Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De enige Hoop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De enige Hoop

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanschouw het VerbondPsalm 74 : 20a

Asaf de dichter van deze psalm, is een veel geplaagd mens. Zijn beproeving is er elke morgen. Zijn geloof in de leiding Gods in zijn leven wordt aan alle kanten aangevochten. In de vorige psalm, de 73e, die ook aan hem wordt toegeschreven, ging het om zijn persoonlijke geloofsleven. Hij werd zo geplaagd, dat hij niet kon begrijpen dat God wist hoe moeilijk hij het had. Hij had toch beter verdiend. Maar na veel klachten kwam hij in het heiligdom, in Gods huis. Daar raakte hij het pak van zijn schuld en de last van zijn zorgen kwijt bij de Heere. Het was hem daar goed nabij God te zijn. Wij begrijpen hoe lief dat heiligdom, die plaats waar de Heere Zijn nabijheid deed ondervinden, voor Asaf is. Hier viel het snoer van Gods genade in een lieflijke plaats. Hij beminde dit heiligdom, dit Godshuis, op bijzondere wijze. Wanneer de Heere u in de kerk, in Zijn huis, onder de bediening van Zijn Woord, in de ruimte stelt, dan wordt die kerk u meer dan een stenen gebouw, meer dan zomaar een ruimte waar de gemeente zondag aan zondag bijeenkomt. Het is u een Bethel geworden, een huis Gods. Nooit vergeet u die plaats waar u zat toen de hemel openging en het God behaagde Zijn Zoon in u te openbaren. Het zingt dan in uw hart: Hoe lieflijk zijn mij Uw woningen, o Heere, der Heirscharen God. Zo beminde Asaf Gods heiligdom.
In deze psalm klaagt hij opnieuw zijn nood. Nu is hij er nog erger aan toe dan in de tijd, waarin hij psalm 73 dichtte. Nu ziet hij dat de vijanden hem en zijn volk die plaats, waar men God ontmoeten kan, hebben verwoest. Alles in het heiligdom hebben zij verdorven. De dienst der verzoening is verstoord. Moeten we hier denken aan de verwoesting van de heilige stad en de tempel in de tijd van de ballingschap of zoals sommigen, waaronder Calvijn, verklaren dat heel deze psalm slaat op de vijandschap van de duivel en de wereld tegenover Gods kerk van alle tijden? Deze psalm is dan een donkere tekening van de poging van satan het Verbond van God te verbreken. Altijd is hij er op uit om te verhinderen dat God Zijn Woord waar maakt en Zijn belofte vervult. Altijd heeft hij het voorzien op die plaatsen, waar de Heere Zijn Verbond en woorden als een schat laat uitstallen. Waar Zijn Woord gehoord wordt tot bekering en geloof. Waar de Heere wil komen en wonen in de tekenen van de sacramenten om Zijn volk te versterken in het geloof. Niets wat heilig is, wordt ontzien. Niets is veilig voor hem. Asaf weet dat ook zijn geloofsleven en dat van heel Gods gemeente wordt verstoord. Dat was het deel van het volk des verbonds in Egypte, in de tijd van de ballingschap, in de tijd van de eerste christengemeente.
Ook nu ontkomt de kerk niet aan deze aanvallen. Wij leven er middenin. Duizenden zijn al ten prooi gevallen aan de grootste vijand, het ongeloof. Kerken worden verkocht en moskeeën rijzen als paddestoelen uit de grond. Vrees bevangt ons dat alles wat ons om Christus' wil lief en heilig is, ons zal ontvallen.
Asaf worstelde in zijn tijd met de brandende vraag waarom God dit toeliet. Waarom, zo vraagt hij, zal Uw toorn roken tegen de schapen uwer weide? Zelf voelt hij zich machteloos die aanvallen af te slaan. Hij stelt geen strategie op om die vijanden te lijf te gaan. Hij kiest een betere weg. Dat is de vluchtweg tot Hem Die Zelf dit volk heeft geformeerd tot Zijn volk, de God van het Verbond. Hoewel het niet al Israël is wat Israël heet, is en blijft het toch het volk waaraan de Heere Zich met de eed van trouw had verbonden. Daar mag Asaf Hem op aanspreken. Geef het wildgedierte de ziel Uwer tortelduif niet over; vergeet de hoop der ellendigen niet. Aanschouw het Verbond.
