Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De weg naar federatie in het S.o.W.-proces geblokkeerd?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De weg naar federatie in het S.o.W.-proces geblokkeerd?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de brochure 'Ondeugdelijke basis voor een Verenigde Protestantse Kerk in Nederland' adviseerde het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond de gemeenten, inzake de consideraties op de Kerkorde voor S.o.W., zich ook beraden aangaande de voortgang-van het S.o.W.-proces op zich en riep op uit te spreken, dat het proces niet verder mocht gaan dan 'federatieve samenwerking van gemeenten en bovenplaatselijke verbanden daar, waar dat wordt gewenst en als zodanig nodig en mogelijk is'.

In het 'Appèl' van 'de 24' werd ook opgeroepen niet verder te gaan dan federatie. Tal van gemeenten considereerden in deze zin, met het gevolg dat reeds de één voor de andere classis ook considereerde om de weg naar 'fusie' (vereniging) af te wijzen.

Ook het hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging bepleitte in een brief aan de synode federatie. Hier volgt het slot van een uitgebreid antwoord van het moderamen van de synode daarop, met vervolgens de reactie van het hervormd moderamen:

'Naar aanleiding van het verzoek om een bezinning over de vraag fusie of federatie willen wij erop wijzen dat het Samen op Weg-proces gericht is op vereniging (eenwording/hereniging) van de daarbij betrokken kerken; zo is ook in het besluit van de gezamenlijke synodenvergadering van november 1986 uitgesproken dat de verklaring 'in staat van hereniging' aangeeft dat de kerken niet meer vrijblijvend tegenover elkaar staan en inhoudt dat het proces van de beide kerkgemeenschappen op hun weg naar eenheid doorgaat en zoveel mogelijk wordt gestimuleerd. De generale synode heeft nooit het oog gehad op een vorm van samenwerking, die in de discussies, die thans gevoerd worden, aangeduid wordt als een 'federatie'. In wezen gaat het ook niet om de vraag 'fusie of federatie', maar om de vraag of er zodanige overeenstemming bestaat inzake geloof en eredienst dat er reden is om tot eenwording/hereniging en ten behoeve daarvan tot een wijziging van de kerkorde te komen. Als dat het geval is en de kerkorden van de drie kerken zijn aan elkaar gelijk, is er geen (kerkelijke en juridische) grond voor een federatie-gedachte. Van belang is daarbij of de regelingen voor de VPKN (kerkorde en ordinanties) voldoende flexibiliteit hebben en ruimte bieden voor een eigen invulling van het gemeente-zijn binnen het gezamenlijk kerk-zijn.

Hieraan kan nog het volgende worden toegevoegd: het begrip 'federatie' komt in de hervormde kerkorde alleen in de betekenis van 'brede interkerkelijke samenwerking' in de interimregelingen voor. In ordinantie 20 worden alleen regels gegeven voor de vereniging — door u 'fusie' genoemd — in de vorm van een eenwording resp. hereniging van onze kerk met andere kerken. Het begrip 'federatie' is een term, die op zichzelf — juridisch gezien — niet zoveel zegt over de ruimte die geboden wordt voor een eigen beleving van het kerk-zijn. De vraag, die aan de classicale vergaderingen is voorgelegd, betreft dan ook de vereniging van de NHK, de GKN en de ELK en de daarvoor opgestelde kerkorde. Daarover hebben de classicale vergaderingen thans hun oordeel te geven.

Uit het voorgaande blijkt dat — anders dan u veronderstelt — onze kerkorde reeds een voorziening bevat voor de vereniging van de NHK met een of meer andere kerken; ord. 20-8 en 9 hebben juist het oog op een eenwording/hereniging ('fusie') als waarop de samenwerking met de GKN en de ELK gericht is.

