Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ben ik bekeerd?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ben ik bekeerd?

Ontmoetingen met jongeren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrijdagavond, dat leek wel voor de jongelui in een van mijn vorige gemeenten wel een heilige avond. Als je er een beetje bij wilde horen, moest je op die avond met vele leeftijdgenoten in die lange, smalle, gezellige winkelstraat lopen. Gewoon op en neer. Allerlei mensen tegenkomen. Even kletsen met de lui van school of met je nicht en je neef En wie weet liep je daar de jongen of het meisje van je leven wel tegen het lijf

Een evangelisatiegroep uit een naburige gemeente had dat ook ontdekt en probeerde van de gelegenheid gebruik te maken om jongelui aan te spreken met de boodschap van het evangelie.

Zo was er een jongen op een groepje van m'n catechisanten afgestapt en had zo maar pardoes aan ze gevraagd: Zijn jullie bekeerd? Ze waren op dat moment natuurlijk helemaal niet in de stemming voor zon vraag en reageerden dan ook een beetje lacherig: 'Ja, dat zullen we jou zeker aan je neus hangen. Bovendien als je het weten wilt, we gaan naar de kerk hoor...'.

En omdat er net een paar jongens langs kwamen, van wie ze wisten dat ze nergens aan deden, zeiden ze: 'Zie je die lui daar, aan die moet je maar eens vragen'. Lachtend en lawaaiend waren ze doorgelopen. Toch was het incident daarmee niet gesloten.

Een paar weken later op catechisatie kwam een van die jongens er mee voor de dag. Het had hem niet meer losgelaten. Toen hij 's avonds bij zijn vriend vandaan naar huis fietste, had hij gedacht: 'Toch wel moedig van die vent om dat zomaar op straat aan ons te vragen. Dat zou ik nooit durven. En ben ik ook echt eigenlijk wel bekeerd, ik ga wel naar de kerk, maar is dat alles wel van het geloof? ' En zo stelde hij de vraag op catechisatie: 'Hoe weet je eigenlijk dat je bekeerd bent? ' Het verrastte me, zeker op dat uur van 15 en 16 jaar. Het is best moeilijk om ze er op die leeftijd bij te betrekken. Maar nu zat de spanning er meteen in. Ik had onmiddellijk het gevoel, dat hij die vraag niet zomaar stelde en vroeg: 'Waarom vraagje dat? ' 'Nou', antwoordde hij, 'we liepen een keer op vrijdagavond in de stad...'. En toen volgde het hele verhaal. Hij besloot: 'En nu zou ik toch wel eens willen weten, hoe je kan weten of je bekeerd bent'.

Omdat het catechisatieuur al een eind gevorderd was, speelde ik even met de gedachte om het gesprek maar uit te stellen tot de volgende keer, maar zou dan de spanning er nog inzitten? Daarom toch dadelijk maar verder.

Ik begon met de kerk. 'Jongens jullie hebben gezegd: We gaan toch naar de kerk, maar kun je zeggen, dat iedereen die naar de kerk gaat bekeerd is? ' Nee, dat vonden ze toch ook niet, want je kon toch ook naar de kerk gaan voor je ouders, en je zag toch maar al te vaak, dat jongeren als ze eenjaar of twintig worden er helemaal mee stoppen met het geloof en zo, dan zijn ze toch niet bekeerd?

Een meisje vertelde over haar oma: Die had kanker gekregen. En wat had ze het er moeilijk mee gehad. Als je bij haar kwam zat ze maar stil en somber voor zich uit te staren. Tot op een nacht er iets bijzonders gebeurde. 'Toen ik daarna bij haar kwam, was ze heel anders, zo blij. Ze was heel niet bang meer om te sterven.' Een ander begon over de programma's van de E.O., waarin je hoort en ziet van mensen, die er eerst maar op los hebben geleefd en dan plotseling heel anders zijn omdat ze Jezus hebben aangenomen. 'Dat is dan zeker bekeerd? '

Na nog wat heen en weer gepraat hebben we samen de Bijbel opengeslagen en geluisterd naar Handelingen 9, waar we de geschiedenis van Paulus' bekering vinden.

