Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reformatorisch in het licht der geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatorisch in het licht der geschiedenis

Historisch besef en de Gereformeerde Gezindte (2)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de Gereformeerde Gezindte? In de mondiale samenleving van vandaag is men ook, net als Calvijn, best bereid zeeën over te steken om geloofsgenoten te ontmoeten. De beoordelingscriteria zijn dan wel ruimer dan wanneer het gaat om de ontmoeting van gereformeerd gezinden dichtbij. Prof. dr. J. Douma zei, bij de herdenking van vijftig jaar 'Vrijmaking' in het tijdschschrift Bij de Tijd, dat contacten over de grenzen de vrijgemaakten hadden leren relativeren. Zij hebben daardoor meer zicht gekregen op geloofsleven buiten eigen kerk. Dat is overigens niet alleen de ervaring van vrijgemaakten. Vandaag doet men in kerken van een gesloten type in ons land dezelfde ervaring op bij bezoeken aan landen in het voormalige Oostblok. Daar praktiseert men vervolgens ook samenwerking, die intussen in Nederland niet mogelijk is. Intussen leiden wel alle pogingen tot kerkelijke toenadering alhier, de Drie Formulieren van Enigheid ten spijt, schipbreuk.

Wat ik met dit alles zeggen wil is, dat de Gereformeerde Gezindte toch wel de katholieke allure van Calvijn helemaal is kwijtgeraakt. Maar, gezien de andere context vandaag, is het ook niet eenvoudig om Calvijns katholieke gezindheid naar vandaag over te dragen. Wij ademen in een andere spirituele, zelfs ook een andere confessionele context. De hartstocht echter, die Calvijn aan de dag legde als het ging om geloofsverbondenheid over grenzen heen, mag diegenen, die vandaag reformatorisch willen heten, ook een prikkel zijn tot toenadering over kerkgrenzen heen, en dat niet alleen in eigen land maar ook binnen het zich verenigende Europa.

Wat is reformatorisch?

Intussen gebruikte ik de uitdrukking 'reformatorisch '. In een bijdrage over 'historisch besef kan ik vandaag niet om deze uitdrukking heen. Binnen de zogeheten Gereformeerde Gezindte (in ruimere zin genomen) heeft zich immers de reformatorische zuil ontwikkeld. Nomen est omen, in de naam ligt het wezen. Wie mogen zich vandaag de échte nazaten van de Reformatie noemen?

Ik heb al even aangestipt, dat binnen de grote kerken van de Reformatie in dit land — de Hervormde Kerk in de kerkorde van 1951 en de zich verenigende kerken in de concept kerkorde, die nu voorligt — wordt gesproken over 'gemeenschap met de belijdenis der vaderen'. Vandaag heet dit gemeenschap met de belijdenis van 'het voorgeslacht', dit vanwege de moederen (terecht overigens). Die uitdrukking 'gemeenschap' is niet zonder betekenis. Op z'n best verstaan valt deze notie positief te waarderen. Het gaat dan om de koinonia uit Handelingen 2. De apostelen waren bijeen 'in de gemeenschap, de breking des broods en de gebeden'.

Gemeenschap wil vooral ook de geestelijke dimensie van de belijdenis tot uitdrukking brengen, de religie van de belijdenis (J. Severijn).

Gemeenschap grenst ook af tegen confessionalisme. .

In de gedachte van 'gemeenschap' ligt ook opgesloten, dat we ons vandaag verenigd weten, met de kerk der Reformatie zoals die vier eeuwen geleden gestalte kreeg als katholieke gestalte van de kerk der eeuwen, en dat terwijl er toch liefst vier eeuwen tussen toen en nu liggen. Maar in die vier eeuwen heeft de ontwikkeling niet stilgestaan. Ik citeer hier met instemming J. Douma:

'Van confessionalisme moeten we wars zijn. Het is niet moeilijk aan te tonen dat onze drie formulieren van eenheid gebreken vertonen. Zouden we voor vandaag een nieuwe confessie opstellen, dan deden we het anders dan onze vaderen destijds. Het zou toch wel heel vreemd zijn wanneer meer dan vier eeuwen kerkgeschiedenis bij herschrijving van ons geloof van geen betekenis waren. Maar daarom zijn we als gereformeerden nog wel gebonden aan wat we beloofd hebben. En kritiek op detail is wat anders dan kritiek op de "stukken der leer".'

Spanning

De spanning moet hier blijven. De belijdenis is de Schrift niet. Trouw aan de belijdenis, is trouw aan de rechte leer, die daarin naar de Schriften wordt verwoord, zonder daarmee te bedoelen dat met de belijdenis alles is gezegd, dat daarmee de Schrift is uitgeput.

In de grote kerken der Reformatie in dit land is die spanning eigenlijk grosso modo weg, doordat gemeenschap met de belijdenis betekenen kan, dat men met de inhoud ervan op gespannen voet kan staan.

