Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het 'gouden ogenblik' – ideaal of illusie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het 'gouden ogenblik' – ideaal of illusie

Het COGG wendt de steven

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Talrijk zijn de ontmoetingen op interkerkelijke bijeenkomsten binnen de zogeheten Gereformeerde Gezindte, waarbij steevast wordt gezegd, dat we elkaar zo hard nodig hebben, dat we elkaar niet missen kunnen en dat de kerkelijke gescheidenheid toch zo droef is. En vervolgens drinken we weer koffie en steken we een sigaar op.
Heerlijk was en is het voor velen in vakantietijd eens samen te kerken met mensen uit andere kerken of zelfs eens een kerkelijk uitstapje te wagen. Thuis gekomen echter nestelt men zich weer in het eigen kerkelijke huis.
Talrijk zijn de jaren door ook de conferenties geweest, waarop het vraagstuk van de kerkelijke verdeeldheid oftewel de noodzakelijke eenheid aan de orde kwam. En alles bleef zoals het was.


Talrijk zijn intussen ook de bijeenkomsten geweest van het Contact Orgaan voor de Gereformeerde Gezindte (COGG), waar drie maal per jaar in kleine kring wordt nagedacht over kerkelijke eenheid van gereformeerde belijders. En van jaar tot jaar werden de agenda's getrokken om de agenda voor de volgende vergaderingen vast te stellen.
Wat met groot élan, op initiatief van prominente gereformeerden en christelijke gereformeerden (K. Dijk, G. Wisse, W. Kremer) begon, is gaan uitlopen op een, wat de eenheid betreft, amechtig hoopske mensen – ik behoor er ook zelf toe en spreek dus van binnenuit – dat van jaar tot jaar een meestal matig bezochte conferentie belegt, waar steevast dezelfde getrouwen goeddeels van meer dan middelbare leeftijd samen komen.


Wat ìs het COGG ook, als het er helemáál op aankomt. Drie kerken zijn middels een deptutaatschap officieel vertegenwoordigd:
de Gereformeerde Kerken, die voor hun vertegenwoordiging mensen aanwijzen uit de rechterflank, goeddeels uit de kring van het Confessioneel Gereformeerd Beraad;
de Christelijke Gereformeerde Kerken, met ds. J. H. Velema als onvermoeibaar vertegenwoordiger vanaf het begin; hij is nog altijd secretaris van het COGG en geeft de moed ondanks alle teleurstellingen niet op;
de Nederlands Gereformeerde Kerken, met de laatste jaren ds. Z. G. van Oene als voorzitter van het COGG.
De Gereformeerde Gemeenten zijn niet officieel vertegenwoordigd. Ze hadden in het verleden nog wel enkele predikanten, die op persoonlijke titel deel uit maakten van het COGG, maar tot voor kort resteerde nog slechts één ex-ouderling, de overigens zeer toegewijde heer A. de Visser uit Middelharnis.
De Vrijgemaakten hadden soms ook iemand op persoonlijke titel in het COGG (dr. R. H. Bremmer en Ton Bolland) maar de kerkelijke afgeslotenheid van de vrijgemaakten verhinderde (tot nu toe) kerkelijke deelname.
De Gereformeerde Bond is weliswaar ruim vertegenwoordigd in het COGG maar is geen kerk.

