Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nochtans, de Kerk is er nog...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nochtans, de Kerk is er nog...

Terugkeer naar de apostolische overlevering

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

'...zij is er nog als Landskerk, als Volkskerk, zij het in een deplorabele situatie. Al werkt zich de chronisch geworden crisis uit in een permanente ondermijning van haar historische fundamenten — zij is er nog. Zij is er nog, zichtbaar in haar monumentale en pittoreske kerkgebouwen, haar hoog oprijzende kerktorens, haar machtige kerkorgels, haar weergaloze gebrandschilderde kerkramen, haar zerken en graftomben, haar kerkklokken en carillons. Maar zij is er ook nog in de ziel van het volk, waar als een geestelijk reservoir de herinneringen bewaard liggen van lang vervlogen tijden. Herinneringen die in bange en kritieke tijden onverwachts boven komen. De dichteres Ida Gerhardt spreekt ervan in haar prachtige oorlogsgedicht: Het Carillon'.

Het bovenstaande is ontleend aan de slotpagina's van het nieuwste boek van dr. W. Aalders 'DE KERK het hart van de wereldgeschiedenis'.

Wie menen mocht dat hier een kerkbeeld wordt opgeroepen, dat vooral wordt bepaald door stenen en klokketorens, leze verder:

'Zij het in een veelszins deplorabele staat is de Kerk er dus nog als Volkskerk, als Landskerk, voortgekomen uit de eeuwenoude sancta Ecclesia apostolica (heilige, apostolische kerk, v.d.G). Zij is er nog als legitieme erfgename van het apostolisch geloof en van de apostolische overlevering. Zij is er nog als loot van de Planting van de Vader en als zijbeuk van de Kerk als Bouwwerk Gods. Van een bewuste en openlijke breuk met het verleden en met de historie is nog geen sprake, hoe zwak haar kerkelijk besef., ook moge zijn.'

Apostolisch

Eindelijk weer een boek! Dat was mijn reactie na lezing van het boek van dr. Aalders over de Kerk. Het mag opvallend heten dat een theoloog, die zich veelvuldig heeft beziggehouden met de tijdgeest ('In verzet tegen de tijd') en zich heeft verzet tegen modieuze, moderne theologie, zich op hoge leeftijd nog waagt aan een boek over de Kerk, ondanks het feit dat naar zijn mening vandaag van een 'deplorabele staat' van de kerk gesproken moet worden. In die deplorabele staat tilt hij haar uit boven de eigentijdse chaos en heeft hij de geloofsmoed haar boven kerkmuren uit te plaatsen in de apostolische traditie.

Naar mijn oordeel komt dr. Aalders, juist in zijn scepsis over de kerk in haar huidige gestalte, uit boven het doemdenken, dat zich alom kerkelijk breed maakt. Wanneer we worden teruggeworpen op Gods doorgaande werk in de kerk der eeuwen, in de éne heilige 'katholieke' kerk mogen we ook opademen. De verheerlijkte Christus wandelt immers tussen de zeven kandelaren.

Het boek Openbaring

De apostolische oorsprong van de Kerk ziet Aalders vooral getekend in de Apocalyps, het boek Openbaring. Hij zegt: 'De waarde van dit Bijbelboek als apostolisch, ambtelijk, kerkelijk geschrift is onschatbaar'. Aalders illustreert dit aan de hand van de zeven Kleinaziatische gemeenten. Maar het gaat ook in die Apocalyps om méér dan alleen de kerk. Het gaat om de wereld, om de geschiedenis van de wereld, om de ganse kosmos. Dominerend is daarbij de 'Christus-figuur', die naar voren treedt in telkens nieuwe verschijningen: 'als het Lam voor de troon van de Vader, als het Kind van de vrouw die door de draak vervolgd wordt, als de ruiter op een wit paard, als de Wereldrichter'.

De apostel Johannes heeft, zegt dr. Aalders, aan de Christusprediking een nieuw element toegevoegd. Hij predikte in de Kleinaziatische gemeenten de Heere Jezus als 'Zoon des mensen, de Wereldheiland: em zij de heerlijkheid en de macht tot in alle eeuwigheden. Ik ben de Alpha en de Omega, zegt de Heere God, Die is en die was en Die komt, de Almachtige, de Pantocrator, de Alleenheerser en Albestuurder (v.d.G.) (Openb. 1 : 6, 8).

