Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

…Die opgevaren is ten hemel…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

…Die opgevaren is ten hemel…

De Apostolische Geloofsbelijdenis (9)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hemelvaartsdag: glorie voor Christus, heil voor Zijn gemeente
Als zesde geloofsartikel vinden we in het Apostolicum de zinsnede: '…opgevaren ten hemel, zittende aan de rechterhand van God, de almachtige Vader…'. Betekenis en nut van dit heilsfeit willen we vanwege de veelheid van stof in een tweetal artikelen met u overdenken. Allereerst de belijdenis, dat Christus 'opgevaren is ten hemel'.

Een bestreden heilsfeit
'De Hemelvaartsdag behoort sinds jaar en dag tot de christelijke feestdagen, maar wat ervan over is, is een vrije dag, meer niet. Daaruit blijkt dat de christelijke wereld met de hemelvaart van Jezus Christus niet veel weet te beginnen', aldus prof. Kuitert in zijn 'Het algemeen betwijfeld christelijk geloof. Hij vindt dat overigens 'niet verwonderlijk'. Jezus' hemelvaart is in zijn ogen niet veel meer dan een 'ondergeschikt thema'. Niet 'echt gebeurd', maar een 'logische legende', die 'de hiaat' moet opvullen tussen het getuigenis van Zijn opstanding en Zijn zitten aan de rechterhand Gods. Overigens moeten we in de visie van Kuitert ook bij deze laatste twee zaken niet aan féiten denken, maar aan getúigenissen van 'beneden over Boven'.
Nu is Kuitert bepaald niet de eerste en de enige, die het heilsfeit van Hemelvaart ontkent. Onder invloed van de Verlichting, die de menselijke rede maakte tot de maat van alle dingen, werd reeds in de vorige eeuw de feitelijkheid van Jezus' hemelvaart heftig bestreden. De bekende Duitse dogmen-historicus Adolf von Harnack bijv. meende in zijn 'Das Apostolische Glaubensbekenntnis' (verschenen in 1892, het beleefde in vier jaar tijds maar liefst 27(!) drukken), dat de kerk er totaal verkeerd aan deed door dit geloofsartikel in haar belijdenis te handhaven. Jezus' hemelvaart zou niet veel meer dan een eigen creatie van Lukas zijn, niet behoren tot de wezenlijke inhoud van het Evangelie en van nauwelijks enige betekenis voor het geloof.
In onze eeuw is het vooral de invloedrijke Duitse nieuw-testamenticus Rudolf Bultmann geweest, die de pijlen van zijn kritiek ook op het heilsfeit van Hemelvaart richtte. De berichten daarover in de Schrift zouden gehuld zijn in een 'mythisch' gewaad, passend bij het antieke wereldbeeld, maar bij de huidige stand van de wetenschap als historische feitelijkheid volstrekt onhoudbaar.
We hebben enkele namen op een rijtje gezet. Genoeg om te laten zien, hoezeer het geloofsartikel van Jezus' hemelvaart een bestréden geloofsartikel is. Dat geldt overigens niet alleen de theologen, het geldt ook de gewone man. Velen halen vandaag de schouders op over wat de kerk op Hemelvaartsdag gedenkt. De natuurwetenschap ontdekte de 'oneindige' verten van het heelal. De ruimtevaart bracht mensen ver buiten onze dampkring en de spottende vraag weerklinkt: Wat moeten we in deze eeuw van natuurwetenschap en ruimtevaart nog aan met de hemelvaart? Zo is er niet alleen het geding om Jezus' opstanding, maar evenzeer het geding om Zijn hemelvaart. Waarbij het ene (de ontkenning van de hemelvaart) uiteraard in het verlengde ligt van het andere (de ontkenning van Zijn opstanding).

