Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zorg dat je nabij komt (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zorg dat je nabij komt (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op welke wijze kunnen de christelijke gemeente en de beroepskrachten in het welzijnswerk elkaar weer in het vizier krijgen en ontmoeten. We constateerden in de vorige bijdrage, dat allerlei tendensen in de samenleving het er niet eenvoudiger op maken, het 'oog hebben voor elkaar' gestalte te geven. Ook de kerkelijke gemeente maakt deel uit van deze samenleving. Maar tegelijk staat ze in het spanningsveld van Woord en werkelijkheid en wordt ze aangesproken door de roeping en de belofte van het evangelie. Het evangelie van Jezus Christus spreekt van hulp en heil. Wat betekent dat ten aanzien van de invulling van het diakonaat?

Diakonale taken
Soms wordt de suggestie gewekt dat er voor diakonieën en gemeenten nauwelijks nog een arbeidsterrein zou zijn in een tijd waarin de sociale wetgeving mensen begeleidt van de wieg tot het graf. Gelukkig wordt deze suggestie van verschillende kant krachtig weersproken.
In een inleiding, gehouden voor de Generale Diakonale Raad, heeft drs. G. J. Hazenkamp, oud-directeur van de landelijke Gereformeerde raad voor Samenlevingsaangelegenheden, gewezen op de reikwijdte van het takenpakket van een eigentijds en waakzaam diakonaat. Hazenkamp noemt maar liefst tien vormen van diakonaal bezig-zijn, waarin een gemeente, gestimuleerd door haar diakonie, een bijdrage zou kunnen leveren aan maatschappelijk welzijn.
We lichten er, ter illustratie van ons betoog, enkele uit.
Daar is het sociaal diakonaat, gericht op geïndividualiseerde dienstverlening aan mensen met sociale moeilijkheden, bijv. met betrekking tot gezin, huwelijk, relatie, eenzaamheid en rouw.
Te denken is aan vormen van groepsdiakonaat, gericht op het ontwikkelen van onderlinge hulpprocessen, bijv. incestslachtoffers, wao-ers, een-oudergezinnen, rouwdragenden.
Van betekenis zijn ook allerlei vormen van verzorgings-diakonaat, bijvoorbeeld gastgezinnenwerk, tijdelijke huishoudelijke hulp, dienstverlening aan gezinnen in periode van ziekte. Juist hier bevinden we ons op een terrein waar vrijwilligers nauw kunnen samenwerken met welzijnsorganisaties en hun werkers.
Hazenkamp noemt verder het zgn. recreatief diakonaat, gericht op het scheppen van vakantie- en ontspanningsmogelijkheden voor ouderen of voor mensen met een handicap.
Daar is het maatschappelijk diakonaat, gericht op signalering en mogelijke oplossing van maatschappelijke problemen zoals nieuwe armoede, racisme, positie van etnische minderheden, vluchtelingen, asielzoekers.
En verder zijn er vele bestuurlijke taken op het terrein van het welzijnswerk en het geven van financiële hulp aan personen, gezinnen, organisaties.

Vanuit de hulpverlening
Nu rijst de vraag: Maar op welke wijze kan vanuit de professionele hulpverlening hierin een bijdrage gegeven worden? Ik denk daarbij vooral ook aan een goed stuk informatie en toerustingsarbeid. Laten welzijnswerkers en werkers in de gezondheidszorg toch niet schromen bij kerkeraden en gemeentegroepen aan de bel te trekken. Ik pleit voor goed overleg tussen predikanten en zij die werkzaam zijn in de hulpverlening.
Het is niet goed wanneer het hulpverleningscircuit tot in het jargon toe een eigen gesloten club blijft. Daar waar diakenen of gemeenteleden zitting hebben in de besturen, rust op hen mede de taak bruggen te slaan vanuit de wereld van de instelling naar de gemeente.
Er is, laten we dat niet vergeten, binnen de gemeente nog altijd een groot potentieel aan vrijwilligers. Al voeg ik er aan toe, dat de situatie per plaats verschillend is. Er is bij vele diakenen de bereidheid nieuwe taken ter hand te nemen.
Professionele hulpverleners zullen samen met diakonale consulenten en begeleiders in jeugd- en jongerenwerk er zorg voor moeten dragen, dat deze bronnen in de gemeente aangeboord worden.
Nogmaals herinner ik u aan de bijbelse prediking aangaande de gaven die de Heere schenkt. Het zou van ondankbaarheid jegens onze goede God getuigen, als we het bestaan ervan zouden ontkennen. Niemand heeft alle gaven. Maar een mens zonder gave bestaat niet.
Niet alleen voor het diakonaat, maar voor het geheel van het gemeentelijk werk in onze tijd is het voor de opbouw een aangelegen zaak: Hoe helpen we gemeenteleden hun gaven te ontdekken? Hoe leren we hen te kijken naar de nood van deze wereld? Echte hulp begint immers met gevoelig worden voor knelsituaties.
Juist professionele werkers kunnen gemeenteleden hierin behulpzaam zijn, zodat we de nood echt gaan zien.

