Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebeden kunnen met elkaar strijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebeden kunnen met elkaar strijden

Bidden met dankzegging

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gebeurde tijdens een zomerconferentie van de studentenvereniging CSFR, toen ondergetekende conferentievoorzitter was. De conferentie vond plaats in een van de Utrechtse bossen. Spreker was dr. J. J. Buskes. Het was een stralende, hete zomerdag. Bij de opening dankte ondergetekende voor het prachtige weer, dat we uit Gods goede hand ontvingen. Direct na de opening nam dr. Buskes enige minuten om het gebed te kritiseren. Hij zei, dat hij vanwege een hartprobleem dat hete weer niet kon verdragen. Hij bad om verkoeling. Zulke voorbeelden van tegenstrijdige gebeden zijn met meerdere uit te breiden. Het gebed om regen van de boer kan strijden met het gebed om zon van de fruitteler. Dat betekent intussen niet, dat we het bidden om concrete zaken maar achterwege moeten laten, ook al zijn ze strijdig met gebeden van anderen. Uiteindelijk is ons gebed naar boven gericht. De Hoorder der gebeden weet wat Hij met alle gebeden doen zal. Want uw Vader weet wat gij van node hebt, eer Gij Hem bidt', zegt Jezus alvorens Hij Zijn jongeren het Onze Vader op de lippen legt.

Aanleiding

De aanleiding tot dit artikel ligt bij de hervormde synodevergadering over Samen op Weg, die recent werd gehouden. Toen enige tijd geleden besloten was om de triosynode uit te stellen tot januari 1996, schreef ondergetekende een artikel onder de titel Een keer in de onomkeerbaarheid? . Daarbij werd opgemerkt, dat voor zulk een omkeer van het proces is gebeden. 'Als er dan nu ook een keer in het proces op handen lijkt te zijn, ook zal de dank bij Hem worden gebracht.'

Dit alles nu riep kritiek op bij enkele sprekers ter synode. Hoewel in het betreffende artikel ook was opgemerkt, dat we 'heel best weten, dat anderen om de voortgang van het proces hebben gebeden' en gebeden ook hier 'aan elkaar strijdig kunnen zijn', voelden synodeleden zich toch gekwetst, omdat zo nadrukkelijk de hand des Heeren werd beleden in de ontwikkelingen van het SoW-proces.

In het vorige nummer van dit blad, waarin uitvoerig, hoewel nochtans beknopt verslag werd gedaan van de synodezitting, werd intussen ook gewag gemaakt van het feit, dat ds. Hammer uit Hoofddorp het gebed, dat in zijn gemeente met betrekking tot de voortgang van het proces was gebeden, nadrukkelijk ter sprake bracht. Het was een moment, waarin gemengde gevoelens werden opgeroepen, omdat er toen niemand was, die dit gebed ter discussie stelde.

Alvorens nader op deze zaak in te gaan, zou ik de vraag willen stellen wat de reactie op het artikel van ondergetekende zou zijn geweest wanneer uitsluitend gezegd was, dat er dankbaarheid was of mocht zijn met betrekking tot de wending, die zich in het SoW-proces leek te gaan aftekenen, toen namelijk de triosynode werd verdaagd en een extra hervormde synodevergadering werd belegd. Dan zou, dunkt mij, niemand iets hebben gezegd. Alsof dankbaarheid in de kerk echter iets anders kan betekenen dan dankbaarheid aan God.

Toen enkele jaren geleden dr. J. M. den Uijl overleed, werd een 'in memoriam' uitgesproken door Marcel van Dam. Deze zei, dat hij woedend was bij de dood van Den Uijl. Woedend, op wie? Woede heeft toch een adres? Zo heeft ook dankbaarheid als het goed is een adres. Spreken van dankbaarheid door een christen of binnen de christelijke gemeente is het uitspreken van dankbaarheid voor Gods Aangezicht. Onze dankbaarheid kan toch niet neutraal zijn?

Openbaar

In een overigens goed nagesprek, dat ik met één van de critici ter synode had, werd opgemerkt, dat ons gebed zich toch in de binnenkamer voltrekt? Dat is juist. Jezus Zelf zegt het: Maar wanneer gij bidt, gaat in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bidt uw Vader, die in het verborgen is; en uw Vader, die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden.' (Mt. 6:6)

Hier betreft het de persoonlijke gebeden. Die voltrekken zich in volstrekte intimiteit. Daarmee komt een mens niet naar buiten, zeker niet om de ander, die wel eens tegenstrijdig zou kunnen bidden, te overtroeven. Mensen mogen niet, met een beroep, op eigen gebed, hun gelijk halen. Onze gebeden zijn omhoog gericht en niet naar elkaar.

