Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Middeleeuwse devotie in de gereformeerde vroomheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Middeleeuwse devotie in de gereformeerde vroomheid

Gereformeerde en middeleeuwse vroomheid (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De man die de Nadere Reformatie tot op het niveau van de universitaire wereld tilde en die voor een internationale uitstraling daarom heeft gezorgd, de Utrechtse hoogleraar in de theologie Gisbertus Voetius, heeft een keer van Teellinck opgemerkt dat deze met recht voor een tweede Thomas à Kempis (doch gereformeerde) mocht worden gehouden. We mogen aannemen dat een man van Voetius' positie wist wat hij schreef Betekent dit dat er achter de puriteinse achtergrond van Teellinck en dus van de Nadere Reformatie middeleeuwse motieven liggen en dat derhalve in de genoemde gereformeerde vroomheidsbeweging katholieke devotie zichtbaar wordt? Of was de wens de vader van de gedachte toen Voetius dat aan het papier toevertrouwde en mag hem een pijnlijk gebrek aan historisch inzicht worden verweten?
Deze vraag kan ook anders worden gesteld. In het in de eerste aflevering van deze artikelenserie genoemde gereformeerde handboek over spiritualiteit is T. Brienen als schrijver van het opstel over de vroomheid in het Nederlandse gereformeerde Piëtisme de enige auteur die er geen moeite mee heeft om de middeleeuwse achtergrond en invloed van de gereformeerde vroomheid te erkennen. Heeft hij gelijk?

Curieus geval
In 1584 verscheen van de hand van de Engelse puritein Edmund Bunny A book of christian exercise. Dit handelt over de nood zakelijke bekering waardoor naamchristenen daadchristenen worden. Dit typisch piëtistische geschrift werd een enorm succes. In de loop van de tijd verschenen niet minder dan 32 edities. Ook inhoudelijk miste Bunny's traktaat zijn uitwerking in Engeland niet. Het was het middel waardoor de bekende latere puritein Richard Baxter op vijftienjarige leeftijd onuitwisbare indrukken en overtuigingen van zonde ontving. Bovendien was het de aanleiding tot de sensationele bekering van de toneelschrijver en losbol Robert Greene. Het werk werd in het Duits, het Nederlands en het Welsh overgezet. De tweede vertaling werd driemaal op de pers gelegd. Door een onbekende theoloog werd de Duitse vertaling in lutherse zin omgewerkt. Deze bewerking haalde zelfs een recordaantal uitgaven: namelijk 43, en werd bovendien in het Zweeds vertaald.
Bunny's boek, dat in gereformeerde kringen en in een later stadium ook in lutherse kringen zoveel opgang heeft gemaakt, blijkt in feite niet anders te zijn dan een puriteinse bewerking van een stichtelijk traktaat van de Engelse jezuïet Robert Parsons! Een op het eerste gezicht ongelooflijke zaak. Het geval van Bunny's boek gaat nog meer tot de verbeelding spreken wanneer men weet dat aan Parsons' geschrift een devotioneel handboek van de Spaanse jezuïet Gaspare Loarte ten grondslag ligt en dat beide uitingen van de laat-middeleeuwse rooms-katholieke devotie zijn.

Joseph Hall en Lewis Bayly
Bunny was met zijn rooms-katholieke vroomheidsbronnen binnen het Puritanisme geen uitzondering, maar veeleer een karakteristiek. Er zouden veel meer puriteinen genoemd kunnen worden, maar ik beperk mij nu tot twee. De eerste was een van de Engelse afgevaardigden naar de Synode van Dordrecht: Joseph Hall. Deze was weliswaar anglikaans bisschop, maar kende een puriteinse spiritualiteit. In zijn The art of divine meditation valt hij diverse keren op de kanselier van de Parijse universiteit Jean Gerson terug, terwijl hij maar liefst tientallen bladzijden aan Rosetum van de middeleeuwse Nederlander Jean Mombaer ontleent!
De tweede puritein bij wie devotionele invloed is af te lezen, is Lewis Bayly, wiens The practise of piety een populariteit en verspreiding heeft gekregen die alleen door het hoofdwerk van John Bunyan is overtroffen. Het is in negen talen vertaald en heeft meer dan tweehonderd uitgaven opgeleverd. Nauw toezien leert dat het bij dit boek gaat om een puriteins geschrift met een sterk middeleeuwse inslag.

Paschasius Baers
In 1600 verscheen de boekstaving van twee voorbereidingspreken op het Avondmaal, door de gereformeerde piëtist Paschasius Baers in 1597 in zijn gemeente te Leeuwarden gehouden: Een Geestelicke/ Schriftmatige/ Voorbereydinge tot den heyligen/ hoochweerdigen Sacramente des Avontmaels. Baer ­was karmelieter monnik in Gent geweest, die omstreeks 1579 tot de Hervorming overging. Men zou verwachten dat hij met deze keuze rooms-katholieke lectuur voorgoed achter zich had gelaten. De werkelijkheid blijkt evenwel voor een verrassing te zorgen. In zijn voorbereidingspreken komen vier stukken voor waarin hij – soms woordelijk – schatplichtig is aan De Imitatione Christi van Thomas à Kempis, zonder dat hij deze bron overigens met name noemt. De twee grootste stukken zijn onderdeel van Avondmaalsgebeden. Baers' calvinistische positie verhinderde hem kennelijk niet om ter zake van de vroomheid de voor-reformatorische tijd aan te boren.

