Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boegbeeld van een zuil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boegbeeld van een zuil

Vijf en twintig jaar Refornnatorisch Dagblad

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

In verband met het 25-jarig bestaan van het Reformatorisch Dagblad op 1 april 11. vroeg de redactie mij om een bijdrage in een speciale editie. Afgelopen dinsdag verscheen dat nummer. Hieronder volgt, in aanmerkelijk uitgebreider vorm, wat ik daarin schreef onder dezelfde titel als boven deze bijdrage staat. Over de zuil en het boegbeeldl Tijdens de herdenking van 25 jaar RD deze week zouden drs. C. Blenk en dr. C. S. L. Janse spreken over hetzelfde thema 'Het RD als exponent van een zuil'.

Het Reformatorisch Dagblad startte in 1971 vanuit een kleine kern van de Gereformeerde Gezindte in engere zin, in het begin goed voor ongeveer tien duizend lezers. Het RD riep in die beginjaren vanwege het smalle draagvlak dan ook soms wrevel op bij diegenen, die tot de bredere gereformeerde gezindte behoorden en wel geacht werden lezer van de krant te zijn of te worden, maar daarmee nog niet een loyale plaats kregen toebedeeld in het redactionele beleid. De gevoeligheden waren niet van de lucht. Zelf al de jaren, dat het RD bestaat, al meelopend op het publieke erf van het kerkelijke leven, zou ik allerlei momenten kunnen opsommen, waarop het adrenalinegehalte van het bloed hoog opliep.

Ik ben de eerste ben om te erkennen, dat nieuws, ook kerkelijk nieuws, soms nieuws van de dag is. De krant, waarom ik me vandaag nog opwind, ligt morgen bij de vis. Maar het was het toch niet niets, dat men soms met een zekere spanning het RD moest opslaan om te zien wat de krant te brengen had. Het RD had er moeite mee een accolade te slaan om het geheel van een zeker ook uitermate weerbarstige Gereformeerde Gezindte, waarbinnen het gereformeerde de neiging heeft overtroefd te worden door het nóg gereformeerdere en het gereformeerdste, totdat tenslotte 'een uiterste verbijzondering als alleen zaligmakend overschiet' (wijlen ds. H. G. Abma).

Gegeven de grote diversiteit binnen de Gereformeerde Gezindte zal die spaiming er in het RD ook wel in blijven.

Geen sinecure

Het was geen sinecure om een reformatorisch dagblad te beginnen, dat, naar al spoedig bleek, boegbeeld zou worden van een zuil. Als het er op aan komt is een echt reformatorisch dagblad immers een nationaal dagblad. Dat heeft te maken met het nationale karakter van de Reformatie in dit land. Bij dat nationale hoort eigenlijk helemaal geen reformatorische zuil. Onze natie is van huis uit een protestantse natie, in ge-reformeerde zin. Als zodanig was er in het verleden sprake van een verbinding tussen kerk en staat, die ook garant stond voor Schriftdoorademde maatschappelijke verbanden. Daarom was het voor Groen van Prinsterer, die ooit kampioen voor het bijzonder (christelijk) onderwijs werd, en in het verlengde daarvan een breed veld van christelijke organisaties opriep, uiterst moeilijk het volk als geheel, met name ook het \dïkskind los te laten. Hij concentreerde zich echter ten laatste, wat het onderwijs betreft, op de binnenste cirkel, namelijk die van het christelijke gezin. De dagelijkse praktijk woog hem tenslotte zwaarder dan het ideaal. Het kind uit het christelijke gezin zou onderwijs ontvangen in de lijn van de opvoeding thuis. Vandaaruit ontwikkelde zich de protestants christelijke zuil.

Zo zou men ook mogen zeggen, dat het geen vanzelfsprekendheid was, dat zich een reformatorische zuil ontwikkelde met het Reformatorisch Dagblad als standaard of boegbeeld. De oprichters van het RD zullen zich nauwelijks hebben gerealiseerd, dat hun geesteskind boegbeeld van een nieuwe zuil zou worden. Ze wilden slechts een nieuwe krant, omdat Trouw en aanverwante bladen zozeer verwaterd waren en geseculariseerd, dat een eigen krant, voor de eigen gezinnen, met een eigen geluid, een zekere afgrendeling zou betekenen naar de bedreigende wereld buiten. Daarin is men ongetwijfeld ge­ slaagd. Die afgrendeling heeft intussen op zich wel betekend, dat zich een geheel eigen cultuur heeft ontwikkeld. Dat vandaag over refo-cultuur wordt gesproken maakt duidelijk, dat meer en meer een eigen klimaat is opgeroepen, dat zich niet alleen uitte in een eigen, positief te waarderen levensstijl, maar ook werd gekenmerkt door de bekende, door dr. CS. L. Janse verwoorde uiterlijke gedragskenmerken (in zijn Bewaar het Pand), die niet voor de gehele Gereformeerde Gezindte kenmerkend of doorslaggevend zijn. Eén en ander betekende ook, voor de hele gezindte, een versmalling ten opzichte van vroeger. Zaken, die vroeger tot de middelmatigheden werden gerekend, zijn nu groepscriteria geworden. Dat ze daarbij zelfs kenmerkend voor 'bevindelijk gereformeerd' leven worden geacht, moet mijns inziens een verarming betekenen. Bevinding is geen groepsgebeuren maar persoonlijke ervaring.

