Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog een keer biechten... (per computer), luidt het opschrift boven een korte bijdrage van F. van Vliet jr. in Protestants Nederland.

'In het maart-nummer van ons blad schreef de heer Van Holten over "Biechten per computer", Hoe? begane zonden worden In de computer Ingetoets met daarbij het aantal malen dat men dat gedaan heeft. De computer berekent dan welke boetedoening wordt opgelegd om de straffen te ontgaan die men anders In het vagevuur zou moeten lijden.

De ontwikkelingen staan niet stil. Nu wordt de mogelijkheid geboden vla het zgn. "Internet" te biechten. De paus heeft - terecht - vla de pauselijke raad voor de media gewaarschuwd voor de gevaren die aan het gebruik van Internet vastzitten. Paus Johannes Pauius II sprak onlangs dat de massamedia nuttig zijn maar dat de TV en Internet geen meester van ons leven mogen worden.

Terug naar het biechten vla Internet. Systeemontwikkelaar Hartmut Landwehr uit Düsseldorf heeft een pagina op Internet waar biechten mogelijk Is. Ik citeer het Algemeen Dagblad van 19 maart 1996: "Welke boetedoening staat er bijvoorbeeld op doodslag, een van de tien hoofdzonden, die Harmut keurig op een rijtje heeft gezet"? Een klik op "Gij zult niet doden" en ziedaar het antwoord. Zeven keer het Onze Vader bidden en zeven Weest Gegroetjes."

Uit het artikeltje blijkt dat de minst erge zonde de overtreding van het gebod om de zondag te heiligen is. Slechts twee Onze Vaders en een enkel Wees Gegroetje. Of het biechten vla Internet ech "In" Is, blijkt nog niet. De laatste reactie dateert van februari 1995 met (tot dan) totaal 285 biechten.

We sluiten ons aan bij de mening van de heer Van Holten in het vorige artikel. Het zonden vergeven van een ambtsdrager wijzen wij zondermeer af. Het opbiechten van verborgen zonden aan een ambtsdrager kan helend werken. Terecht zegt de heer Van Holten: "Nodig Is wel dat degene aan wie 'gebiecht' wordt zélf weet wat het is van genade te leven, en met wijsheid, geestelijk Inzicht en bewogenheid de weg weet te wijzen naar de enige plaats waar de zonden vergeven kunnen worden: naar de Gekruisigde op Golgotha..." Bovendien moeten we beseffen dat de "Internet-biecht" ook vele rooms-katholieken te ver zal gaan.'

Uit een recent verschenen boek van ds. Roel A. Bosch, getiteld 'En nooit meer oude psalmen zingen' (Boekencentrum, Zoetermeer), waaraan we volgende week een artikel hopen te wijden, volgen hier twee passages:

• Aanwijzingen van Frederilf Nieuwenhuizen in 1806 voor de gemeentezang:

'De gewone fout van het zingen In de kerk Is deze dat de kinderen en mannen schreeuwen, en de vrouwen te zagt zingen. Men zorge dan: a. Dat de vrouwen behoorlijk haren mond openen. b. Dat zij het hoofd regt opbeurende, des te beeter hare keel openen, en zoo hare stem niet naar omlaag, maar vooruit brengen en leiden.

c. Dat zij de nooten eerst goed zingen zonder woorden, en dezelven behoorlijk aangeven, niet scherp voor uit den mond tusschen de tanden; ook niet diep en hol uit de borst, maar helder en natuurlijk uit de keel.

d. Dat zij de nooten lang en sterk leeren aanhou den, zonder te beven en zonder krullen. (...)

h. Doch vooral, dat zij de laagste nooten sterk leeren aangeven, de middenste lieflijk; en althands niet schreeuwen om de hooge nooten te zingen; welk laatste door oeffening verkregen word, mits men zich niet overschreeuwe.'

• In de Haagse Kioosterkerlt anno 1773:

'Zo kon het gebeuren dat op een zomerse zondag in de Kloosterkerk anno 1773 de zevende pauze van Psalm 78 aangeheven werd. Deze woorden verwezen naar de tekst:

Toen ontwaakte de Heere, als een slapende, als een held, die juicht van den wijn, en Hij sloeg zijne wederpartijders aan het achterste.

Voor Datheen en diens tijdgenoten stonden deze woorden middenin de realiteit. De dronken zeeman of arbeider, zeer te duchten voor ieder die zijn ergernis wekte, kon gelden als gelijkenis voor de onstuitbare God van Israël. Zulk een anthropomorf spreken over God echter botste met het Godsbeeld dat In de achttiende eeuw domineerde, het beeld van God als hoog en albesturend Opperwezen. Datheens berijming, die aan de bijbelse taal een ruwe poëzie paarde, gaf dan ook aanstoot aan de voornaamste kerkganger In deze dienst, de Prins van Oranje, Stadhouder Willem V. Demonstratief De sloeg hij het Psalmboek dicht, op het moment dat de voorzanger aanhief:

­Maer gelijck een dronckig mensch hem opmaket,
als de wijn wel verteert is, en ontwaket,
die seer luijt tiert, en maeckt een seldsaem wesen;
alsoo Is oock onse Godt opgeresen,
en sloeg 't achterdeel der vijanden quaet;
't welck hen een eeuwigen schand'is en smaet

"Ik wilde geen deel hebtien noch door mijn medezingen, noch door mijne schijnbare goedkeuringe ­ aan blasphemie en godslasteringe, welke ik denk zich te openbaaren, als men God bij eenen dron­ Ik ken man vergelijkt", verklaarde de prins later, en één van de predikanten die deze woorden aanhooden nam deze mening graag over In het boek dat hij schreef om de invoering van een nieuwe berijming te bevorderen.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's