Willem Teellinck
In 1624 zag van Teellinck het eerste deel van Sleutel der devotie het licht. In de uiterst interessante voorrede geeft de auteur de informatie dat De Imitatione Christi van à Kempis door veel gereformeerden wordt gelezen. Op zichzelf keurt hij dit niet af, maar wel is hij beducht voor de verkeerde invloed die de rooms-katholieke elementen van dit werk kunnen uitoefenen. Met zijn eigen werk wil hij een alternatief voor dat soort voor-reformatorische vroomheidslectuur bieden. Maar wat blijkt nu bij nader toezien? Dat Teellinck niet een geheel nieuw stichtelijk traktaat van gereformeerde signatuur heeft geschreven, maar dat hij allerlei stukken uit die devotionalia naar gereformeerde norm heeft gekuist en ze in een nieuw kader heeft gezet. Zonder het aan te geven ontleent hij tientallen pagina's over het Avondmaal aan een rooms-katholieke vertaling van à Kempis' hoofdwerk!
En dit is niet het enige. Zowel in zijn Soliloqvivm uit 1628 als in zijn Het Nieuvve Ierusalem uit 1635 incorporeert Teellinck een lange passage, waarin de ziel haar hunkering naar de volmaakte vereniging met haar Bruidegom verwoordt. In het laatste geschrift kan men tevens vrijwel een heel hoofdstuk uit De Imitatione Christi terugvinden. Bovendien volgt Teellinck in zijn Soliloqvivm heel duidelijk de gedachtengang van het gelijknamige geschrift van à Kempis. Als klap op de vuurpijl blijkt een groot gedeelte van het in 1656 uitgekomen tweede deel van Sleutel der devotie ontleend te zijn aan het tweede en derde boek van De Imitatione Christi. De behandelde onderwerpen zijn de zelfverloochening en het kruisdragen. Voetius had het dus wel degelijk bij het rechte eind toen hij Teellinck als een tweede, doch gereformeerde Thomas à Kempis typeerde!

à Kempis bij andere nadere reformatoren en piëtisten
De rol die à Kempis bij Baers en Teellinck speelt, is niet uitzonderlijk binnen de Nadere Reformatie en het Nederlandse gereformeerde Piëtisme. Velen uit deze beweging en stroming verwijzen naar hem of citeren hem. Een oppervlakkig uitgevoerd onderzoek heeft aangetoond dat dit in ieder geval opgaat voor: Wilhelmus à Brakel, Sixtus Brunsvelt, Casparus de Carpentier, Adrianus Cocquius, Theodorus de Lantman, Jodocus van Lodensteyn, Simon Oomius, Guiljelmus Saldenus, Willem Sluiter, Godefridus Udemans, Voetius en Hermannus Witsius. Verschillenden van hen slaan De Imitatione Christi met zoveel woorden hoog aan. Voetius roemt het zelfs als het na de Bijbel meest goddelijke boek! Voorts heeft het genoemde boek sporen in de gereformeerde piëtistische poëzie getrokken. Het vormt de brontekst van diverse dichterlijke produkten van de poëet en predikant Sluiter. Zijn collega David Montanus vervaardigde zelfs een berijming van de eerste drie boeken van à Kempis' geschrift, terwijl het laatste boek werd berijmd door de met Van Lodensteyn bevriende Waalse ouderling Abraham Godart. De gereformeerde piëtistische dichter Johan de Brune de Oude prijst Thomas à Kempis openlijk aan, terwijl diens hoofdwerk voor de befaamde poëet Jacob Cats in zijn ouderdom zeer geliefde lectuur was.
Naar te verwachten was, beperkt de verschijning van De Imitatione Christi binnen de Nederlandse gereformeerde vroomheid zich tot de eerste drie boeken. Het vierde, dat de communie tot onderwerp heeft, leende zich op het eerste gezicht niet voor overname. Het is daarom frappant en veelzeggend voor de betekenis die aan de traditionele devotie werd toegekend, dat Baers, Teellinck, Sluiter en Godart toch stukken daaruit overgenomen hebben, zij het dat zij die dogmatisch sterk hebben bijgeschaafd.

Andere middeleeuwers bij nadere reformatoren en piëtisten
Na Thomas à Kempis zijn er ook andere middeleeuwers die op grond van hun devotie een bepaald gezag in gereformeerde vroomheidskringen genoten. Hier kunnen namen genoemd worden als De Clemangis, Climacus, Gerson, Gregorius de Grote, Harpius, Lanspergius, Willem van Parijs, Peraldus, Ruusbroeck, Savonarola, Suso en Tauler. De moderne devoot Wessel Gansfort wordt door Oomius en vooral door Saldenus geciteerd.
Wat is de juiste interpretatie van al deze feitelijke gegevens? Hoe dachten de Nederlandse gereformeerde vroomheidsbeoefenaars eigenlijk over de Reformatie? In de volgende aflevering zal op deze vragen worden ingegaan.

W. J. op 't Hof, Nederhemert

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Middeleeuwse devotie in de gereformeerde vroomheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's