Het getuigenis van de Schrift
De Schriften spreken nochtans een duidelijke taal. Jezus' hemelvaart is geen 'mythe', evenmin een 'logische legende', maar onomstotelijk féit. Een werkelijkheid, waarvan Zijn eigen jongeren de oog- en oorgetuigen zijn geweest: Hij werd opgenomen, terwijl zij het zágen en een wolk nam Hem weg van hun ógen' (Hand. 1 : 9). Daarbij is het in het licht van het voorafgaande opmerkelijk, dat we de beschrijving van het hemelvaartsgebeuren juist bij Lúkas aantreffen. Lukas, die wel is aangeduid als de 'historicus' onder de evangelisten. De man die 'alles van voren aan naarstig onderzocht' heeft, opdat z'n lezers niet zouden bouwen op onzekere overleveringen, maar op 'dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben' (Luk. 1 : 1-4).
Vergelijken we Schrift met Schrift, dan komen we twee lijnen tegen. Allereerst wordt het feit van Jezus' hemelvaart beschreven in passieve bewoordingen. Als een opgenomen wórden (Luk. 24 : 51, Hand. 1 : 2, 9, 22 en 1 Tim. 3 : 16). In deze omschrijving ligt de nadruk vooral daarop, dat in Jezus' hemelvaart God, de Váder werkzaam is. Het is de Vader, Die Zijn Zoon opneemt. Die Hem uitermate verhoogt. Die Hem kroont met eer en heerlijkheid en Hem een plaats geeft aan Zijn rechterhand. In het verlengde van het 'opgewekt wórden uit de dood' is ook het 'opgenomen wórden in de hemel' een getuigenis van het feit, hoezeer Gods goedkeuring rust op het werk van Zijn Zoon. Het 'Amen' dat op de morgen van de verrijzenis klonk, wordt in Jezus' hemelvaart bekrachtigd en bevestigd.
Daarnaast wordt Zijn hemelvaart ook beschreven in aktieve termen. Als een scheiden (Luk. 24 : 51), een heengaan (Joh. 13 : 3, 14 : 28, 16 : 5 enz.), een weggaan (Joh. 16 : 7), een opvaren (Ef. 4 : 8). Bij deze woordkeus ligt de nadruk vooral hierop, dat de hemelvaart ook een eigen werk is van de Zóón. Het bevestigt de triomf, die reeds op de Paasmorgen openbaar kwam, toen Hij in koninklijke heerlijkheid opstond uit het graf. Als de zegevierende Koning keert Hij terug naar de hemel. Naar het Vaderhuis. Naar de heerlijkheid. Met in Zijn hand de machtige buit van Zijn kruisdood en opstanding. Omstuwd door tienduizendmaal tienduizenden engelen vaart Hij op. Welk een heerlijkheid. Welk een machtige werkelijkheid: 'Gij voert ten hemel op, vol eer/ de kerker werd Uw buit, o Heer'/ Gij zaagt uw strijd bekronen' (Ps. 68 : 9 ber.).
Hemelvaart betekent dus allereerst glorie en heerlijkheid voor Christus Zelf. Denk het u in: na Zijn diepe vernedering is er nu verhoging. Na het kruis de kroon. Na de helse smarten de ingang in de eeuwige vreugde. Welk een intense vreugde is dat voor Hem geweest! Weder te keren tot Zijn Vader. Als Overwinnaar over zonde, duivel en dood gehuldigd te worden in het hemelhof. Door Zijn Vader gezet te worden aan Zijn rechterhand. Hier schieten al onze menselijke woorden tekort. Tegelijk, wat een schuld, als de hemelvaartsdag er in ons kerkelijke leven zomaar een beetje bijhangt. Hij, de Vorst der aard' is aller hulde waard!

