Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Majesteitelijke overgave

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Majesteitelijke overgave

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, …Joh. 18 : 4a

Goddelijke wetenschap
De apostel Johannes mocht – geleid door de Heilige Geest – de Zaligmaker tekenen met heerlijkheid. Jezus is het Woord, dat in de beginne bij God was, en ook Zelf God is. Dit Woord is vlees geworden. De heerlijkheid van de Eniggeborene van de Vader schittert in Hem. (Joh. 1).
Deze heerlijkheid blijkt in de goddelijke wetenschap die Jezus op aarde had. Als de Zoon van God wist Hij de wil van God de Vader tot verlossing van zondaren. Het was Zijn lust om de wil van Zijn Vader te doen. Voor de Paasmaaltijd wist Jezus reeds, dat de ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot de Vader. (Joh. 13 : 1). Zijn gang naar het zwaarste lijden was voor Hem niet volslagen onbekend. Jezus wist alles wat over Hem komen zou. Daarom was de worsteling in Gethsémané zo zwaar geweest. De drinkbeker was vol van de toorn Gods over de zonde. Toch wilde Hij als Zaligmaker de drinkbeker, die de Vader Hem gegeven had drinken (vs. 11).
Jezus wist dat Judas met een bende naar de hof op de Olijfberg zou komen om Hem gevangen te nemen. Hij wist het lijden dat komen zou in de verhoring door het Sanhedrin. Hij wist dat de Romeinse soldaten Hem zouden geselen en kruisigen. Hij wist van Zijn sterven, maar ook van de opstanding op de derde dag.
Jezus wist van Zijn eigen lijden. Zou Hij, Die nu als de biddende Hogepriester zit aan de rechterhand van Zijn Vader niet weten van het lijden van de Zijnen?
Wat is dit een troost in het geloof! Hij weet alle moeiten en zorgen. Hij weet van uw strijd tegen de zonden. Hij weet van uw nederlagen die u voor God moet bewenen. Hij wijst door Zijn Woord en Geest u op Zichzelf, de Hogepriester. Die bidt voor Zijn Kerk. Hij troost met Zijn offer, dat gebracht is tot een volkomen verzoening van de zonden.

Majesteitelijke overgave
Judas had de zaken goed georganiseerd. Zijn planning was uitstekend. De afgelopen nachten was Jezus vaak naar de hof op de Olijfberg geweest. Judas wist dit. Meermalen hadden zo overnacht op de Olijfberg (Luk. 21 : 37). In de stilte van de nacht zouden ze Jezus gevangen nemen in de hof Gethesémané. Een bende soldaten – wellicht niet alle 600 van het cohort, maar dan toch een aanzienlijk aantal – ging mee, samen met enkele dienaren van het Sanhedrin. De leiding was in handen van een belangrijk officier: een overste over duizend. Lantaarns en fakkels worden meegenomen en wapens zijn er genoeg. Een machtige bende met Judas als gids.
Jezus en zijn elf discipelen stellen hierbij niet veel voor. Zo schijnt het. Maar deze schijn bedriegt. Jezus is de machthebbende. Hij treedt op als majesteit. Hij treedt naar voren in het licht van de maan, van lantaarns en fakkels. Hij opent het gesprek: 'Wien zoekt gij?'.
Wat een tegenstelling met Adam en Eva in de Hof van Eden. Zij verborgen zich na de zondeval in het struikgewas. De Heere God moest hen tevoorschijn roepen: 'Waar zijt gij?'
Wat een tegenstelling met ieder onbekeerd mens die zich met zijn zonden verbergt in de duisternis. God Zelf moet de zondaar roepen uit de duisternis tot Zijn ontdekkend licht. Gode zij dank, het licht van God is in Christus Jezus een licht tot zaligheid!
Jezus had niets te verbergen en Hij wist wat over Hem komen zou. Hij ging uit… Toen uitgesproken was dat zij Jezus de Nazarener zochten, zei de Heiland heel kort: 'Ik ben het'. In het Grieks staat er alleen: Ik ben. Hierop ging de bende achterwaarts en viel ter aarde. Zo vol goddelijke majesteit waren deze woorden: Ik ben. In het evangelie naar Johannes lezen we: Ik ben het Brood des Levens, Ik ben de Goede Herder, Ik ben de ware Wijnstok, enz. Al deze Ik-ben uitspraken lopen uit op dit Ik ben in Gethesémané. Hier is het hoogtepunt. In Jezus als de Ik ben, openbaart Zich de Drieënige God. De Verbondsgod, Die Zichzelf aan Mozes (Ex. 3 : 14) bekend gemaakt had als: de Ik zal zijn. Die Ik zijn zal. Dit kan ook vertaald worden als: Ik ben, Die Ik ben.
Jezus als de Ik ben, had het initiatief en houdt het initiatief. Judas staat er maar bij. Over zijn verraderskus schrijft Johannes niet eens. Wat stelde die kus ook voor, als Jezus Zichzelf zo aanbiedt in Zijn overgave?
Waar zullen wij blijven, als deze Ik-ben zal wederkomen op de wolken? Zullen we dan zonder verschrikken voor Hem verschijnen? Of zullen we roepen: 'Bergen valt op ons en heuvelen bedekt ons?'
Hoe noodzakelijk is het om Hem hier op aarde te voet te vallen en te leren kennen in Zijn overgave voor Zijn volk.