Afgenomen animo
Tekenend is echter vooral, dat in de loop der jaren de hartstocht om eenheid binnen de Gereformeerde Gezindte eerder afgenomen is dan toegenomen. In de om zich heen slaande ontkerstening mogen dan van tijd tot tijd extra dierbare gevoelens van heimwee naar elkaar worden verwoord, de afstandelijkheid is in de praktijk alleen maar groter geworden en de kerkelijke verdeeldheid verder toegenomen. Elk kerkverband tracht te redden wat te redden valt. Men komt niet verder dan consolideren of de gelederen sluiten.
Hervormde gereformeerden, die, wanneer men stemmen van buiten de Hervormde Kerk tenminste geloven mag, zo ongeveer de sleutel in handen hebben voor de kerkelijke eenheid van gereformeerde belijders, worden lam gelegd door het tijd- en energieverslindende Samen op Weg proces. Dit proces wordt bovendien vaak als zó Geestloos wordt ervaren, dat geen echte inspiratie wordt opgedaan voor kerkelijke eenheid. We worden er zo nameloos moe van. Wie steeds bezig is zich negatief op te stellen jegens concrete pogingen tot eenheid, loopt het gevaar aan een positieve bijdrage tot eenheid van andere aard niet meer toe te komen.
Tegelijkertijd zien hervormde gereformeerden, dat gereformeerden buiten de Hervormde Kerk nog zelfs geen vermóéden van eenheid aan de dag leggen, alle artikelen en mooie woorden ten spijt, en alle nadruk op de Formulieren van Enigheid ten spijt.


Persoonlijk moet ik bekennen, dat mijn verwachting voor kerkelijke eenheid van gereformeerde belijders de jaren door behoorlijk is getaand. De idealen van weleer hebben plaats gemaakt voor diepe scepsis, ondanks het hoge ideaal van Groen van Prinsterer inzake de Gereformeerde Gezindte.
Op 6 november 1972 vond, om een voorbeeld te noemen, bùìten het COGG om, een drukbezochte conferentie van predikanten uit de Gereformeerde Gezindte in engere zin plaats. Men zie het boekje 'Tien keer gereformeerd'. Sprekers waren ds. C. den Boer (Hervormd Gereformeerd), prof. dr. W. H. Velema (Chr. Geref.) en ds. A. Vergunst (Geref. Gemeenten). Uit de drie kerkgenootschappen, waaruit de sprekers voortkwamen, waren de predikanten in groten getale opgekomen. Het was een indrukwekkende dag, waarop nog echt verlangen naar eenheid bleek. Naar mijn overtuiging is er sindsdien zoveel verschoven en toegesloten, dat een dergelijke conferentie vandaag niet meer mogelijk zou zijn. Voor ds. A F. Honkoop bijvoorbeeld, praeses van de synode de Gereformeerde Gemeenten, die al eerder gezegd heeft niet wakker te liggen van de 'kleine oecumene', is er – ik citeer het RD – 'geen kerk die méér predikanten erkent dan het curatorium van zijn eigen kerken voor zijn rekening durft nemen.' Dat moet dan wel een select en bijna onfeilbaar gezelschap zijn. Maar afgezien daarvan, hoe anders is deze taal dan die, welke ds. A. Vergunst in zijn lezing toen bezigde. 'Quis non fleret? Wie zou niet wenen?' schreef hij eerder.


Alleen wanneer de Geest in en dóór al onze hokjes zal gaan blazen, zou er in de weg van afbraak misschien nog iets kunnen opbloeien. Zo min als Samen op Weg alle tobberaties waard is, zo min zijn lijmpogingen binnen een amechtige Gereformeerde Gezindte nog de moeite waard. De amechtigheid van het COGG is de amechtigheid van de Gereformeerde Gezindte zelf.
Ooit zei mij prof. C. Veenhof – wijlen de grijze eminentie van de 'buitenverbanders' – dat hij door al zijn kerkelijke zekerheden was heengezakt. Dat is kennelijk nog lang niet overal het geval. We zullen daarom niet veel verder komen dan ontmoetingen van tijd tot tijd in de interkerkelijke sfeer (en dat is al heel wat), zonder kerkelijke consequenties. En hier en daar enige plaatselijke samenwerking, waarvoor kerkelijk overigens geen groen licht wordt gegeven.