Meestal zoeken we de legitimatie van de kerk in Schriftplaatsen, waar als zodanig over de kerk gesproken wordt. Dr. Aalders opent in zijn boek echter het perspectief van de Kerk der eeuwen, dat in de Apocalyps tot op de dag van Christus hoopvol oplicht. Met haar ontwikkeling als 'kerk uit de heidenen' is zij 'een laatste en beslissende periode ingegaan in haar missionaire bestaan, van haar betrokken-zijn bij het wereldse geschiedproces'.

Rome

Zo is het Evangelie de wereld ingegaan. Dat betekende een verkerkelijkingsproces van het christelijk geloof, ofwel het ontstaan van de Ecclesia, als Kerk uit de heidenen.

In geen werelddeel is de Kerk vervolgens dieper in de geschiedenis geworteld en als instituut voller tot ontplooiing gekomen dan in Europa. 'En Rome is er het centrum van geweest', zegt dr. Aalders. Daar kreeg de kerk als Planting van de Vader (Jes. 5 : 7, Ps. 80 : 9 e.a.) en Bouwwerk Gods (Ef 2 : 20) concreet gestalte.

Aan protestantse zijde is er vaak te weinig inzicht geweest in de grote betekenis, die Rome als metropool — hart van de kerk en van de wereldgeschiedenis — in de begintijd heeft gehad.

In Rome zijn echter de apostelen Petrus en Paulus bloedgetuigen geworden.

Rome is martelaarstad bij uitstek geweest. Vanuit Rome, evenals overigens vanuit Antiochië en Alexandrië, is het Evangelie in de toenmaals bekende wereld verbreid. Daar werd het Woord van Christus aangaande 'de tijdperken en tijdstippen' (tijden en gelegenheden) uit Handelingen 1 vers 7, 8 vervuld, toen Christus zei, dat de zijnen getuigen zouden zijn tot aan de einden der aarde. Rome werd toen overigens de éérste 'onder zijn gelijken'. De 'gemeente van getuigen' kreeg daar een plaats in het geschiedenisproces. Dat was 'geen gemeente van heiligen der laatste dagen, geen sekte in het rijk van de anti-christ'.

De kerk werd vanuit Rome Wereldkerk. De kerk werd hier 'het hart van de wereldgeschiedenis'.

Veel aandacht geeft dr. Aalders dan aan de figuur van de bisschop.

Ook bisschoppen werden getuigen, bloedgetuigen. Het bisschopsambt dat ontstond was overigens gelijk aan het ambt van presbyter (de ouderling). In Handelingen 20 vers 17 en Filippenzen 1 : 1 zijn de benamingen presbyter (ouderling) en episcopos (bisschop) aan elkaar gelijk. Bij presbyter ligt meer de nadruk op de waardigheid van het ambt, bij episcopos op de aard van de functie. De eerste bisschoppen zijn nog leerlingen van de apostelen geweest. Clemens was leerling van Petrus en Paulus, Ignatius en Polycarpus waren leerlingen van de apostel Johannes. Aalders duidt die bisschoppen dan ook als 'vertegenwoordiging en belichaming van de Kerk als Planting van de Vader en Bouwwerk Gods'. Maar, zegt hij, het bisschopsambt stond nog ver van 'een hiërarchisch georganiseerd kerkelijk systeem'.

Omslag

Dr. Aalders blijft in zijn boek Rome in haar bisschoppelijke ontwikkeling intussen lang positief waarderen en tegen haar bestrijders, die Rome als Babylon of Antichrist gingen zien, lang in bescherming nemen. Gezag en macht (auctoritas en potestas) waren nodig tegen partijschappen, verdeeldheid en verlies van het Evangelie. 'Het droombeeld van een Kerk zonder ambtelijke instanties dient afgewezen te worden'.

Toen het Romeinse Rijk instortte bleef zelfs alleen de kerk als gezagsinstantie over, betoogt hij. 'En zij kende toen haar verantwoordelijkheid', al moet beseft worden, dat dat was in een noodsituatie. De Kerk bleef behoedster van de schatten van de antieke cultuur. Dr. Aalders duidt dit zelfs als 'een evangelisch-legitiem (wettig) gevolg van de groei van de oerchristelijke gemeente te Jeruzalem tot Wereldkerk'.

