Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een onhervormd besluit inzake de kwestie van de homoseksualiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een onhervormd besluit inzake de kwestie van de homoseksualiteit

Rondom de belijdenis des geloofs

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanstaande zondag is het palmzondag. In tal van gemeenten zal er belijdenis van het geloof worden afgelegd.

Eén van de belijdenisvragen waarop velen hun 'ja'-woord zullen geven, luidt of men de roeping aanvaardt om door Gods genade tegen de zonde en de duivel te strijden en om de Heiland te volgen in leven en sterven.

Een andere vraag luidt of de catechisant in de gemeenschap van de Nederlandse Hervormde Kerk en onder haar opzicht, trouw wil volharden onder de bediening van het Woord en van de sacramenten.

Op het 'ja', dat op deze vragen geantwoord wordt, wordt de belijdende leden de toegang geopend tot het Heilig Avondmaal. Zo worden zij uitgenodigd tot de tafel des Heeren.

Zij mogen, na het uitspreken van deze belijdenis, delen in de volle gemeenschap van Christus, ook en juist in de gemeenschap van het Heilig Avondmaal.

Dat laatste is een gunst van Christus. Die gunst wordt echter onder bepaalde voorwaarden verleend. In hèt oude Avondmaalsformulier worden wij steeds weer herinnerd aan deze voorwaarden.

Eén daarvan is gelijkluidend met datgene wat beleden wordt door de nieuwe lidmaten: dat men namelijk van harte bereid is te strijden tegen de zonde.

De tafel van Christus moet immers heilig gehouden worden. We spreken niet voor niets van het Heilig Avondmaal.

Synodale besluiten inzake homoseksualiteit

Deze dingen komen me te binnen, in deze week voor palmpasen, als ik denk aan sommige agendapunten van de afgelopen synodevergadering.

De afhouding van het Heilig Avondmaal als middel van kerkelijke tucht, stond als thema op de agenda. De commissie, die het rapport gepresenteerd heeft, was ingesteld naar aanleiding van de vraag of homoseksueel levende mensen van het Heüig Avondmaal geweerd mogen worden.

In juni 1989 had de hervormde synode uitgesproken, dat zij 'maatregelen van kerkelijke tucht vanwege homoseksuele geaardheid en leefwijze' van de hand wijst. Later dat jaar (in de novembervergadering) heeft de synode uitgesproken, dat zij met die uitspraak niet treedt in de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van het consistorie van gemeenten, maar dat de uitspraak moet worden gezien 'als een appèl aan tot het houden van het opzicht bevoegde instanties om geen maatregelen van kerkelijke tucht te nemen tegen homoseksuele gemeenteleden vanwege hun homoseksualiteit'.

Met andere woorden: de synode heeft met de uitspraak van juni 1989 niet méér bedoeld dan een appèl op kerkeraden om geen maatregelen van tucht te nemen tegen homoseksueel levende gemeenteleden, louter en alleen om dat laatste feit. Verder wilde de synode niet gaan.

Een wijs besluit

Ik kan dat niet anders zien dan als een wij­ ze interpretatie. Het novemberbesluit was ook een typisch hervormd besluit. Ik doel daarmee op het feit, dat in deze uitspraak rekening gehouden werd met de volle breedte van de kerk en met de grote verschillen van inzicht, die in de kerk, ook rondom deze zaak, aanwezig zijn. Het is immers voor iedereen duidelijk, dat in veel gemeenten homoseksualiteit als strijdig met Gods bedoeling gezien wordt. Met deze gemeenten heeft de synode in haar uitspraakvan 1989 duidelijk rekening gehouden. Bovendien heeft zij niet met een algemeen ethische uitspraak in de bevoegdheid van de andere kerkelijke vergaderingen wülen treden.