Maar hoe zit het dan in de Gereformeerde Gezindte? Is daar sprake van een rechtmatig historisch beroep op de Reformatie? Van niet te onderschatten betekenis is allereerst geweest de beweging van de Nadere Reformatie, die na de Reformatie is gekomen. De afgelopen decennia is de bestudering van de Nadere Reformatie breed ter hand genomen. Daarbij kwam ook veel kritiek los op de Nadere Reformatie, zó zelfs, dat in bepaalde kringen wordt verzucht, dat kritiekloze bestudering van de Nadere Reformatie in onze tijd spaarzaam is geworden.

Ik onthoud mij hier van enige kritiek. Wel valt te memoreren, dat kerkhistorici van naam en faam onderscheid maken tussen de begintijd van de Nadere Reformatie (Teelinck e.a.), toen de directe verwantschap met de Reformatie nog sterk tot uitdrukking kwam, en de natijd, toen de beweging — die op zich overigens niet een eenheid vormde — zich in een eigen spirituele bedding voortzette, met sterke nadruk op de vragen rondom de toeëigening des heils en de bevindelijke dimensie van het geloofsleven.

De Nadere Reformatie

Daar komt dan nog bij, dat de traditie van de Nadere Reformatie zich in de vorige eeuw soms weer op een bepaalde wijze heeft voortgezet in enerzijds kerken van de Afscheiding, maar meer nog in de kring van Ledeboerianen en Kruisgezinden en de daaraan verwante conventikels terzijde van het kerkelijk leven. Dat bracht de geestelijke erfenis van de Nadere Reformatie op zich al weer in een andere context dan binnen de volkskerk van de zeventiende eeuw. De Nadere Reformatie kende, niet voor niets het tijdrede-element, namelijk binnen een kerk, die toen al in verval was, en van daaruit naar volk en overheid toe. Dat geeft een andere dimensie aan de profetische boodschap van de Nadere Reformatoren dan wanneer deze wordt herhaald binnen de afgeslotenheid van een gescheiden kerk, binnen vooral meelevende gemeenten.

Het moet toch ook niet onmogelijk worden geacht, dat daardoor de kerkelijke en geestelijke probleemstelling van de Nadere Reformatie een eigen toespitsing, om niet te zeggen een zekere versmalling heeft gekregen, vanwege de kerkelijke beddingen waardoor deze later ging stromen?

Wat ik hiermee vooral zeggen wil is, dat het mijns inziens uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk is voor diegenen, die in de traditie van de Nadere Reformatie ademen, geheel onbevooroordeeld de erfenis van de Reformatie tot zich te nemen. Wie hier zegt 'ad fontes', terug naar de bronnen van de Reformatie, drinkt het water uit een nap, die de geur in zich heeft van de Nadere Reformatie of ook wel van de kruisgezinden van de vorige eeuw, afhankelijk van de kerkelijke kring, waarin men verkeert.

Dit geldt bijvoorbeeld de kwestie van de heilszekerheid. Met name bij Calvijn staat deze notie centraal in zijn denken. En in zijn lijn benadrukt ook de Heidelbergse Catechismus die zekerheid, eigen aan het geloof zélf. Luther — de driftgebonden boer, die zingen kon, dat de kloosterwanden dreunden, om Willem de Mérode te citeren — geeft, veel meer dan Calvijn, aandacht aan de geestelijke aanvechtingen, die voor hem dan echter wel gelóófsaanvechtingen zijn. Maar die aanvechtingen werpt hij altijd weer even existentieel van zich als dat hij ze beleeft, namelijk door zich te beroepen op de genadige toewending van God naar ons mensen in Jezus Christus. In ieder geval maakt Luther de aanvechting niet tot een onderdeel van het geloof. En wat later geestelijke bekommernis, ver van geloofszekerheid, zou heten, is bij hem nauwelijks aanwezig. Zo radicaal als hij spreekt over de zonde, zo radicaal spreekt hij ook over de genade.

Ik denk nu dat velen binnen de Gereformeerde Gezindte in engere zin wel met een zeker heimwee kennisnemen van Luthers krasse uitspraken in deze en van Calvijns benadering van de zekerheid van het geloof, terwijl het toch moeilijk blijkt te zijn om voluit te treden buiten de kaders van aanvechting en onzekerheid, die bewust of onbewust annex worden geacht aan het geestelijk leven, omdat ze in de geschiedenis na de Reformatie steeds aan de orde waren. Het is dan ook bijvoorbeeld niet alléén de moeilijkheidsgraad maar vooral ook de inhoud van Calvijns preken over de rechtvaardiging — vier preken zijn in een juweeltje uitgegeven! — dat die ontoegankelijk worden geacht in bepaalde kringen van de Gereformeerde Gezindte. Het frisse water van de bron smaakt niet meer. De eeuwen zijn er overheen gegaan. De Reformatie is niet meer los verkrijgbaar.

Welke weg terug?