Maar hier ligt voor dr. Aalders tevens de omslag in de duiding van Rome als Wereldkerk. Langzaam maar zeker kwamen macht en gezag te liggen bij de Romeinse curie. Dr. Aalders zegt daarover:

'Deze ontwikkeling heeft de geschiedenis van de middeleeuwse Kerk bepaald. Ze heeft haar ontgeestelijkt, haar verwereldlijkt, haar vervreemd van haar oorsprong en haar "tot een politiek lichaam gemaakt, bestuurd door een pauselijk monarch en uitwendig alle kenmerken dragend van een strikt georganiseerde eenheid".' (hier citeert Aalders J. N. Bakhuizen van den Brink).

Reformatie

Wie al lezend meent, dat dr. Aalders wel héél lang Rome in haar bisschoppelijke ontwikkeling positief waardeert, ervaart tot zijn verheugenis hier ook de grote omslag, die Aalders dan maakt naar de Reformatie. De Hervorming betekende 'terugkeer tot de apostolische oorsprong'.

Aan de Hervorming kan als historische gebeurtenis het wonderkarakter niet worden ontzegd.

De Hervorming was ingrijpen van God in de Kerk.

'Het eigenlijke wonder van de Hervorming is geweest dat toen en daar de Heilige Schrift weer is gaan functioneren als levend Woord van God, als Openbaring'. Het openbaringskarakter van de Heilige Schrift was in de kerk van Rome als een pro-memoriepost in het vergeetboek geraakt. De kerk was in de ban gekomen 'van gierig opeengehoopte en krampachtig vastgehouden ongeestelijke auctoritas (gezag) en potestas (macht)'.

Luther had ervaren dat de kerk in de ban was geraakt van wereldse en ongeestelijke machten en krachten. Daarom kwam de breuk met Rome.

De Reformatie was als zodanig echter, zegt dr. Aalders, geen breuk met de apostolische kerk maar 'een nieuwe geboorte, een wedergeboorte van wat in het verleden reeds was geweest'. En die wedergeboorte betekende vooral een revival van de prediking.

Het was de politiek intussen — de Rijksdag te Spier — die de afzonderlijke reformatorische stadsgemeenten binnen één kerkverband heeft gebracht. Zo kreeg ook de kerk der Reformatie een historisch en publiekrechtelijk karakter. Ook zij werd ingeplant en ging wortelen in de geschiedenis.

Er kwamen verder visitatoren. Luther bracht de visitator in verband met het nieuwtestamentische ambt van opziener en met het oudchristelijke bisschopsambt. Aalders zegt: 'Reformatie door visitatie. Betekende dat niet terugvoering van de Kerk tot haar apostolische grondvormen en zo tot haar oorspronkelijke bestemming? '

En Wittenberg werd het geestelijk centrum van de Reformatie, zoals voorheen eerst Jeruzalem, toen Samaria, toen Antiochië, Alexandrië, Carthago, Milaan 'en bovenal Rome'. Wittenberg nam dus de plaats van Rome in.

Zo werd de kerk van de Reformatie een historisch gewortelde grootheid, die zich later ging doorvertalen in de verschillende Lands-of Volkskerken. De Volkskerken werden zelfs 'de vormende kracht van de naties'.

Zo kwam ook de kerk van de Reformatie in de Nederlanden tot stand. Wat de Nederlanden betreft, waren in Emden (1571) 'ware belijders' bijeen, 'in de zin van getuigen, manures, in de nieuwtestamentische, Johanneïsche zin van het woord'. Na die synode werden afzonderlijke gemeenten ingelijfd in de Nederlandse Hervormde Kerk, onder bescherming van de overheid. 'Haar karakter als volkskerk bracht met zich mee, dat zij een publiek karakter had en dat zij op het volk grote invloed had, wat tot gevolg had dat de overheid niet onverschillig kon zijn welke orde en regel zij voor leer en leven vaststelde en handhaafde.' De kerk was ook hier 'hart van de wereldgeschiedenis'.

Nabeschouwing

Tot zover een beknopte weergave van het boek van dr. W. Aalders dat uitloop op de passages in het begin van dit artikel. Het boek heeft een dermate geladen inhoud, dat het nauwelijks verantwoord is het samen te vatten.