Initiatief
Dit artikel wordt intussen ook weer niet zonder óórzaak geschreven. Er is op dit moment immers sprake van een nieuw initiatief binnen het COGG.
Laat ik allereerst dan ook mijn opmerkingen hierboven over de amechtigheid van het COGG iets bijstellen. Sinds enige tijd wordt namelijk serieus nagedacht over een ecclesiologische consensus – een overeenstemming inzake het kerk zijn – van kerken van gereformeerde confessie. Het initiatief daartoe is op gang gekomen na een bezoek, dat ds. B. J. Aalbers jaren geleden bracht aan het COGG, om daar, als secretaris van de Raad van Deputaten Samen op Weg, iets te zeggen over de kerkelijke en confessionele basis van het SOW proces. Hij werd toen van alle kanten onder vuur genomen. Wat was nu binnen SOW ècht consensus, ècht confessionele overeenstemming? Welk kerkbegrip zat daarachter? Welnu, ds. Aalbers mocht toen bepaaldelijk ook wel een tegenvraag stellen, namelijk hoe het met die overeenstemming dan wel gesteld was binnen kerken van gereformeerde confessie. En sindsdien toog men – ik moet zeggen: togen we – aan het werk binnen het COGG. Maar het vlammetje was al spoedig weer gedoofd.
Enige tijd geleden is het vuurtje'echter weer aangewakkerd. Thans vinden vruchtbaarder gesprekken hierover plaats dan ooit. Naar het zich laat aanzien komt binnenkort het resultaat van besprekingen over een consensus naar buiten.


'We hebben toch artikel 27 tot 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis?', verzuchtte intussen al op voorhand prof. dr. W. van 't Spijker. Waaròm dan nog zo'n consensus? Als het echter zo simpel lag… Dan hadden de Christelijke Gereformeerden en de Vrijgemaakten elkaar in hun besprekingen toch al lang moeten vinden? Het is echter kennelijk nodig allerlei verabsoluteringen, die zich in de onderscheiden kerken van gereformeerde confessie hebben ontwikkeld, weer tot het éne gereformeerd belijden – onverkort en ondubbelzinnig – terug te brengen.

Concreet
Maar er is nu ook een ànder concreet initiatief. Het COGG wil meer naar de basis, meer naar het kerkvolk, wèg van de kerkelijke top. Er komen regionale samenkomsten. De heer K. Bokma, sinds enige tijd ook op persóónlijke titel vanuit de Gereformeerde Gemeenten lid van het COGG, is de aanjager van dit initiatief. Het COGG moet zich richten op 'de onderstroom van de Gereformeerde Bond, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten', zegt hij.
Zo wil het COGG dan vanuit 'het grondvlak' aansturen op een kerk, die waarlijk 'katholiek gereformeerd is', kennelijk gestuwd van ònderop en niet geleid van bóvenaf. Overigens heeft men hier dan in eerste instantie het oog op de Gereformeerde Gezindte in enger verband.
Tussen twee haakjes: de Gereformeerde Bond moet dan wel eerst afscheiden. Dat zou het 'gouden moment' voor kerkelijke hereniging zijn, aldus ds. J. H. Velema. Alsof dat zo maar kan. Hier duikt weer dat hardnekkige misverstand op, als zou de Gereformeerde Bond een kerk binnen de kerk zijn. Voor zo'n katholiek gereformeerde kerk zullen slechts groepen of groepjes mensen afscheiden (moeten) van de volkskerkgemeenten. Volledige gemeenten, wanneer die uittreden, zullen bij die katholiek gereformeerde kerk geen aansluiting (kunnen) vinden.
Een gezuiverde Hervormde kerk, waartoe afgescheidenen zeggen te kunnen en willen toetreden, is vooralsnog, kerkrechtelijk gezien, een fictie.

Positief
Maar laat ik me allereerst positief uitlaten over het initiatief als zodanig om het COGG meer naar de basis te brengen. Het geeft mensen in de gemeenten immers de gelegenheid geestelijk bezig te blijven met de nood van de gescheidenheid, die maar al te vaak niet meer als nood wordt gevoeld. Uit de opkomsten van de beoogde regionale bijeenkomsten zal blijken hoe diep het allemaal bij de mensen nog zit.