Historisch besef? Terug naar de Reformatie? Mij dunkt, dat het toch een onontkoombaar verschil maakt of men die weg terug gaat via de Vrijmaking, met daarachter de Doleantie, of via de Kruisgezinden, of men de weg gaat via de traditie binnen de vaderlandse kerk of via stromingen daarbuiten.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat in de verscheidenheid der kerken soms wel déélwaarden, die binnen de Reformatie golden, in het bijzonder zijn bewaard. Maar de onderscheiden kerken zijn er elk voor zich soms ook met deelwaarheden tussenuit gegaan en hebben zich zo ten opzichte van elkaar in gescheidenheid geprofileerd.

Kenmerken

Ik kom nu nog even terug op de reformatorische zuil.

Wie echt historisch wil denken kan moeilijk een is-gelijkteken zetten tussen deze zuil en de Reformatie. Dat geldt, dunkt mij, niet alleen voor de geestelijk inhoudelijke benadering van wat geloofd en beleden wordt. Dat geldt ook voor de kenmerken, de criteria, die worden gehanteerd in het proefschrift van dr. C. S. L. Jansen 'De bevindelijk gereformeerden tussen emancipatie en assimilatie'. Wanneer het om die kenmerken gaat vertoont de reformatorische zuil vooral de sporen van het puritanisme, vermengd met een eigen gedachtengoed uit de kring der Kruisgezinden en, breder misschien, van de Afgescheidenen. Daarmee is niet ontkend het goed recht van bestaan vandaag van een reformatorische zuil met die identiteit. Haar opkomst was hier en daar zelfs onvermijdelijk. Als we, historisch gezien, maar blijven bedenken waar haar wortels liggen.

De reformatorische zuil omvat niet de volle reformatorische traditie. Naast de Nadere Reformatie was er historisch gezien de orthodoxie, naast preciezen waren er rekkelijken, en naast de hoofdstroom van de Reformatie was er bovendien altijd een begeleidende deviërende doperse onderstroom, die hier en daar ook bovenstroom werd. Het is vanuit het historisch besef eerlijk om te blijven onderscheiden tussen de reformatorische zuil en de Reformatie.

Dat blijkt bovendien als we bedenken, dat de reformatorische zuil, gezien de aantrekkingskracht, die er vandaag van uit gaat, vanwege de neergang van de algemene christelijke organisaties, gekenmerkt door stromingen, die op hun beurt elkaar in geestelijk opzicht niet verdragen of zelfs uitsluiten. Dat maakt de tragiek van de reformatorische gezindte uit. Zoals het de tragiek van de Reformatie is geweest, dat de twee hoofdstromen niet in één bedding samen konden gaan, zo is het de tragiek van de reformatorische gezindte, dat ze, hoewel teruggaande tot één reformatorische wortel, uit splinters bestaat, en kerkelijk gezien niet één oriëntatiepunt heeft. Dat maakt in feite haar identiteit voos.

Het is daarbij te betreuren, dat de benaming gereformeerd is gaan verbleken. Die verbleking is allereerst inhoudelijk ingetreden, vanwege de deconfessionalisering in kringen, die van oorsprong gereformeerd heetten, maar dat praktiseerden in een neogereformeerde bedding. Maar vervolgens is die benaming gaan verbleken, omdat ze verdacht werd. Ooit heeft ds. H. G. Abma het gevleugelde woord gesproken, dat het de tragiek van de Gereformeerde Gezindte is, dat het gereformeerde werd overtroefd door het gereformeerdere en het gereformeerdere door het gereformeerdste totdat tenslotte een uiterste verbijzondering als alleen zaligmakend overschoot. Men kan ook zeggen, dat mi het gereformeerdste nog weer overtroefd wordt door het reformatorische. Maar het gereformeerde is intussen ook - en dat is ernstiger - gedevalueerd tot 'algemeen betwijfeld christelijk geloof. Deze ontwikkeling heeft het nominaal gereformeerde vandaag in diskrediet gebracht.

Maar zo dreigen we de naam gereformeerd wel kwijt te raken. En in de gereformeerde traditie staan, met alle respect voor Luther, toch de nazaten van de Reformatie in dit land.

Conclusie

Voor mij betekent historisch besef in de traditie van de Reformatie: treden in het gereformeerde spoor. Maar dat dit gereformeerde dan ook weer opnieuw en nieuw inhoud gegeven worden vanuit dat ene kernwoord: Sola, alléén genade, alléén de Schrift, alléén het geloof en alléén Christus. Als we deze kemnoties echt honoreren zijn we gereformeerd en dan ook reformatorisch genoeg. En dan wel getransponeerd van de zestiende naar de twintigste eeuw. Want gereformeerd zijn is nog altijd gereformeerd wórden.

Daarom zou ik bij alle kerkelijke, historische herdenkingen toch vooral de Reformatie willen blijven herdenken. Om ons — ter ontdekking — te herinneren aan de wortel van ons gereformeerde kerkelijke leven.

(Lezing ter gelegenheid van het eerste lustrum van de Vereniging voor Christen-Historici op zaterdag 10 september 1994 in de Jacobikerk te Utrecht.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Reformatorisch in het licht der geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's