Maar er zijn ook openbare gebeden. Die worden door mensen méégebeden, óf die kunnen er soms niet in meekomen. Zulke gebeden zijn zeker riskant, omdat ze altijd het gevaar in zich hebben, dat ze geschieden 'opdat ze door de mensen gezien worden.'(Mt. 6:5)

Het openbare gebed kan in zeker ook misbruikt worden, wanneer namelijk de publieke bidder zich tot mensen richt, om mensen bij wijze van gebed iets te zeggen. Dat is de kwetsbare kant ook van de voorbede door de pastor in de gemeente, als die namelijk geschiedt om mensen te behagen. Maar in de openbare gebeden worden zaken ook héél concreet. Die concretisering raakt vandaag ook Samen op Weg, omdat het daarin om de kerk van de toekomst gaat. Als zodanig is de laatste jaren telkens weer in consistoriekamers en op kansels gebeden. Er is gebeden om een andere weg dan die van Samen op Weg, omdat de kerk van de toekomst niet die van het verleden lijkt te zijn en daarmee de historische continuïteit wordt verloren.

Het is oprecht en met volle overtuiging gedaan. Terecht heeft ds. A. Baas daarop ter synode gewezen. Het waren gebeden, die luidop en voor anderen hoorbaar werden uitgesproken en door velen werden gehoord en meegebeden. Die gebeden staan dan ook ter beoordeling. Tegelijkertijd zijn inderdaad hiermee strijdige gebeden uitgesproken, namelijk om de voorspoedige voortgang van SoW. Het wordt dan echter een ongeestelijke zaak wanneer gebeden worden gebruikt als kerkpolitiek wapen. Of de gebeden naar onze zin en in onze geest worden verhoord, is immers een tweede. Ze worden, als ze oprecht zijn, toch tot God opgezonden, in hoop en verwachting, dat die gebeden uitwerking hebben mogen. We vragen, met eerbied gezegd niet, of de Heere maar niet horen wil wat we vragen.

Er zijn smeekbeden opgezonden — persoonlijk maar ook openbaar — in oprechte zorg om de kerk. En als zich dan tekenen ten goede aandienen, dan zal toch ook de dank moeten en mogen worden uitgesproken aan Hem, die gebeden hoort?

'Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God' (Filippensen 4 vers 6).

Danken

Het zit dan echter kennelijk in het danken. Wanneer we danken, na te hebben gebeden, lijkt het alsof we zeggen willen, dat God óns bidden verhoorde, terwijl Hij diegene, die anders heeft gebeden, voorbijging. Het heet dan al spoedig, dat we God voor ónze zaak claimen. Van dat gevaar moeten we ons inderdaad terdege bewust zijn. Maar intussen is niet alle bidden hetzelfde. Daarom mag gebed ook worden getoetst. 'Gij bidt en ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt', zegt Jacobus (4 vers 3). Er zijn dus in Gods oog ook kwalijke gebeden. Dat zijn zeker die gebeden, die 'op de hoeken der straten' gebeden worden 'om door anderen gezien te worden'. Dat maakt ons in het kerkelijk beweeg, als het goed is, ook voorzichtig. De gebeden, die we uitspreken, worden voor Gods Aangezicht gewogen. Dat doet ons huiveren.

Maar dat mag de openbare gebeden en de openbare dankzegging niet hinderen, ook niet in het Samen op Weg-proces.

We onderstrepen nog eens, dat ook openbare gebeden gebeden zijn naar Boven, niet naar de mensen toe. Er zal toch ook dank zijn om zegen, die is afgebeden. Zo kunnen mensen individueel komen tot dankzegging om wat God aan zegen gaf in hun leven. Ze kunnen daarvoor zelfs om na-danken vragen in het midden van de gemeente, als ze eerst om vóór-bidden hebben gevraagd. Ze letten op de tekenen van Gods bemoeienis in hun leven en geven uitdrukking aan hun dank voor Gods Aangezicht èn voor het aangezicht van de gemeente.

Zo mag ook zegen, die collectief, gezamenlijk wordt beleefd, in dankzegging worden uitgezegd in het midden van de gemeente.

Zo geschiedde het bij de bevrijding. Zo geschiedt het ook bij minder ingrijpende gebeurtenissen.

Mag het zo dan ook niet geschieden wanneer er de ervaring is, dat God in de kerk het gebed hoort inzake Zijn kerk zélf?

Moeilijk

De moeilijkheid is, dat wanneer gedankt wordt inzake kwesties, die kerkelijk moeilijk liggen, we elkaar binnen de christelijke gemeente opeens kunnen gaan betichten van onoprechtheid. Dat heeft intussen alles te maken met het feit, dat we in de kerk kennelijk geen gebedsgemeenschap meer zijn. Moet immers niet na élke synodevergadering kunnen worden gedankt met betrekking tot genomen beslissingen? Als dat niet het geval is, is er óf iets mis met de beslissingen óf er is iets mis met de kerk als gebedsgemeenschap.

Toen vorige week de hervormde synode werd afgesloten was de één dankbaarder dan de ander. Dank is echter wel dank voor God. Aan Hem is het hóé en óf Hij onze dank aanvaardt. Maar bij bidden hoort wel danken.

Kunnen we als Hervormde Kerk nog danken voor de voortgang van het Verbond in de voortgang van onze geschiedenis? Dat is de vraag.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Gebeden kunnen met elkaar strijden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's