Is er voor ons een andere weg? Neen toch. Ook voor ons persoonlijke leven, voor onze jongeren en voor het geheel van de kerk ligt er maar één weg open. Dat is de weg naar boven in de verborgen omgang met God. We mogen als kerk des Verbonds de Heere toch houden aan Zijn Woord? Zo zeker als God ons houdt aan de eis van het Verbond, mogen wij Hem houden aan de belofte van het Verbond.
Denk niet dat dit de weg is van de minste weerstand, een weg waarop de lijdelijkheid hoogtij viert. Asaf weet nog dat hij voor het aangezicht des Heeren een groot beest werd. Daar kwam zijn eigen schuld ook aan de orde. Toch is er geen andere weg. De troon der genade, waar de God des Verbonds zetelt, is de enige plaats waar zijn hoop op is gevestigd. Niet in alles wat hijzelf nog kan doen in eigen kracht. Het gebed is zijn enige wapen, zijn enige hoop. En waar kan hij en waar kunnen wij de Heere dieper raken in Zijn hart dan wanneer wij Hem aanspreken op Zijn eigen trouw?
Aanschouw het Verbond. Aanschouwen wil zeggen: in ogenschouw nemen. Zien wat het betekent, wat het inhoudt, er bij stil staan. Overzien wat er gebeurt met hen met wie God Zijn verbond sloot. Aanschouwen betekent: er niet aan voorbijgaan zoals de priester en leviet voorbijgingen met afgewend hoofd aan die gewonde man op de weg. Aanschouwen is zoals die barmhartige Samaritaan, die zag wat er met die man aan de hand was. Hij stak zijn handen uit, hij nam die gewonde op, hij richtte hem op. Zie, dat is aanschouwen. Aanschouw het Verbond. Wil aanzien wat er met Uw Verbondsvolk aan de hand is, met de kerk des Verbonds. Gedenk aan het Woord dat U eens hebt gesproken. O Heere neemt dit volk in Uw hand en richt het op uit haar vervallen staat. Aanschouwt haar moeite en verdriet. Zo werpt de kerk het grootste plechtanker gedurende de storm uit in geloof en vertrouwen. Zij hecht zich vast aan Gods trouw, aan Zijn waarheid, aan Zijn eigen belofte. Dat is het anker der ziel dat zeker en vast is, en ingaat in het binnenste heiligdom hierboven, waar Christus is, zittend aan de rechterhand van Zijn Vader. Hij is de Middelaar van het Verbond.
Aanschouw het Verbond. O Heere, zie ons dan aan in deze Middelaar, de Heere Jezus Christus. Van Hem geloven en belijden wij dat Hij is de Koning, Die verlossingen werkt in het midden der aarde. Dat is dan toch ook in het midden van de kerk des Verbonds.
Aanschouw het Verbond. Dat is geen krachteloos gebed als u weet met de Heere in een Verbond gekomen te zijn. Dan weet u ook van de keerzijde daarvan. Dat is het leven in een nieuwe gehoorzaamheid, het leven van geloof en bekering, dan weet u wat het betekent, nauw verbonden te zijn met de enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Dan weet u van een nieuw godzalig leven. Zo zal de Getrouwe Verbondsgod Zijn belofte vervullen, dat uw gebed voor uzelf, voor uw nageslacht en voor de kerk niet ijdel, niet tevergeefs zal zijn. Hij zal Zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn Verbond gedenken.
De Heere laat Zijn Verbond nooit los. Hij zal nooit herroepen hetgeen Hij eens heeft gesproken. Daar mag u Hem aan houden. Maar Hij houdt ons ook aan ditzelfde Verbond. Indien wij dit ontkrachten, dan mogen wij zeker voor zijn straffen beven. Dan zullen wij weten dat we ons tegen de belofte van dit Verbond verhard hebben.
Aanschouw het Verbond. Dat zegt de Heere ook tegen ons. Vergeet dan Zijn Verbond en Woorden niet.

C. van den Bergh, Ridderkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De enige Hoop

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's