Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. H. van de Bank e.a. (red.): Kennen en vertrouwen – Handreiking bij de prediking van de Heidelbergse Catechismus. Boekencentrum, ƒ 72,50.
In 1991 werd in de synodevergadering van de Nederlandse Hervormde Kerk gepleit voor de leerdienst en daarbij werd de wenselijkheid geuit van regelmatige catechismusprediking. Uitgeverij Boekencentrum nam daarop het initiatief te komen tot een bundel preekschetsen ten dienste van deze catechismusprediking. Een redactie van zes personen werd gevormd (J. H. van de Bank, G. Bos, F. G. Immink, A. Noordegraaf, M. J. G. van der Velden en W. Verboom) en deze zocht en vond een achttiental medewerkers (G. H. Abma, M. van Campen, W. Dekker, G. van den End, H. G. de Graaff, G. C. den Hertog, P. van den Heuvel, J. Hoek, A. Kool, H. de Leede, H. C. Marchand, H. C. van der Meulen, G. J. Mink, W. van 't Spijker, J. Stelwagen, J. D. Th. Wassenaar, L. Westland en L. G. Zwanenburg) en met elkaar werd deze handreiking samengesteld.
Bij het lezen kwam me de titel van dr. G. Oorthuys' bekende boek in de gedachten: De eeuwige jeugd van Heidelberg. Op zich heeft die titel in onze oren iets overdrevens, toch heeft de inhoud van de Heidelberger inderdaad iets over zich van een eeuwige jeugd. 'De catechismus is niet uitgediend, al is hij een oudgediende' (ds. L. Kievit). Ik vind het de verdienste van dit nieuwe boek over de catechismus, dat dat ook helder wordt in iedere bijdrage. Dr. A. Noordegraaf opent het boek met een inleiding over 'De Catechismusprediking'. Hij geeft aan dat achter deze uitgave de overtuiging schuilgaat dat het zinvol is ook in de jaren negentig van deze eeuw de inhoud van dit klassieke leerboek van de kerk aan de orde te stellen. Toch gebeurt het met een zekere verlegenheid vanwege de vraag hoe we de relevantie van wat vier eeuwen geleden is gezegd kunnen laten oplichten voor onze tijd. Noordegraaf wil daarmee onderstrepen dat het nodig is om een taalbrug te slaan van toen naar nu om een loutere 'herhaling van zetten' te voorkomen. Deze pretentie wordt ook waar gemaakt.
Daar ligt de kracht en ik zou bijna zeggen de glans die deze studie uitstraalt. Glans die de inhoud van het belijden volop blijkt te hebben ook in en voor onze tijd. Dat is bereikt door sterke nadruk te leggen op de hermeneutische kanten in de bezinning op de prediking uit de catechismus. Noordegraaf gaat daar ook op in in zijn inleidend artikel. De catechismus is de Schrift niet. In gemeenten zijn altijd mensen die niet enthousiast zijn over catechismusprediking, want zeggen ze, de Bijbel is dik genoeg en de catechismus is een menselijk geschrift.
Het is, dunkt me, een heilige kunst steeds weer te laten merken dat de Heidelberger voluit Schriftuurlijk is en geheel doordrenkt is van bijbels denken. Alleen, en daarin hebben genoemde gemeenteleden wel gelijk, de tekst van de catechismus heeft niet hetzelfde gezag als de tekst van de Schrift. Uit de catechismus preken vandaag is niet klakkeloos nazeggen wat daar staat. Immers, onze vaderen hebben toen vanuit de vragen van hun tijd en geconfronteerd met afwijkingen van de Schrift getracht hèt geloof van de kerk der eeuwen te belijden. Wij kunnen vandaag van die antwoorden leren: hun Schriftnabijheid en hun Schriftgehoorzaamheid. Intussen staan wij na vier eeuwen ook voor verschillende andere fronten dan zij toen. Noordegraaf noemt dat de tijdgerichtheid en de tijdbetrokkenheid van dit leerboek der kerk. De catechismus wijst ons een heldere bijbelse weg om te bewaren ook voor onze tijd het geheim van de Schrift zelf.