Politiek

Het Reformatorisch Dagblad zocht intussen een nieuw isolement. Maar zo werd het ook het boegbeeld van een nieuwe reformatorische, maatschappelijke zuil, een zuil overigens van veel beperkter omvang dan die zich in de vorige eeuw als nalatenschap van Groen en diens nazaten birmen de Anti Revolutionaire richting ontwikkelde. De zuil werd opnieuw getalsmatig een versmalling. Gaf Groen van Prinsterer al met grote moeite een wezenlijk deel van het volk prijs, door te bewilligen in een protestants christelijke zuil, een reformatorische zuil moet hem nog meer door de ziel hebben gesneden, omdat zijn theocratisch ideaal daardoor nog meer op de achtergrond raakte. Hiermee werd immers ook het christelijk 'volkskind' min of meer prijs gegeven. De reformatorische zuil werd een versmalling van de protestants christelijke zuil en diè zelfs was nationaal theocratisch moeilijk te verantwoorden. De deconfessionalisering van de protestants christelijke zuil en de daarmee gepaard gaande vervlakking, heeft overigens, dat moge duidelijk zijn, bij het ontstaan van de reformatorische zuil een net zo grote rol gespeeld als de secularisatie op zich. En met respect mag worden gememoreerd dat nieuwe verbanden, die binnen de zuil zijn ontstaan, kwalitatief en principieel van een goed gehalte zijn en betekenis hebben in de samenleving.

De reformatorische zuil is echter, als gezegd, een zuil in de marge geworden. Dat blijkt nog temeer als wordt beseft, dat het RD niet als boegbeeld is gaan fungeren van een brede politieke beweging, zoals eertijds met De Standaard van Kuyper het geval is geweest.

Hoewel het RD altijd heeft volgehouden geen spreekbuis te willen zijn voor de SGP, wordt het toch wel gezien als behorend tot de SGP-familie.

Het GPV heeft zijn eigen orgaan in het Nederlands Dagblad. En de RPF heeft in het RD niet écht een tehuis. Het RD is er tot heden echter merkwaardigerwijs óók niet in geslaagd een leidinggevende functie in SGP-gelederen te verkrijgen. De

SGP is zelfs in de loop van de jaren ten prooi gevallen aan een zekere afkalving (een terugval van drie naar twee zetels in de Tweede Kamer). Dat heeft ongetwijfeld te maken met de vrouwenkwestie binnen de SGP. Velen, die de theocratische gedachte zijn toegedaan, hebben daarom ook afgehaakt van de SGP. Daarin heeft een harde kern een rol gespeeld, zoals die zich manifesteert in de verontruste vleugel binnen de SGP. Het interne conflict binnen de SGP concentreerde zich bovendien ooit rondom de in hervormd gereformeerde kring bijzonder gewaardeerde persoon van ds. H. G. Abma. De SGP is dat conflict nooit te boven gekomen. Het RD draagt er, dunkt mij, tot vandaag nog gevolgen van.

Het RD zal dan ook de komende tijd pas echt en ten volle een boegbeeldfunctie vervullen, met maatschappelijke relevantie, wanneer het zich onafhankelijk van politieke partijen opstelt en zich ook zo breed mogelijk politiek manifesteert. In haar lezerskring zijn onderscheiden politieke stromingen te vinden. Het RD zou boegbeeld moeten zijn voor alle politiekreformatorische krachten samen, zoals die zich bijvoorbeeld ook laten kennen in het Europese Parlement.

In Europa blijkt het reformatorisch getuigenis een vrijwel te verwaarlozen grootheid te zijn. In het nederlandse parlement is het reformatorisch geluid relatief genomen altijd nog sterker. Het RD draagt hier grote verantwoordelijkheid om, los van partijbelangen — hoewel in de marge van de samenleving, vanwege de diepingrijpende secularisatie —mede leiding te geven aan een beweging, die nochtans nationaal is gericht. Een blad met theocratische allure, dat wil dus zeggen gericht op het hele volk, vanuit het universele van het gebod Gods!