Datzelfde gold voor het besluit dat in november 1994 genomen is, met betrekking tot deze kwestie. De synode erkende toen, in navolging van de commissie, die zich over dit vraagstuk gebogen had, dat er in de kerk grote verschillen van inzicht bestaan omtrent homoseksualiteit. '

Om die reden kwam men ook niet tot een eenduidig besluit over het al dan niet afhouden van het Heilig Avondmaal van homoseksuelen. Men ging niet veel verder dan een oproep om elkaar in een sfeer van veiligheid te aanvaarden. Waar deze wederzijdse veiligheid niet bestond, kon, zo stelde de synode, een praktische 'oplossing' gezocht worden. Kerkeraden konden namelijk, zo werd gesteld, gemeenteleden die zich in een avondmaalspraktijk van een bepaalde gemeente niet kunnen vinden, vragen om in een andere gemeente, waar dat wèl het geval is, het Heüig Avondmaal te vieren.

Deze maatregel mocht evenwel niet gezien worden als een middel van kerkelijke tucht. .

Dit was geen mooie 'oplossing'. Er zat iets heel onbevredigends in: kennelijk stond het Avondmaal voor sommigen in de ene gemeente wel open en in een andere gemeente niet.

De synode leek zich daar min of meer bij neer te leggen. Dat het geen ideale 'oplossing' was, daarover was iedereen het eens. In praktisch opzicht was dit echter vooralsnog de wijste weg. Vanwege de grote impasse, waarin men als kerk met dit vraagstuk beland was, en vanwege de gevoeligheid van de zaak was terughoudendheid geboden.

De gordiaanse knoop werd niet doorgehakt. Een klimaat van veiligheid, hoe precair ook, was in de besluitvorming gehandhaafd.

Velen haalden in november opgelucht adem. Eindelijk was de besluitvorming rondom homoseksualiteit tot een einde gekomen. Een Salomo's-oordeel was geveld. Voorlopig zou er rust zijn op dit front.

De zwenking van de synode

De vrees, die bij anderen leefde, bleek echter al gauw gegrond, hier zouden degenen, die voorstander zijn van een volstrekte aanvaarding van homoseksualiteit in de kerk, het niet bij laten zitten.

Zo is het ook geweest. Het moderamen kreeg tal van brieven van kerkeraden, ge­ meenteleden en zelfs van classes waarin geageerd werd tegen deze besluiten. Hoe gevoelig blijkt dit punt in de kerk te liggen! Het moderamen heeft als gevolg op de vele negatieve reacties gemeend in de laatstgehouden synodevergadering de synode een verklaring voor te leggen, die ofwel in zijn geheel verworpen ofwel in zijn geheel aangenomen kon worden. (Alleen ds. Van der Aa heeft ter synode afstand genomen van deze verklaring.) Daarin spreekt zij uit dat 'homoseksuelen in hun geaardheid en leefwijze in de kerk ten volle aanvaard behoren te worden'.

De goede lezer merkt een verschil op met dat wat in november 1989 door de synode is uitgesproken. Toen werd 'slechts' een appèl gedaan op de gemeenten om geen maatregelen van tucht te nemen vanwege homoseksuele geaardheid, terwijl men de bevoegdheid van de kerkeraad honoreerde.

In de verklaring van de afgelopen synodezitting daarentegen wordt niet meer gerept over een appèl om homoseksuelen te aanvaarden, maar wordt gesproken in termen van 'behoren' en 'ten volle' aanvaarden. Weliswaar wordt in dezelfde verklaring erkend, dat de synode aanvaarding van homoseksualiteit niet kan afdwingen en roept zij de ambtelijke vergaderingen op om elkaar in Christus te aanvaarden, toch is de toon anders dan in november 1989. De 'morele' druk op de kerkeraden is groter geworden en daarmee alleen al is de 'veiligheid' voor gemeenten, waar homoseksualiteit als strijdig met Gods Wet en Evangelie gezien wordt, minder geworden.

Onveiligheid van gemeenten

Dat deze gemeenten reden te over hebben om zich nu 'onveilig' te gaan voelen, blijkt uit nog twee andere zaken, die de 'morele' druk groter maken.

Immers in het, door de synode aanvaarde, rapport 'Afhouding van het Avondmaal als middel van kerkelijke tucht', komt de zinsnede voor, dat 'tuchtuitoefening in een bepaalde gemeente niet behoort plaats te vinden vanwege een leer of leefwijze, die in het geheel van de kerk (lees: synode) niet onaanvaardbaar wordt geacht'.