Als de nood een naam krijgt
In een informatiemaatschappij, beheerst door de media, dreigen wij door de veelheid van informatie en de grootschaligheid onder de nood bedolven te worden. We voelen ons machteloos, soms ook een beetje schuldig. En die gevoelens van machteloosheid kunnen snel tot een excuus worden.
Maar het wordt anders als nood dichtbij gebracht wordt, als het gaat om die ene mens vlak bij ons. Als nood een naam en een gezicht krijgt. Als er een concreet verhaal verteld wordt. Het kan in dit verband van betekenis zijn, te letten op kleinschalige verbanden. Het is belangrijk dat er binnen een gemeente plekken zijn, waar mensen met psychische belasting, of andere niet-materiële zorgen hun verhaal kwijt kunnen, zich veilig voelen, zich gedragen weten door gebed, liefde en aandacht van een kleine groep, die om hen heen staat.
Anderzijds zullen er ten aanzien van de ondersteuning van welzijnswerk door vrijwilligers ook taken zijn die de lokale gemeente te boven gaan, die interkerkelijk of regionaal aangepakt moeten worden. Ik denk bijv. aan de bijdragen van vrijwilligers in de tehuizen of inrichtingen, jongerenkampen, vakantieweken etc.

Samenwerking
Ik wijs ook op de betekenis van het verwijzen over en weer. Hulpverleners beëindigen op een gegeven moment een contact, een cliëntrelatie. Is met de cliënt nagegaan in hoeverre pastorale of diakonale aandacht gewenst is? Hoe zit het met de samenwerking tussen pastores, diakenen en professionele welzijnswerkers?
Predikanten zeggen vaak dat zij voor hun gevoel halve maatschappelijke werkers zijn. Pastoraat wordt soms omschreven als hulpverlening. Naar mijn mening leidt dat tot een versmalling van wat pastoraat in de klassieke zin van het woord is. Maar ik ben me er van bewust, dat in de praktijk de grenzen soms moeilijk te trekken zijn. Wanneer pastores in aanraking komen met maatschappelijke of sociaal-psychische nood, kunnen zij zich daar niet van afmaken. Maar predikanten zijn doorgaans niet opgeleid voor het geven van psycho-sociale dienstverlening. Een predikant is geen maatschappelijk werker.
Een goed contact tussen pastores en werkers in welzijnsorganisaties is niet alleen van betekenis voor de onderlinge uitwisseling van gedachten, maar kan ook verwijzing over en weer mogelijk maken. Binnen het onderscheiden takenveld van ambtsdragers, welzijnswerkers en vrijwilligers gaat het om de ene zaak: Omzien naar mensen in nood. Wij zullen ons daarbij moeten hoeden voor overdreven verwachtingen. Hulp die mensen bieden, is altijd gebrekkig en fragmentarisch. In de theologie spreken we over het stellen van tekenen in alle voorlopigheid en gebrokenheid, tekenen van hulp en heil. Ieder met zijn of haar eigen gave en mogelijkheid.
Dat moet ons dringen tot hechte samenwerking. In een tijd waarin de christelijke gemeente in ons land afkalft, christelijke welzijnsorganisaties op de tocht staan en de veralgemenisering toeslaat, is het zaak dat allen die Jezus Christus belijden als Heere en Heiland, elkaar zoeken om in een gezamenlijke inzet te doen wat de hand vindt om te doen.
Het is niets minder dan een opdracht van Hem Die in ons midden verkeerde als een die dient en van wie wij lezen dat Hij met barmhartigheid bewogen was over allen die geen helper hebben.

A. Noordegraaf, Ede

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zorg dat je nabij komt (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's