In deze bepalingen wordt onder meer voorge­ ­ schreven dat de procedure voor veranderingen in de kerkorde (art. XXVIII) moet worden gevolgd. De formulering in dit artikel dat het gaat om 'wijzigingen in deze kerkorde' betekent niet een beperking ten aanzien van omvang en inhoud van de wijzigingen, maar geeft aan dat het in dit artikel gaat om wijzigingen in de kerkorde in engere zin (de zgn. Romeinse artikelen). De vaststelling — conform de daarvoor in de hervormde kerkorde aangegeven procedure — van zulk een (nieuwe) kerkorde ten behoeve van de vereniging van de NHK met de GKN en de ELK is dan ook een wijziging in deze kerkorde.

In antwoord op uw vraag naar de meerderheid van stemmen, waarmee een besluit tot vereniging dient te worden genomen, kunnen wij u het volgende melden.

In ordinantie 20-8 is bepaald dat de voor zulk een wijziging (ten aanzien van de kerkorde in engere zin) geldende bijzondere voorschriften in acht genomen moeten worden. In onze kerkorde wordt voor een wijziging van de kerkorde in engere zin geen 'gekwalificeerde' meerderheid, maar een behandeling door de verdubbelde synode voorgeschreven. Voor het daaropvolgende besluit tot vereniging (de daartoe bij ordinantie vast te stellen regelen) geldt de 'gewone' procedure van art. XXVII.

Voor een afwijking van de voorgeschreven procedure, zoals door u gevraagd, bestaat thans geen kerkordelijke basis (...).'

Reactie Confessionele Vereniging op brief van Generale Synode NHK

'De Confessionele Vereniging (CV) heeft met grote belangstelling kennis genomen van het schrijven d.d. 24 februari 1995 van de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) in antwoord op haar brief van 20 oktober 1994. De CV is dankbaar dat nu duidelijkheid wordt geschapen, al is dit wel buitengewoon laat gezien het vergevorderde stadium waarin de beraadslagingen van de classes verkeren. In een allereerste reactie wil de CV ermee volstaan te wijzen op enkele opvallende elementen in de brief

De Generale Synode spreekt nu voor het eerst van een gelijktijdige bespreking van drie nieuwe kerkorden voor de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK), de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) en de Evangelisch Lutherse Kerk in Nederland (ELK). In deze constructie stelt iedere kerk voor zichzelf een nieuwe kerkorde vast en besluit deze op een bepaald tijdstip — allemaal tegelijk — in te voeren. Enerzijds gaat het dus om een nieuwe kerkorde van de NHK, anderzijds is het doel daarvan om te komen tot fusie in een Verenigde Protestantse Kerk in Nederiand (VPKN).

De CV betreurt het, dat deze visie gaat leiden tot onontwarbare verstrengeling van de bespreking van de tekst van de kerkorde en van de afweging of men in de huidige omstandigheden tot fusie dan wel tot federatie wil overgaan. De synode stelt nu in haar brief, dat aan de classicale vergaderingen is gevraagd te considereren over 'de vereniging van de NHK, de GKN en ELK en de daarvoor opgestelde kerkorde'. Dit is echter bij ons weten niet in deze tweeledige vorm aan de classes voorgelegd.

De synode benadrukt nu bovendien, dat een fusiebesluit bij ordinantie met gewone meerderheid van stemmen zal worden genomen, nadat een nieuwe kerkorde is vastgesteld. Over de implicaties hiervan zal de CV zich op korte termijn nader beraden. Zij heeft altijd willen benadrukken dat er tal van positieve en con structieve elementen in de concept-kerkorde VPKN staan. Tegelijkertijd heeft zij echter vooralsnog niet verder willen gaan dan federatie van de drie kerken (zie Handreiking bij de concept-kerkorde van de CV-pag. 6).