Troostvolle overgave
Majesteitelijk was Jezus naar voren getreden. Als gezaghebbende had Hij Zelf de vragen gesteld. Zijn woorden waren met macht en wierpen Zijn vijanden ter aarde. Dit is tot troost, want dan is Hij ook nu de machtige om de Zijnen te verlossen van al de vijanden die hen benauwen. Zijn Kerk mag moed hebben temidden van alle verdrukking in deze wereld. Hij heeft de wereld overwonnen!
De ware gelovigen leven van het onuitsprekelijke wonder, dat de Heiland Zichzelf vrijwillig heeft overgegeven om gevangen genomen te worden. Hij, de majesteitelijke en de machthebbende, stak de hand naar voren om gebonden te worden. Dat deed Hij uit enkel zondaarsliefde.
Zo wilde Hij de wil van Zijn Vader volbrengen. Zo wilde Hij Borg Zijn om de schuld voor de Zijnen te betalen. Hij zal de drinkbeker van Gods toorn leeg drinken tot de laatste druppel toe. Tot verlossing van Zijn volk.
Hoe troostvol klinkt het uit Zijn mond: 'Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.' Het laatste is geen verzoek, maar een majesteitelijk bevel! Jezus liet Zich gevangen nemen, omdat Hij dat wilde tot heil van de Zijnen.
De discipelen konden en mochten Hem nu niet volgen. Petrus moest het zwaard weer in de schede steken. Jezus ging de weg van borgtochtelijk lijden alleen. Omdat Hij een enig en uniek Hogepriester wilde zijn, om Zichzelf te offeren voor de zonde.
'Waar Hij gebonden werd, opdat Hij ons zou ontbinden' zo lezen we in het Avondmaalsformulier. Mogen we door Gods genade instemmen met dit ons van het geloof? Dit kan immers alleen tot troost zijn, voor hen, die door het ontdekkende werk van de Heilige Geest er achter kwamen dat zij zelf gebonden zijn. Gebonden aan de macht van de zonde, de duivel en werelddienst.
Zalig, wie in de nood van het leven, omdat hij zelf de banden en boeien niet los kan krijgen, geworpen wordt op Christus alleen.
Zij die moeten zingen: 'ik lig gekneld in banden van de dood, daar de angst der hel mij alle troost doet missen' worden gewezen op Christus Die Zich vrijwillig liet binden. Hij sprak: 'Laat dezen heengaan'. Hij stelde Zijn discipelen in vrijheid. Nòg stelt Christus door Zijn volkomen Middelaarswerk zondaren in de vrijheid der kinderen Gods. Hij leert door Zijn Geest geloven en belijden: 'Hij gebonden, opdat Hij mij zou ontbinden!'

A. Jonker, Barendrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Majesteitelijke overgave

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's