Volwassen

In genoemde marge van de samenleving is het RD overigens best een volwassen krant geworden. Met respect mag worden vermeld, dat het in de kring, waarvoor het bedoeld was, een brede lezerskring heeft meegekregen. De eenkennigheid van de beginjaren heeft daarbij plaats gemaakt voor bredere informatie en oriëntatie.

Reformatorische christenen leven niet in een andere wereld als andere christenen en als niet-christenen. Als het om informatie gaat kan ook een reformatorische krant dan ook niet breed genoeg zijn. De berichtgeving van het RD is dan ook in de loop der jaren breder geworden. Bij elke krant gaat het om nieuwsgaring, nieuwsselectie en commentaar op het nieuws. Niet alle nieuws, dat zich aandient, is de moeite waard. Er zijn media, die bestaan bij de glitter en glamour van de wereld of bij de sportmanifestaties van de dag. Het mag tot het karakter van een identiteitskrant behoren om rubrieken op deze terreinen niet te hebben. Als zodanig valt het in hoge mate te waarderen, dat het RD geen pagina's bevat, zoals de seculiere of semi-christelijke pers, die een christen ongelezen laat. Overigens is er meer werelds nieuws dan wat in-het-óóg-lopend werelds is. De dagelijkse beursberichten bijvoorbeeld en het breed etaleren van luxe kan ook het leven van de lezer werelds beïnvloeden.

Een volwassen krant behoeft geen nieuws te negeren. De berichtgeving mag breed zijn, als de commentaar maar evenredig diep is. Wil een krant de lezer oriëntatie geven in wat zich in de samenleving afspeelt dan is brede aandacht voor de cultuur, hoe geseculariseerd ook, nodig. Krijgt de lezer de informatie en de oriëntatie niet van binnenuit, dan ontvangt hij/zij die wel van buitenaf. Niemand leeft meer echt geïsoleerd. Kennis van de cultuur is noodzakelijk om met de buitenwereld echt te kunnen communiceren en de relevantie van het Evangelie ook naar buiten duidelijk te maken. Zo niet, dan wordt de reformatorische zuil een getto. Het gaat echter wel om kritische aandacht. Een gereformeerd christen is van huis uit cultuur-feindlich i.p.v. cultuur-freundlich.

Meer dan in het verleden wordt in het RD vandaag — terecht — bijvoorbeeld ook gestreefd naar meer externe gerichtheid, wat zich bijvoorbeeld manifesteert in interviews met personen uit onderscheiden sectoren van de samenleving, die niet direct staan voor de identiteit van het RD. Het is echter toch altijd ook een teken van volwassenheid wanneer de discussie met andersdenkenden niet wordt geschuwd! De podiumpagina is er een goed voorbeeld van.

Als zodanig heeft het RD in de afgelopen 25 jaar een ontwikkeling naar volwassenheid doorgemaakt, die zich naar mijn oordeel alleen nog maar in het voordeel van de krant verder zal kunnen doorzetten.

Kerkelijk nieuws

Het grote probleem voor het RD blijft de grote kerkelijke geschakeerdheid van de achterban. De Gereformeerde Gezindte is ten opzichte van het verleden, toen ook de Gereformeerde Kerken er nog toe werden gerekend, beduidend smaller geworden. En intussen zijn en worden de onderlinge verschillen sterker geprofileerd. Dit laatste is zelfs door het loutere bestaan van het RD bevorderd. Bleef vroeger veel kerkelijk nieuws van kringen en kringetjes verborgen in de eigen bladen of blaadjes van de diverse groeperingen, vandaag vinden al die kringen en kringetjes hun plek in het RD. Dat maakt de kerknieuwspagina enerzijds boeiend, in vergelijking met soortgelijke pagina's in andere dagbladen. De kerknieuwsredactie verdient ook een compliment voor het getrouw aanwezig zijn — vaak op zaterdagen — bij gebeurlijkheden, waar andere media het laten afmeten. Anderzijds gebiedt de eerlijkheid te zeggen, dat een mens soms ook de verzuchting slaken moet of al dat kerkelijk nieuws nu zo relevant is. Móét dat nu, al die verslagen van openingen van het schooljaar, al die regionale zendingsmiddagen? Is er niet veel nieuws in deze, dat de gemiddel­ de lezer gevoeglijk missen kan en dat eigenlijk behoort tot de kerkbladen der onderscheiden denominaties? Het RD behoeft immers geen veredeld kerkblad te zijn? Mensen denken soms dan geen kerkblad nodig te hebben, omdat het RD hun het kerkelijk nieuws wel verschaft. Alsof niet ook wezenlijk is de eigen binnenkerkelijke blikrichting.

In de spanning van het verdeelde kerkelijke leven draagt het RD een grote verantwoordelijkheid als het gaat om omgang mèt en beheersing van conflicten. Bedoeld of onbedoeld kan de krant immers ook aanjager van conflicten zijn. Een krant als het RD zal hier een hogere standaard hebben als de wereldse pers.