Ten aanzien van enkele elementen in de brief kunnen nu reeds opmerkingeri worden gemaakt. In de praktijk is er nauwelijks een weg terug van fusie zodra een nieuwe kerkorde is vastgesteld, ook al volgt er nog een fusiebesluit met overgangsbepalingen en een uitspraak over het tijdstip van invoering. Dit betekent, dat het vermoeden van de CV dat hier van een 'fusie-fuik' sprake is helaas bewaarheid wordt. Vandaar dat de CV de Generale Synode nu dringend vraagt te komen met een volwaardig uitgewerkt alternatief in de vorm van federatie van de drie kerken. Zo kan de discussie over de tekst van een kerkorde en fusie/federatie weer gescheiden plaatsvinden. Federatie valt immers heel wel te combineren met een 'staat van hereniging' op weg naar volledige organisatorische eenheid. Er is niets in de huidige kerkorde en in de voorgaande besluitvorming, dat de NHK verhindert ook deze optie te bespreken. In dit verband acht de CV het onjuist Ordinantie 20 (die blijkbaar wel verandering behoeft) te wijzigen in verband met de arbeidsorganisatie voordat alle opties zijn besproken.

De uitleg die nu wordt gegeven aan Ordinantie 20 art. 8 en 9, lijkt de CV in strijd te zijn met de historische context en de intenties van deze bepalingen. Tot voor kort werd immers uitgegaan van vereniging met andere kerken onder de huidige kerkorde NHK, eventueel met enige wijzigingen (Van den Heuvel, 'De Hervormde Kerkorde', p. 355). De nu door de Synode gegeven interpretatie schept een geheel nieuwe situatie, waarbij een merkwaardige spanning ontstaat tussen een vaststelling van de drie kerkorden, van drie kerken, met de tekst van een kerkorde voor een verenigde kerk, die moet dienen voor fusie.

De Generale Synode spreekt van eenwording/ hereniging, waarbij de regelingen 'voldoende flexibiliteit hebben en de ruimte bieden voor een eigen invulling van het gemeente-zijn binnen het gezamenlijk kerk-zijn'. Het is evenwel steeds een bezwaar van de CV geweest dat een organisatorische eenheid, zoals vervat in de kerkorde VPKN, aan de basis bij de gemeenten leidt tot een federatieve vorm. Zo ontstaat geen werkelijke eenheid op basis van Schrift en belijdenis of, zoals de synode stelt, 'overeenstemming inzake geloof en eredienst'.

De hervormde secretaris-generaal dr. K. Blei verwerpt het dilemma federatie of fusie als een 'nieuw dilemma', dat 'niet aan de orde' is. Hij zei dit tijdens een persontmoeting naar aanleiding van de brief, die het hervormd moderamen heeft gestuurd aan de Confessionele Vereniging.

Hier volgt het commentaar van ondergetekende op die uitspraak in het R.D.

'Dr. ir. J. van der Graaf, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, stelt dat uit de reactie van dr. Blei blijkt dat het hervormd moderamen "gevangene geworden is van de motie-D. Visser (triosynode 1993, red.) en wellicht van het gereformeerd moderamen". "Als Blei vindt dat federatie niet aan de orde is, dan is hij doof voor de vele stemmen die in de kerk niet-aflatend geklonken hebben en nu nog klinken bij de consideraties van de classes."

Van der Graaf pleit voor een herziening van besluiten, die reeds in het kader van het Samenop-Wegproces genomen zijn en blijkbaar in de gemeenten veel weerstand oproepen. "In de hervormde synode van maart komt de homokwestie weer aan de orde vanwege de vele negatieve reacties die losgekomen zijn; waarom zou terugkeer van een doodlopende weg dan niet kunnen bij zo iets belangrijks als Samen op Weg? "

Overigens benadrukt Van der Graaf, dat de Gereformeerde Bond "hoogstens" federatie nastreeft van gemeenten en daar waar "nodig en mogelijk" van bovenplaatselijke organen, met behoud van de afzonderlijke kerkorden. Als zodanig frustreert de voorgenomen dwangmatige "fusie" voor de arbeidsorganisatie het So W-afwijzende deel van de kerk.'

Is het moderamen alleen nog gevoelig voor kritisch commentaar van 'links'?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1995

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De weg naar federatie in het S.o.W.-proces geblokkeerd?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1995

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's