Anna's Kerstfeest

Anna behoort tot degenen, die, toen het de volheid des tijds was, in Jeruzalem op de komst van Christus hebben gewacht. Evenmin als Maria of Simeon heeft zij tot de toonaangevende klasse behoord. Maar God zag haar in haar leegte en laagte - Maria zou zeggen: 'In haar nederheid' - aan. Een wel heel bijzondere getuige van de komst van Christus is zij. Oud geworden is zij bij de beloften van God. De vervulling van die beloften heeft zij verwacht. Zij volhardde. Niet omdat zijzelf zo sterk en koersvast is geweest; maar omdat God een betrouwbare God voor haar is geweest. Zou God iets beloven en het niet doen? ! Anna is hoogbejaard. En wel is het waar, dat Jezus bij de jongeren en de kinderen hoort. Hij werd geboren als een klein Kind en de meeste van zijn jaren is Hij jong geweest. Om ook voor de jongeren en de kinderen de Verlosser te zijn. Maar ook is het waar, dat Hij bij de ouderen hoort. Ook voor hen is Hij gekomen. En de oude Anna plukt daarvan de gezegende vrucht. Heel het leven brengt spanning en zorg met zich mee. Maar met name is dat met de oude dag het geval. De tijd van de ouderdom is soms zelfs een strijd. Maar hier licht het op, dat Jezus ook voor de beproefde oude mensen de Borg en Middelaar is. Met de gehele mensenfamilie heeft Hij Zich verbonden. Heel ons lot en leven trok Hij zich aan.

Slechts een paar korte mededelingen wor­ den er over Anna gedaan. Zo wordt er verteld, dat zij een profetesse uit de stam van Aser en een dochter van Fanuël was. En verder horen we, dat zij oud en weduwe was. Maar dat is gewichtige informatie, die ons veel denkstof geeft. Anna kwam uit een welvarende stam. Aser heeft als stam zich er, materieel gezien, altijd goed doorheen geslagen. Aser betekent dan ook zoiets als 'Tot mijn geluk'! De moeder van Aser had dat al, toen zij hem die naam gaf, opgevat als het vooral aardse geluk. Met die naam troefde Lea namelijk haar zuster Rachel af. Omdat Jakob meer van Rachel hield dan van haar. En wij horen Jakob zelf op zijn sterfbed profeteren: 'Asers brood zal vet zijn'. Aser zou het goed doen! Aser was vol van het aardse geluk. Velen leven er in onze tijd als Aser. Om het vette der aarde is het ze te doen. Daar leven ze bij. Of moet ik zeggen: 'Daar le­ven we bij'? ! Zulke mensen hebben niet een andere oorsprong dan de dag van hun geboorte en niet een andere toekomst dan de dag van hun dood. Met Anna was het zo niet. Zij had ook zoveel aards geluk niet. Maar zeven jaar had zij het geluk van het huwelijk gekend en toen stierf haar man. 'Veel' zouden wij zeggen, 'heeft zij niet aan haar leven gehad.' Er staat trouwens niet: 'Zij was oud', of: 'Zij was 84 jaar oud'. Maar: 'Zij was tot grote ouderdom opgelommen'. Je ziet ze er als het ware langzaam komen en tegen de berg opklauteren. Heel haar leven en lijden is eigenlijk getekend daarin.

Maar nu heeft zij toch niet een ellendig leven. Haar leven kent een levensgeheim. Een ander leven was haar leven geworden. Een goed leven, omdat God goed voor haar is. Vandaar dat u haar bij de tempel aantreft. Daar is haar leven een feest. Met name bij de tempel heeft zij God gezocht. Dit was een zoekende vrouw. Zij kende een beter geluk dan het aardse geluk. Zij was toch een echte dochter van Aser, een echt gelukskind! God was Anna's leven, haar kracht en haar troost. Zo was zij arm; maar zonder dat'het haar deerde. Want in Gods genade was zij opgenomen en geborgen. Daaraan had zij genoeg. En genoeg is genoeg. Zij vroeg naar niets méér. Nu heeft Anna een bijzondere roeping en gave gehad. Wij moeten haar maar niet na willen doen. Maar het is wel groot, als wij in haar gang naar Gods huis haar navolgers zijn. Jezus was er. En zij was er ook. Want zij was er altijd.

In Gods huis wordt de Heere Jezus nu nog 'voorgesteld'. Voor de ogen wordt Hij ons afgeschilderd. En zijn wij er dan ook? ! Maar nu is er nog iemand bij de tempel.

Dat is Simeon. En hij belijdt zijn geloof. En Anna doet een stapje naar voren. En 'insgelijks' belijdt zij, dat Christus de Vertroosting Israels is. Simeon beleed de Christus als zijn Heere. En Anna doet dat 'insgelijks'. Dat laatste moet u niet negatief duiden. Dat heeft niet de toon van: 'Simeon kwam en beleed zijn geloof. En dat maakte indruk op Anna. En toen deed zij het ook'. Of zelfs: 'Toen deed zij het ook maar'. Maar dit 'ingsgelijks' drukt verwondering uit: 'Simeon eerst; en al zo'n oude man! En toen Anna ook nog!' Want daar is een dubbel wonder gebeurd. Velen leven er heden materialistisch, zoals Aser het deed. Dat ligt in onze natuur. In onze zonde-natuur. En wij volgen maar al te graag die natuur. Maar laat God er ons vanaf brengen! Liefst nog vandaag! Dan zijn wij als Anna: arm en toch rijk. In de wereld kwam zij achteraan. Maar onder Christus' getuigen gaat zij voorop. Alles is voor haar betrekkelijk. Behalve dat God met haar is. "k Verlang geen liever luste; dan bij de Bruidegom van mijne ziel te rusten.' Dat is haar leven en dat is haar lied!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen