Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Openbaring en ervaring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Openbaring en ervaring

'Geloven we in dezelfde God?'

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Daar, onder een oude limoenappel, tegen de beukenhaag van de begraafplaats aan, trof ik mijn vader. Languit op de grond liggend, biddende. Toen hij mij hoorde, keek hij op. Zijn ogen stonden verwilderd, zijn haar zat in de war en toen ik hem aanraakte, voelde hij koud aan. Het leek op alle kracht uit hem geweken was. "Papa, wat is er met je? ", zei ik. "Iedereen is je aan het zoeken, er is een klant die bloemen wil kopen!" "Een klant? " Zijn stem klonk verbaasd. "Maar jongen. God is hier net geweest en heeft mij aangeraakt in een geruis van onweer en stormwind...".'

Dit fragment is ontleend aan het pas verschenen boek Dorpsstraat Ons Dorp (Meulenhoff, Amsterdam), waarin de schrijver Jan Siebelink en de journalist John Jansen van Galen in een briefwisseling ervaringen uit hun beider geboorteplaats Velp uitwisselen. Het fragment is ontleend aan een brief van Siebelink, die vertelt dat zijn vader 'na die krachtdadige bekering' aanhanger werd 'van een zekere ds. Paauwe' en voegt daaraan toe: 'zwarter vorm van calvinisme is op aarde nooit gepredikt'. Jan Siebelink werd van tijd tot tijd meegenomen naar een boerderij in de buurt van Ede, waar ds. Paauwe op de deel preekte. Vader was verder 'thuiszitter' en hield godsdienstoefeningen in het gezin, want 'geen kerk deugde meer.'

Intussen zegt Siebelink, dat de plaats waar hij zijn vader toen gevonden heeft, voor hem iets 'magisch' is blijven behouden. 'Want God is daar geweest.' Naar die 'extatische ervaring' van zijn vader zegt hij zijn leven lang te hebben gestreefd.

Het gaat hier om de Godsontmoeting, de Godservaring, de Godsbeleving. Hoe vindt die plaats in het leven van mensen? 'God openbaart zich in menselijke bestaan', zo luidde dezer dagen het opschrift boven een verslag van een promotie inzake de Godsleer in de theologie van dr. K. H. Miskotte (drs. H. C. van der Sar, Kampen). Daarin stond echter te lezen: 'Miskotte stelde dat God Zich openbaart in ons bestaan, zonder erin op te gaan. Ons bestaan openbaart God niet. Miskottes theologie is geen ervaringstheologie maar een Woordtheologie.'

Hunkering

In een tijd, die wordt aangemerkt als tijd van Godsverduistering, hunkeren velen naar Godservaring. Hoe ervaar ik God in mijn leven? De 'extatische ervaring' wordt ook meer en meer uitgedragen, met name in evangelische kring (b.v. de Torontozegen). De Godsontmoeting als waar Siebe link over spreekt wordt als zodanig als heel authentiek ervaren. Dat vooral zou het echte zijn.

In de al of niet krachtdadige bekering ontmoet inderdaad God de mens en spreekt God tot de mens. Dat gaat niet buiten de mens om. Die ontmoeting is ook niet louter verstandelijk van aard. In die Godsontmoeting beeft de mens voor Gods majesteit, weet hij zich klein en nietig, werpt hij zich in gebed ter aarde voor Gods Aangezicht. Die ervaring als zodanig valt nauwelijks onder woorden te brengen. Maar hóe en waarom kan deze ervaring er zijn?

Aartsvaders, profeten, evangelisten en apostelen hebben van directe Godsontmoeting^ geweten. Ze mochten met hun oor liggen aan de mond van God. Zo wilde God Zich aan hen openbaren. Met name ook opdat mensen 'eeuwen na hen bij die Openbaring zouden leven.

Abraham onderwond zich om tot God te naderen, hoewel hij wist 'stof en as' te zijn. Jacob zei overigens ook: God was aan deze plaats en ik heb het niet geweten (Gen. 28 : 16).

De engel des Heeren verscheen aan Mozes in de brandende braamstruik. Hij moest de schoenen van de voeten doen, omdat de plaats, waarop hij stond heilige grond was. (Ex. 3).

Jesaja zag de Heere, zittende op Zijn troon en zei, toen hij tot profeet geroepen werd: wee mij, want ik verga! daar ik een man van onreine lippen ben...' (Jes. 6 : 5).

De psalmen zijn vol van Godsontmoeting, hoewel ook van Godsverberging en dan ook van Godsverlangen. 'O God!, zwijg niet, houd u niet als doof, en wees niet stil, o God!' (ps. 83 : 2).

En Paulus, als laatste der apostelen, zegt dat hij het hemels gezicht niet ongehoorzaam is geweest (Hand. 26 : 19).

Als zodanig hebben gelovigen de eeuwen door van de Godsontmoeting geweten en ook van het Godsverlangen. God openbaarde zich in hun bestaan. Hij liet Zich ontmoeten, vinden. 'Hoort wat mij God deed ondervinden, wat Hij gedaan heeft aan mijn geest' (Ps. 66). Daarom is het verlangen naar de Godservaring bijbels authentiek. En daarom is de Godservaring ook wezenlijk in het christelijk geloof.

De bijbelschrijvers hebben aan het bestaan van God nooit getwijfeld. Ze hebben Hem ontmoet. Wel hebben ze van tijd tot tijd ook geen raad geweten met Gods handelen in de wereld, in de geschiedenis. Maar dat deed hen juist te meer God aanlopen, opdat Hij zich ook in Zijn handelen wilde laten kennen.

Gelovigen van alle tijden kunnen dezelfde vragen en worstelingen hebben als de bijbelheiligen. Ze leren echter God niet anders ontmoeten en kennen dan via het Woord, dat Hij aan de bijbelheiligen doorgaf. De God van de Bijbel ontmoeten wij niet 'onder het waaien van een eik', zoals ooit ds. Barthold van Ginkel voor waar wilde hebben! Het Woord alleen!

In Christus

Christus is bovendien niet onduidelijk als het erom gaat hoe het na Zijn komen in de wereld écht met de Godservaring zit. 'Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, heeft Hem ons verklaard' (Joh. 1:18).

Hier krijgt elke Godservaring buiten Christus de doodsteek. God wordt niet gezien maar gehoord. Openbaring van God komt niet uit de mens op, gaat er ook niet in op, maar heeft in het komen van Christus in deze wereld vlees en bloed gekregen. Daarom zegt Paulus: En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid' (1 Tim. 3 : 16). In het (leren) kennen van Christus vindt ten diepste de Godsontmoeting plaats. Niemand komt tot de Vader dan door Hem. Daarvoor is ook verkondiging nodig. Zo alleen kon Paulus in Athene de 'Onbekende God' prediken. Hij had Hem in de verschijning van Christus op de weg van Damascus ontmoet en verkondigde de bekering 'in Hem'. 'Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen, door een Man, die Hij daartoe verordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, daar Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.' (Hand. 17:31).

Als Paulus dan ook in Romeinen 1 (vanaf vers 18) spreekt over wat wel genoemd wordt natuurlijke Godskennis, mag deze niet worden losgemaakt van het geheel van de Openbaring. De Nederlandse Geloofsbelijdenis spreekt ervan, dat wij God kennen door 'de schepping, onderhouding en regering der gehele wereld aangezien deze voor onze ogen is als een schoon Boek', waaruit wij 'Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid aanschouwen (Rom. 1 : 20). Maar de belijdenis voegt er dan direct aan toe dat we God klaarder en volkomener leren kennen in Zijn Woord (art. II N.G.B.). Wie Gods Woord niet kent zal, als hij de wonderen van de schepping aanschouwt, slechts een vermoeden van God hebben. Christus wordt echter niet uit de schepping gekend. En daarom ook God niet. Echte kennis van Hem kan slechts ontstaan door middel van het Boek, waarin God Zich openbaart en waarin Hij Zich in Christus laat vinden.

De echte Godsontmoeting vindt vanwege het Woord Gods plaats; en wel in het vlees geworden Woord, ook al kan het zijn, dat Christus Zelf als persoon voor het geloofsoog nog verborgen is. Bevindelijke Godservaring kan slechts plaatsvinden louter omdat er kennis is aangaande het Woord en daarin ook kennis aangaande Christus, die Zich in het gewaad van het Woord laat vinden en ontmoeten. Dat moet worden gezegd, óók als er sprake is van 'extatische Godsontmoeting', ook als een mens door de gebeurlijkheden van het leven wordt 'gearresteerd', stilgezet. De ware Godskennis zal dan nog in de kennis van Christus geboren worden. Pascal zei vanuit zulk een overweldigende ervaring (Vuur!): God van Abraham, Izak en Jacob, God en Vader van onze Heere Jezus Christus! De God, die Zich direct aan de aartsvaders openbaarde is dezelfde als de God, die zich nu laat kennen als de Vader van onze Heere Jezus Christus.

Daarom moet bijvoorbeeld het hedendaagse New Age-denken, dat Godservaring buiten Christus propageert, als geloof in een andere God worden aangemerkt.

Dezelfde God?

De hervormde synode buigt zich intussen deze week over de vraag 'Geloven we in dezelfde God? ' Dat die vraag gesteld wordt binnen de christelijke kerk of gemeente mag schokkend heten.

In de dertiger jaren werd die vraag in Hitler-Duitsland gesteld, toen het opkomend nazisme de christenheid daar zeer verdeelde.

Twee maal heb ik deze vraag op de hervormde synode horen stellen. In de zeventiger jaren stelde ds. G. H. Wursten deze vraag. In 1992 stelde ds. Sj. van der Zee deze vraag, toen de hervormde synode een speciale ontmoeting had met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.

Daarna is de vraag 'Geloven we in dezelfde God? ' als titel meegegeven aan een boek, waarin vier hervormden uit verschillende hoeken van de kerk hun visie geven op het wezen van de kerk en op haar roeping in deze wereld. Daarom wordt nu een synodezitting aan deze vraag gewijd. De vraag is of deze week op de synode inderdaad de conclusie getrokken moet worden, dat we niet in dezelfde God geloven! Dat zou schokkend zijn. Dat zou dan echter alles te maken hebben met de Christusbelijdenis.

Christus

'Gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij', zegt Christus (Joh. 14 : 2). Daar ligt de kern van het Godsgeloof. Wat dunkt u van de Christus? (Mt. 22 : 42) is dan ook de kernvraag, die Christus Zelf aan Zijn discipelen stelt. De Christus! Niet een Christusidee, maar de Christus, die als Zoon van David onder hen was.

Bij de vraag 'Geloven, we in dezelfde God? ' gaat het er derhalve om of we in dezelfde Christus geloven. Het Godsbeeld en daarin het Godsgeloof van de kerk staat of valt met het geloof en belijden aangaande Christus, Zoon van God en Zoon des Mensen.

God heeft Zich in de oude bedeling direct geopenbaard aan aartsvaders, profeten en psalmisten. In de nieuwe bedeling is Hij tot ons gekomen in de Zoon. Ook schrijvers van het Nieuwe Testament hebben Hèm, Christus, rechtstreeks mogen ontmoeten. Wij moeten en mogen het nu verder doen met de twee testamenten van de Godsopenbaring. Daar laat de eeuwige God Zich kennen en vinden. Hij laat Zich kennen en vinden in de Zoon, die in de schoot van de Vader was. En alle plekken van bijzondere Godservaring kunnen alleen maar in nauw verband staan met de Openbaring Gods in Jezus Christus. Toen Johannes op Patmos Hem zag in 'de openbaring van Jezus Christus' viel hij als dood aan Zijn voeten. Christus legde Zijn rechterhand op hem en zei: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste; en Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie Ik ben levend in alle eeuwigheid.' (Openb. 1 : 20). Ook de ontmoeting met de levende Christus wordt bevindelijk ervaren. Maar ook aangaande Hem moeten we het van de Woordopenbaring hebben.

Wat dunkt u, hervormde synode, van de Christus? Dat is de vraag, die in feite deze week aan de orde is. De Hervormde Kerk zegt in haar kerkorde 'Christusbelijdende geloofsgemeenschap' te zijn. Of ze het is hangt van de Christusbelijdenis zelve af. Daarmee staat of valt ook de vraag of we in dezelfde God geloven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Openbaring en ervaring

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's