Verhelderend is ook wat Noordegraaf schrijft over de aandacht voor de plaats van de hoorder in de prediking. Wat zijn bepaalde uitdrukkingen van de catechismus gaan betekenen in de gemeenten? En is dat nog hetzelfde als wat er aanvankelijk mee werd bedoeld? De bekende uitdrukkingen zijn lang niet meer bij iedereen bekend. We hebben ons voortdurend af te vragen of de inhoud van dit belijden wel werkelijk landt in het leven van de gemeente van nu. De redactie heeft dit doel willen bereiken via de opzet van de postillen. Na een rubriek 'eerste indrukken' en een 'beknopte uitleg' volgt de rubriek 'vertolking' gevolgd door 'aanwijzingen voor de prediking'. In de uitleg wordt door velen historische achtergrond geboden van het belijden, maar tegelijk ook de ontwikkelingen na 1563 in de geschiedenis van de theologie. Om slechts een enkel voorbeeld te geven: de toelichting bij de Zondagen 5 en 6 bevat een uitvoerig exposé over de bedoelingen van Anselmus, wiens gedachtengang achter de inhoud van deze zondagen staat. Bij de bespreking van de Zondagen 9 en 10 wordt ruime aandacht geschonken aan de oorsprong van dit belijden toen, maar tegelijk ook aan de grote moeite die velen hebben gekregen door de eeuwen heen met de inhoud ervan.
Bij de toelichting op Zondag 17 komt de hele discussie o.a. door F. O. van Gennep opgeroepen over de aard van de lichamelijkheid van de opstanding aan de orde. En zo zouden er nog vele andere voorbeelden te geven zijn. De toon is steeds positief, gericht op de verkondiging van nu, vanuit een sterke verworteling in de inhoud van het belijden zelf We willen onze genoemde collegae danken voor hun inzet om ons dit boek in handen te geven. Om het met de ondertitel van Th. L. Haitjema's boek over de catechismus uit 1962 te zeggen: ze hebben ons opnieuw aangetoond hoe de Heidelberger 'klankbodem is voor het actuele belijden van onze kerk'. Dank geldt ook de uitgever voor het initiatief èn voor het produkt dat daar het gevolg van is. Een voornaam uitgegeven boek voor niet veel geld: 475 bladzijden voor deze prijs is echt niet veel. Het is tegelijk een diepteinvestering voor allen die soms bijna wekelijks in leerdiensten mogen voorgaan, maar ook voor catecheten bij de voorbereiding van catechisaties en kringen over bepaalde themata uit de geloofsleer.
J. Maasland

Herman Amelink, Paulus. De apostel en zijn evangelie, 224 blz., ƒ 39,50. Uitgeverij Van den Berg, Kampen 1994.
Paulus neemt in het Nieuwe Testament, maar ook in de geschiedenis van de bijbeluitleg, een belangrijke plaats in. Men zou een kerkgeschiedenis kunnen schrijven aan de hand van de uitleg van de Romeinen- en de Galatenbrief door de eeuwen heen. Ds. Amelink, emerituspredikant van de Nederlands Gereformeerde Kerken, gaat in dit boek na wat Paulus tot zo'n unieke figuur maakt. Zowel de feiten van Paulus' leven en zijn plaats in de toenmalige antieke wereld, alsook de voornaamste elementen van zijn prediking komen ter sprake. De auteur laat ook zien hoe het Paulinisch getuigenis op cruciale momenten in de geschiedenis van de kerk een rol heeft gespeeld. Met name gaat Amelink in op de thema's van de rechtvaardiging alsmede Paulus' getuigenis aangaande Israël. De auteur heeft een heldere trant van schrijven en draagt heel wat aan, wat voor de lezer dienstig is.
Een manco vind ik, dat het boek door de opzet wat op twee sporen hinkt. De schrijver vraagt aandacht voor de theologiegeschiedenis, bespreekt op tal van punten dogmatische kwesties, maar ontkomt daardoor niet aan het gevaar, dat de bespreking van de inhoud van de brieven overwoekerd wordt door allerlei theologische stellingnamen. Te snel wordt hier en daar de actualiteit er bij gehaald. Ook is het jammer, dat in deze voor een breed publiek geschreven studie geen aandacht gegeven wordt aan de recente discussies over de theologie van Paulus. Ik mis bijvoorbeeld een verwijzing naar de werken van E. P. Sanders, H. Hübner, J. Beker, A. S. Segal en P. Stuhlmacher, die elk op hun wijze uitvoerig over Paulus en zijn theologie geschreven hebben. Daardoor heeft het boek toch iets gedateerds en is het weinig verrassend. Ook wordt mijns inziens niet waargemaakt wat op de achterflap te lezen staat, dat het boek in debat gaat met de theologische stromingen van deze tijd. Kan men anno 1994 een boek over de theologie van Paulus schrijven, zonder bijvoorbeeld in te gaan op de uitdagende stellingname van Sanders
Ondanks deze bezwaren nam ik toch met waardering kennis van deze studie.
A. Noordegraaf, Ede

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's