Integraal

Overigens is het zo, dat de lezer, die dagelijks zijn krant 'opslaat', het eerst met het kerkelijk nieuws wordt geconfronteerd. Het voorpaginanieuws heeft de gemiddelde lezer vaak al vernomen via de radio of een ochtendkrant. De avondkrant brengt als zodanig niet altijd zoveel verrassends meer. De automobilist, die dagelijks de radiozenders tot zijn bechikkking heeft, is, wat de belangrijkste politieke en maatschappelijke ontwikkelingen betreft, al op de hoogte.

De RD lezer stort zich dan ook meestal direct op het kerkelijk nieuws, omdat dat op pagina twee staat. Pagina twee domineert voor velen eigenlijk de krant, hetgeen voor redacteuren, die voor het overige nieuws verantwoordelijk zijn, wel eens teleurstellend moet zijn.

Het is overigens een goede zaak, dat achtergrond en accentpagina's dieper afsteken met betrekking tot bepaalde zaken dan op louter de kerknieuwspagina mogelijk is.

Dit brengt mij tot een wat cruciaal moment in mijn overwegingen. Toen het dagblad Trouw er een aantal jaren geleden toe overging de kerknieuwspagina te verplaatsen van pagina twéé naar pagina tièn, stak daarover een storm van verontwaardiging op. Dat had, zo werd niet ten onrechte opgemerkt, te maken met de secularisatie van Trouw. De kerknieuwspagina werd één van de vele maatschappelijk relevante pagina's, waarbij het kerknieuws tussen de politiek, het onderwijs en de (zondag)sport terecht kwam.

Welnu, als ik er hier voor pleit ook in het RD het kerknieuws meer naar achter te verplaatsen, behoeft er niet de zorg te zijn dat het RD dit zou doen om redenen van verwereldlijking of vervlakking. Een krant, die integraal christelijk wil zijn, zal op elke pagina als zodanig herkenbaar zijn. Ik acht het winst dat van tijd tot tijd het RD belangrijk kerkelijk nieuws op pagina één brengt Ik zou er dan verder geen moeite mee hebben wanneer ik eerst ander nieuws zou lezen voordat ik op de kerkelijke pagina ben beland.

Waarom zou er niet eerst, diepgaande oriëntering mogen plaats vinden in politiek nieuws, met daarna een pagina voor onderwijs, waar dan mijnentwege ook de openingen van het schooljaar een plaats kunnen krijgen en een pagina met regionaal nieuws, waarop bijvoorbeeld ook berichten over regionaal kerkelijk nieuws, zoals regionale zendingsdagen, tot hun recht kunnen komen, en een pagina breed boekennieuws, waarop het snode in deze tijd van het kostelijke wordt onderscheiden? Dan mag de kerknieuwspagina best wat achterop komen. Niet als minder belangrijk nieuws maar als nieuws, dat geïntegreerd is in het geheel van het blad. De kerknieuwspagina zou overigens dan wel van breed gereformeerde allure mogen zijn, voorzover de kerkelijke achterban overigens deze allure nog vermag te hebben.

Men begrijpe mij goed. Juist om een reformatorisch dagblad een klassiek gereformeerde allure te geven, dient er sprake te zijn van een geïntegreerde visie, die alle pagina's doortrekt. De gereformeerde gezindte — ik wil het gereformeerde niet prijs geven voor het reformatorische — blijkt, in de praktijk van het RD, man-en vrouwkracht genoeg in huis te hebben om een integraal reformatorisch dagblad mogelijk te maken.

Tenslotte

Ik zou intussen haast vergeten het RD te feliciteren bij zijn vijfentwintig jarig bestaan. Het isolement, dat bewust of onbewust werd beoogd, kon niet gehandhaafd blijven. Het RD zelf is symbool van een medium met omlijnde principes in het geheel van de media, midden in de maatschappij. Het RD is boegbeeld van de emancipatie van een gezindte. Eén en ander betekent spanning tussen emancipatie en assimilatie.

'In het isolement ligt onze kracht', zei Groen van Prinsterer. Dat was voor hem dan wel het isolement van het beginsel. Ik wens het RD een vruchtbare nieuwe vijf en twintig jaar toe - als het zolang nog zal duren - om vanuit een klassiek gereformeerd beginsel werkzaam te zijn op het veld van politiek, maatschappij en kerk, tot eer des Heeren en tot heil des volks.

De samensteller van het gedenkboek 'Vervolg op gister', aangereikt aan alle lezers van het RD, verdient intussen een compliment. Hij stelde een zorgvuldige en boeiende documentaire samen over 25 jaar boegbeeld van een zuil.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boegbeeld van een zuil

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's