Het rapport spreekt, in het geval dat de kerkeraad dat toch doet, van 'misbruik maken van zijn bevoegdheid'.

Dat betekent, vrij vertaald dat, nu de synode homoseksualiteit ook als leefwijze aanvaard heeft, een kerkeraad, die tucht uitoefent ten opzichte van homoseksueel levende mensen, misbruik zou maken van haar bevoegdheid.

Me dunkt: dat is een hard oordeel van de synode over andere kerkelijke vergaderingen; en dat over zo'n omstreden ethische kwestie! De aanneming van dit rapport met deze zinsnede had tot voorzichtigheid in de besluitvorming over homoseksualiteit als zodanig moeten leiden!

Daar komt nóg iets bij. Door vele synodeleden werd voorgesteld om de passage uit het novemberbesluit van 1994, waarin gesproken wordt over doorverwijzen van gemeenteleden naar een andere gemeente, te schrappen.

Het moderamen heeft dit voorstel overgenomen. Vervolgens verklaarde de vergadering zich daarmee in meerderheid akkoord. De in november 1994 aanvaarde praktische 'oplossing' om gemeenteleden, die zich om welke reden dan ook in een gemeente niet aanvaard weten, dóór te verwijzen, werd dus, bij al het andere wat besloten werd, nog geschrapt. Dit had niet gehoeven, aangezien deze 'doorverwijs-maatregel' als zodanig niet gezien mocht worden als maatregel van kerkelijke tucht. Zo was het in november tenminste bepaald. Al met al werden bezwaarde gemeenten deze praktische mogelijkheid, als een door de synode aanvaarde mogelijkheid, ontnomen.

Het zal duidelijk zijn dat dit in tal van gemeenten het gevoel van veiligheid, waar in november 1994 voor geopteerd werd, niet vergroot.

De principiële opvatting, dat homoseksualiteit aanvaardbaar is heeft zich tot in de besluitvorming van de synode doorgezet, ten koste van veel gemeenten, waar homoseksualiteit als principieel onaanvaardbaar gezien wordt. Zo komt het ene deel van de kerk tegenover het andere deel te staan.

Het is teleurstellend om te zien, dat het moderamen dit niet heeft weten te voorkomen door te handelen in de geest van de besluiten van jongstleden november. Ter synode werden amendementen en moties ingediend, die een kerkelijker weg wezen. Ze werden echter niet aanvaard, ondanks het feit dat ook door het moderamenlid ds. W. P. van der Aa voor zo'n weg gepleit werd. Zodoende is het gekomen tot een 'onkerkelijk', niet 'niet-hervormd' besluit. Tot nu toe werd zorgvuldig rekening gehouden met het geheel der kerk. De commissie, die in november een rapport uitbracht, heeft de noodzaak daarvan ingezien. Enkele maanden na dato is dat niet gebeurd en dreigen er in de kerk scheuren te ontstaan.

Dat wat in november nog beoogd werd, is nu ver uit het zicht geraakt. Dat valt zeer te betreuren.

Is dit een voorbode ervan hoe on-hervormd de synode over de kerk zou kunnen 'regeren', als de samenvoeging van kerken ooit een feit zou worden? Bange voorgevoelens kunnen we maar moeilijk onderdrukken.

Tot slot

Het moet toch wel te denken geven dat uitgerekend dat gedeelte van de kerk onder druk is komen te staan, dat zich in haar visie op huwelijk en seksualiteit, met recht beroept op de Schrift en op die dingen, die zij gemeenschappelijk heeft met de Kerk van alle eeuwen en met de christenheid vanaf haar eerste begin! Ja, dat zich beroepen kan en zich daadwerkelijk beroept op hoe het in den beginne was (zoals Christus zelf daar naar verwijst): 'Man en vrouw schiep Hij hen'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een onhervormd besluit inzake de kwestie van de homoseksualiteit

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's