Daar komt nog wel iets bij. Veranderingen van bovenaf zijn bijna onmogelijk, zegt Bokma. 'Het geweten van het grondvlak moet worden losgeweekt.' Ik kan wel begrijpen wat de heer Bokma bedoelt. De kerkelijke structuren, de kaders waarin allerwegen een bepaalde kerkelijke 'top' werkzaam is, de synodale verbanden, het zijn allemaal te weerbarstige structuren om eenheid nog te bevorderen. Maar: aan de basis kan men nu wel zeggen, dat het anders moet, kan men zelfs – en ik hoop dat het zo is – hartstochtelijk om eenheid vragen, zodra één en ander echter ten uitvoer gelegd moet worden, vraagt dat weer om mensen, die er leiding aan geven. Dan wordt 'van onderop' toch weer 'van bovenaf'. Want we blijven toch wèl een geordende kerk bedoelen, compleet met de ambten en de ambtelijke vergaderingen! Dat is toch ook voluit gereformeerd!
Bovendien, ook de 'kerkelijk top' bestaat uit mensen, die hetzelfde heimwee (kunnen) hebben als mensen aan de basis. Ze behoren als het goed is toch zèlf tot de basis? Maar ook zij zijn individueel niet bij machte verandering in gevestigde structuren aan te brengen. Dat geldt binnen SOW, dat geldt ook binnen de vastgeroeste structuren van een verdeelde Gereformeerde Gezindte.

Individualisme
Er komt ook nog iets ànders bij. In de loop der jaren is de situatie binnen vele gemeenten, brééd in de kerken, soms heel sterk veranderd. Het zicht op de kerk als gehéél is her en der aanmerkelijk afgenomen. Zelfs het zicht op de (eigen) gemeente is sterk verminderd. Het kerkelijk toerisme tiert allerwegen welig. Mensen gaan gewoon kerken waar ze kerken willen. De eigen gemeente laat velen koud.
Ik heb weinig reden hier naar andere kerken binnen de Gereformeerde Gezindte te kijken. Te onzaliger ure heeft de hervormde synode het besluit genomen tot perforatie van gemeentegrenzen. Sinds die beslissing hebben bepaalde scribae van Provinciale Kerk Vergaderingen er dagwerk mee, de scriba van Gelderland voorop. Massaal wordt met name geperforeerd op de Veluwe en verder het meest in ieder geval in andere streken, waar de hervormd gereformeerde prediking rijkelijk aanwezig is. Dit gezegd hebbende mag ik ook zeggen, dat de praktijk in andere kerken al niet anders is. Het congregationalisme (losse gemeenten, bestaande uit groepen gelijkgezinden) tiert alom en wordt versterkt door het individualisme.


En daarom, het initiatief van het COGG vindt plaats in een tijd, waarin de vlag van de eenheid er binnen de kerken laag bij hangt. Waar het in elk van de gereformeerde kerken of bewegingen van gereformeerde signatuur met de innerlijke eenheid al slecht is gesteld, mag niet worden verwacht, dat het inter-kerkelijk opeens beter zal toegaan.
Vooralsnog kijk ik daarom met de nodige scepsis naar het resultaat van het initiatief van het COGG om naar het grondvlak te gaan. De crisis van het gereformeerde leven is te diep en de kerkelijke eigengerechtigheid allerwegen te groot om opeens wonderen te mogen verwachten.

Vlam
Maar de vlam moet wel blijven branden. Zolang de kooltjes nog niet helemaal zijn uitgedoofd, zou de wind van de Geest ze aan kunnen blazen. Maar, we zijn in de kerkelijke ontreddering van onze dagen, naar mijn overtuiging nog niet diep genoeg gekomen als het gaat om ontdekking aan nood en schuld.
Evenwel is voor wie echt gereformeerd wil zijn het zicht op de katholiciteit der kerk onopgeefbaar. Maar wie durft zeggen, dat er nog echt een 'gouden moment' van eenheid zal zijn? Voorlopig alleen maar in het eschaton. Vóór die tijd moeten we de verantwoordelijkheid van dat 'gouden moment' maar niet bij 'de ander' leggen.

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het 'gouden ogenblik' – ideaal of illusie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's