We vonden daar, dat je net als Paulus heel godsdienstig kunt zijn en toch onbekeerd. En dat het belangrijkste van bekering is datje de Heere Jezus vraagt: Wat wilt U dat ik doen zal. Als je Paulus' ervaring vergelijkt met die van anderen uit de Bijbel, blijkt niet het moment het allerbelangrijkste, maar wel de richting, die je met je leven inslaat. Naar God toe, of bij God vandaan. Ik wees ook op het gevaar van die vraag, hoe je weet dat je bekeerd bent. 'Je kunt met die vraag in jezelf vastlopen. Het gaat niet allereerst om wat je van jezelf denkt. Het gaat om wat jij van God vindt en van de Heere Jezus.'

Later nog wat nadenkend over die jongen en z'n vraag, dacht ik bij mezelf: Ik heb altijd mijn vragen gehad bij zulke praktijken als van die evangeliesatiegroep. Is dat wel de methode om jongeren op straat zomaar aan te spreken op hun bekering? In Prediker 8 vers 5 wordt toch ook gezegd, dat het hart van de wijze tijd en wijze kent. En getuigt het wel van wijsheid als je jongelui op zo'n plek zo confronterend aanspreekt.

Ik herinnerde me, hoe ik samen met een andere leidinggevende tijdens een HGJB-kamp ergens in het buitenland in de keuken stond af te wassen met een aantal kampleden. Zo maar pardoes vroeg ze aan een van die meisjes: Zou jij vandaag kunnen sterven en God ontmoeten? Het werd pijnlijk stil. Ze kleurde ervan en wist niets uit te brengen. Ik probeerde de situatie te redden door te zeggen: Daar denkt Rianne vast wel over na, maar laten we nu zorgen dat de pannen schoon en droog in de kast komen. Zullen we nog eens dat lied van gisteravond zingen? Ik heb later bij de stafbespreking gezegd, dat het zo toch eigenlijk niet kon. Voor zulke persoonlijke vragen is toch een basis van vertrouwen nodig. Bovendien moet het er ook een beetje de plek en de gelegenheid voor zijn. We hadden toch onze bijbelstudies. Kwam vanuit het Bijbelwoord zelf het appèl niet duidelijk genoeg naar onze jongelui toe? En loop je met zulke confronterende vragen niet kans op een onrijpe beslissing? Zowel positief als negatief Zo'n meisje als Rianne zou ja kunnen zeggen, terwijl zij eigenlijk nog niet goed weet wat zij zegt. Maar door allerlei oorzaken zou ze net zo goed afwijzend of onverschillig kunnen reageren, terwijl ze niet goed weet wat ze afwijst. Zo'n afwijzing zou bijvoorbeeld kunnen worden ingegeven door wat zij thuis of in de familiekring meemaakt van het geloof Dat haar zo tegenstaat, dat zij daar in ieder geval niets mee te maken wil hebben. Riskeren we met ons gedram dan niet dat jongeren zich steeds meer verzetten tegen het geloof? Ze moeten toch ook de kans krijgen om de boodschap van het evangelie echt te horen.

Al die argumenten kwamen nu ook weer bij me op. Maar ik moest wel erkennen, dat dat gesprekje in die winkelstraat in ieder geval geen slechte uitwerking had gehad. Het had die jongen dan toch maar aan het denken gezet. En zou het bevel van de heer van het grote avondmaal uit de gelijkenis van de Heere Jezus: dwing ze in te gaan, ons toch ook niet wat te zeggen hebben? (Luk. 14:23) Die evangelisatiegroep had toch ook maar die jongelui opgezocht waar ze waren.

Onze ontmoetingen met jongelui kunnen we, denk ik, niet volgens vast recept laten verlopen. Ongetwijfeld zijn er bepaalde dingen om rekening mee te houden, maar daar moetje soms ook zo maar weer doorheen breken. De Heilige Geest breekt er doorheen. Wat echt van het allergrootste belang is, is dat we een persoonlijke geloofsband met Christus hebben en ons zo laten leiden door Zijn Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ben ik bekeerd?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's