In het begin van dit artikel stelde ik: eindelijk weer eens een boek. En dan een boek over de kerk, zoals mijns inziens sinds lang niet is verschenen. En wel omdat het een boek is, dat ons plaatst èn in de apostolische traditie èn in de ruimte van de Wereldkerk. Maar dan een boek ook, waarin tot uitdrukking komt, dat men zich voluit in die wereldkerk en in die apostolische traditie mag weten opgenomen wanneer men zich opgenomen weet in de traditie van de Reformatie.

Het lezen van dit boek van Aalders doet even vergeten alle provincialisme, dat kenmerkend is voor de kerkelijke erfenis van de Reformatie in onze dagen. Dr. Aalders herinnert aan de katholieke, apostolische allure van de Reformatie in haar oorsprong.

Aalders durft het verder aan om, midden in de kerkelijke malaise van onze dagen, de kerk te tillen op het niveau waarop ze was, toen het evangelie zich in de vroegchristelijke tijd ging verkerkelijken.

Nu het onweer over de kerk is losgebroken — de 'baaierd', zegt Aalders — zal de kerk haar crisis niet anders te boven kunnen komen 'dan door zich opnieuw te laten onderrichten door haar eigen verleden, haar voorvaderlijk erfdeel, haar apostolische traditie en dan bovenal door de Apocalyps (het boek Openbaring) van de visionair Johannes als het meest kerkelijke, het meest op de geschiedenis-dynamiek betrokken Bijbelboek'.

Op deze wijze slaat Aalders de brug tussen de kerk van de Begintijd en de Kerk van de Eindtijd. De terugkeer van de Kerk van nü naar de kerk van tóén vraagt echter wel om 'metanoia' (omkeer of bekering) tot Christus als de Pantocrator, de Alregeerder. Maar zó zal de kerk vandaag kunnen beantwoorden aan haar hoge roeping 'om in de tijdperken en tijdstippen van het geschiedproces getuige, martur, te zijn'.

Vragen

Er zijn ook vragen te stellen bij dit boek. Mensen die Afscheiding en Doleantie in ons land ook als daad Gods zien, zullen Aalders' boek, wat de uiteindelijke conclusie betreft, teleurgesteld terzijde kunnen leggen. Want 1834 en 1886 komen in dit boek niet voor. Maar in de crisis van de kerk(en) vandaag ligt intussen toch de vraag van onze éne, ongedeelde oorsprong? Zijn we immers niet allen het zicht op de ene heilige, katholieke kerk kwijtgeraakt!

Samen op Weg komt als zodanig in dit boek helemaal niet aan de orde. In het licht van de apostolische traditie is dat kennelijk een verwaarloosbare grootheid, geen kwestie van apostolische katholiciteit. Maar dit punt had wel aan de orde mogen komen.

Er zijn ook nog andere vragen te stellen bij dit boek. Aan de reformatorische confessies had wat mij betreft meer aandacht geschonken kunnen zijn. Calvijn en Geneve krijgen slechts afgeleide aandacht. Het hart van dr. Aalders ligt kennelijk bij Luther, die hij 'de spil' van de Reformatie noemt. Bij hem laat hij de Openbaring als hart van de kerk (en zo van de wereldgeschiedenis) helemaal tot zijn recht komen.

Nochtans

Men kan zich verder afvragen of de kerk nog zó in de ziel van het volk verankerd is als rondom de Tweede Wereldoorlog. Heeft niet een harde secularisatie bezit ook genomen van de ziel van het volk? In zijn boek voert dr. Aalders intussen een indrukwekkend pleidooi voor de kerk. In een tijd, waarin wordt voorspeld, dat in de eenentwintigste eeuw de evangelische beweging wereldwijd de meerderheid van de christenheid zal uitmaken, mogen we wel ernst maken met de 'verkerkelijking van het Evangelie' in de apostolische traditie. Opdat niet alsnog een breuk met de apostolische traditie optreedt.

Nochtans, de kerk is er!

N.a.v. dr. W. Aalders, De KERK, het hart van de wereldgeschiedenis, uitgave J. J. Groen en Zn., Leiden, 176 pag, ƒ 42, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Nochtans, de Kerk is er nog...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's