, is slechts 37 procent het eens met de stelling dat de Bijbel het woord van God is. Achttien procent voelt zich 'zeer nabij tot God'.
Er zijn veel meer mensen die vroeger wel geloofden, maar nu niet meer (twintig procent), dan mensen die vroeger niet geloofden en nu wel (acht procent). (…)
(N.D.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Nederland loopt met secularisatie bijna voorop in Europa

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's