Een nuttig heengaan
Maar niet alleen voor Christus Zelf is Zijn hemelvaart van betekenis, het geldt evenzeer Zijn gemeente. Op het eerste gezicht moge dat vreemd lijken. Hemelvaart betekent immers scheiding. Hij vaart wég van Zijn discipelen en óp naar Zijn Vader. Is dat geen gemis? Geen achteruitgang? Een oud kinderversje luidt: 'Och, was Jezus nog aarde, aanstonds ging ik naar Hem heen'. Een opvatting, die ook vandaag nog altijd levend is in de gemeente. Maar wel volstrekt onjuist. Heeft Jezus niet Zelf tot Zijn discipelen gezegd: 'Het is u nút dat Ik wegga…' (Joh. 16 : 7). Zijn hemelvaart betekent dus voor Zijn Kerk geen verlies, maar winst. Geen achteruitgang, maar vooruitgang. Het is u nút, dat Ik wegga. Minstens drieërlei nut valt te noemen:
1. In Hebr. 9 : 24 lezen we: 'Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is (…), maar in de hemel zelf, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons', M.a.w.: Sinds Hemelvaart heeft Christus' gemeente een Voorspraak bij de Vader. Een Pleitbezorger en Voorbidder. Wat een wonder. Hij neemt het op voor allen, die door Hem tot God gaan. Hij is de hemelse Advocaat, Die zondaren vrijpleit op grond van Zijn eigen offer. De biddende en dankende Hogepriester, die al de Zijnen draagt op de vleugels van het gebed en zo instaat voor hun bewaring, hun thuiskomst, hun overwinning. Naar Zijn eigen belofte: 'Ik ga heen om u plaats te bereiden' (Joh. 14 : 1). Als het gaat over het nut van Zijn hemelvaart, dan tekent onze catechismus aan: 'Ten eerste, dat Hij voor het aangezicht van Zijn Vader onze Voorspreker is' (zondag 18 vr. en antw. 49).
2. Een tweede nut meldt Paulus in Efeze 2 : 6. Sterke nadruk valt in dat gedeelte op de eenheid, die er is tussen Christus en de Zijnen. Hij is Hoofd en Zijn gemeente is in Hem begrepen. Zodat toen Hij de kruisdood stierf, al de Zijnen met Hem deze vloekdood stierven. En toen Hij opgewekt werd uit de dood, toen werden ook al de Zijnen met Hem opgewekt. En zo ook met Zijn hemelvaart: oen Hij opvoer naar de hemel, kregen in Hem en met Hem ook al de Zijnen een plaats in de hemelse gewesten. De apostel schrijft: En heeft ons mede opgewekt en heeft ons mede gezet in de hemel in Christus Jezus'. In Christus' Hemelvaart ligt de Hemelvaart van al de Zijnen voor eeuwig gegarandeerd. Als het Hoofd boven is, zal het lichaam zeker volgen. Het kan nooit meer verdrinken. Nooit meer ondergaan. Om opnieuw onze catechismus te citeren: 'Ten andere, dat wij ons vlees in de hemel tot een zeker pand hebben, dat Hij als het Hoofd, ook ons Zijn lidmaten tot Zich nemen zal'.
3. Nog een derde nut valt te melden. Tijdens de viering van het laatste pascha zegt Christus: 'Het is nut, dat Ik wegga, want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen, maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden' (Joh. 16:7). Christus' Hemelvaart luidde dus ook de bedeling van de Geest in. Immers, pas als Christus verheerlijkt zou zijn, zou de Geest worden uitgestort. De Geest in al Z'n volheid en rijkdom. Zodat dankzij Zijn Hemelvaart Christus' gemeente niet alleen een Advocaat heeft in de hemel, maar ook een Advocaat, een Pleitbezorger op de aarde. Hij is Gods grote Getuige. Die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Die Christus verheerlijkt. Die in al de waarheid leidt. Die het vuur van geloof, hoop en liefde brandende houdt. Het grote onderpand van Christus' blijvende liefde en trouw tot Zijn Gemeente. Opnieuw onze catechismus: 'Ten derde, dat Hij ons Zijn Geest tot een tegenpand zendt, door Wiens kracht wij zoeken, dat daarboven is, waar Christus is, zittende ter rechterhand Gods en niet dat op de aarde is'.

Tenslotte
We kunnen slechts aantippen. Duidelijk moge zijn: hoezeer bestreden, Christus' hemelvaart is nochtans een gebeuren van onschatbare waarde voor de Kerk van Christus. Vanuit het apostolisch getuigenis: '…opgevaren ten hemel…' gaat dan ook de wekroep uit: Sursum Corda. De harten omhoog. Daar is Hij, de Gekruisigde, de Opgestane en ten hemel gevaren Zaligmaker. In Hem is alles, wat u nodig hebt. In Hem ligt het heil van al Gods strijders vast. En… vanaf Zijn troon stuurt Hij alles aan op de volle doorbraak van Zijn heerlijk Koninkrijk. Daarover echter een volgende keer.

L. W. Ch. Ruijgrok, Middelharnis

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

…Die opgevaren is ten hemel…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's