Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Centrale maar begrensde plaats van de mens in de natuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Centrale maar begrensde plaats van de mens in de natuur

Rijk boek over milieuvraagstuk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

N.a.v. H. W. de Knijff: Tussen woning en woestijn - Milieuzorg als aspect van christelijke cultuur. Kok Kampen 1995, 232 blz., prijs ƒ 34, 90.

'De mens heeft een bloedschennige verhouding met de aarde'. Jaren geleden stonden die woorden te lezen op een schutting in Chicago. Inez van Dullemen citeert deze felle kreet in haar boek 'Het land van rood en zwart' (1993), een vie romancée over de beroemde fotografe Gertrude Blom. Zij woonde en werkte het laatste en langste deel van haar leven in Mexico en maakte daar de rampzalige ondergang mee van het regenwoud. Cynisch zijn de woorden van Trudi Blom over de rol van de mens ten aanzien van de natuur. 'De mens verkracht en misbruikt de aarde. De mensheid verdient deze mooie planeet niet... Hitler was tenminste iemand die je kon zien, tegen wie je kon vechten, maar dit kwaad is ongrijpbaar en gaat sluipend zijn gang. Wij vechten voor de overleving van onze planeet, de aarde zelf. Zolang de grote massa dat niet begrijpt, zijn wij verloren. We moeten ons haasten. Het is een wedloop tegen de tijd'.

Uitgangspunt

Schrijvers en dichters hanteren menig keer het cynisme als keihard wapen om tijdgenoten te attenderen op de rampzalige situatie van het milieu. Of het allemaal veel helpt, is de vraag. Gertrude Blom levert veelzeggend aan het eind van haar leven al de haar verleende oorkonden en eredoctoraten in. Finita la Commedia!

Prof. De Knijff hanteert een ander uitgangspunt en komt tot een ander perspectief. Hij gaat daarbij niet aan de realiteit voorbij, want hij zet zijn studie in met een aantal aangrijpende sombere overwegingen. 'Het verdwijnen van de mensheid is een onafwendbaar gebeuren', zo citeert hij de Wageningse hoogleraar Adema in zijn afscheidscollege in 1992. Is het nog wel zinvol een milieu-ethiek te schrijven, ook al wordt deze geschreven vanuit een chris-telijk standpunt? Kunnen we niet veel meer dan een begeleidend woord schrijven om met behulp daarvan de mensheid een zachte dood te laten sterven? Uitvoerig somt hij oorzaken op die aan de uitzichtloosheid van het probleem bijdragen. Hij heeft het dan over de omvattendheid en de ingewikkeldheid van het probleem. En verder ook over de machteloosheid van de politiek om tot echte oplossingen te komen. Hij stelt de onmacht en de onwil van het individu aan de orde die de frustratie compleet maken. Hij doet dat alles op zo'n klemmende en gedocumenteerde manier, dat ik na lezing en herlezing dacht: waar haal je nu nog de moed vandaan om verder te schrijven aan een christelijke milieu-ethiek. Dat hij dat toch doet, verantwoordt hij door te wijzen op de andere oriëntatie aan het christelijk geloof eigen: één die op de toekomst van God gericht is. Het geloof in de God van de bijbel betekent: moed hebben èn houden voor de wereld. En dit geloof heeft een aantal overwegingen in huis om tegenover alle pessimisme en doemdenken toch hoop te blijven houden voor deze aarde. Cynisme mag dan realistisch zijn, deze christelijke hoop hoeft niet bij voorbaat als irreëel van de hand gewezen te worden.

Geschiedenis

Prof. De Knijff biedt een boeiend overzicht van de geschiedenis die achter en onder het huidige milieu-vraagstuk schuilgaat. Het verwijt klinkt nogal eens dat het christendom de eigenlijke schuldige is van het probleem. De Knijff acht dit oppervlakkig en eenzijdig en toch zitten er ook weer zoveel waarheidselementen in, dat een onderzoek nuttig en nodig is. Hij geeft een uitvoerige schets van het verschil tussen pantheïstische wereldbeleving in de Oudheid en het bijbelse scheppingsgeloof.

Dit laatste geloof ontgoddelijkt de natuur en roept de homo technicus op die van God de opdracht heeft: Onderwerpt de aarde. Inderdaad heeft het christendom een belangrijke bijdrage geleverd aan de groei van een natuurwetenschappelijke en technische attitude. Het probleem waar we vandaag vooral mee zitten is de vervreemding tussen mens en wereld, mede ontstaan door de geweldige invloed van Descartes. De natuur raakt omgevormd tot een 'supertechnicum'. De mens emancipeert zich tot een autonoom wezen. Dit heeft met alles te maken: los van de slavernij onder 'de natuur', maar ook los van alle kerkelijk gezag en theologische vooroordelen. Het programma van de secularisatie wordt, hoewel pas echt uitgevoerd in de twintigste, in de achttiende eeuw geschreven, aldus De Knijff.

De moderne mens leeft in twee werelden. De wereld van het verstand en de wereld van het gevoel. Beide werelden leggen een intens beslag op hem en vechten om de mensenziel. Hiermee is de vervreemding getekend en de eenzaamheid van ons bestaan voor een belangrijk deel verklaard.

De Bijbel

Ook de bijbel zelf krijgt uiteraard aandacht. Beeld Gods en schepping worden uitgelegd en toegelicht. Ook al is er in directe zin geen milieu-ethiek aan de bijbel te ontlenen, je kunt indirect toch de bijbel wel met een ecologische blik lezen. In een volgend hoofdstuk wordt de theologie in de overwegingen terzake het milieuvraagstuk betrokken. Bij het scheppingsbegrip worden theologische ontwikkelingen van onze eeuw behandeld. De Knijff wil in een in geestelijk-cultureel vastgelopen situatie nieuwe theologische gezichtspunten zien te vinden voor de relatie tussen mens en natuur om zo een nieuw perspectief te creëren op milieuzorg. De mens is als mandataris (beheerder) door God geroepen in Zijn schepping te staan, maar blijft daarbij aan Gods geboden gebonden.

Bijbels verantwoord

Na al deze lijnen vanuit historie, bijbel en theologie komt De Knijff dan waar hij wil komen: een bijbels verantwoorde manier van omgang van de mens met het milieu. Tussen de extremen van enerzijds: de mens mag alles doen met de natuur wat hij wil èn anderzijds: de mens moet de natuur helemaal haar gang laten gaan, kiest hij voor wat hij noemt een 'gelouterd antropocentrisme'. Daarbij ga je uit van de onophefbaar centrale plaats van de mens in de natuur, maar deze weet zich daarbij wel begrensd door ecologische en zelfs ecocentrische grenzen. De mens is in zijn omgang met de natuur theonoom, dat wil zeggen: wij zijn aan de wet van de Schepper gebonden. Een christen weet van het wonen in Gods schepping, maar mag nooit vergeten het 'woestijn-motief of 'exodusmotief. Hij is een 'vreemdeling' die Gods gaven in beheer en nooit in bezit heeft gekregen of mag krijgen.

Ethiek

De Knijfif sluit zijn studie af met een verhelderend en tegelijk verrassend hoofdstuk waarboven staat: Ethiek van het aardse goed. Hier wordt hij concreet in beant­ woording van vragen als: hoe definieer je wat met aards goed wordt bedoeld, wat bedoelt de bijbel met ons 'deel in dit leven', economie en groei, economie van het genoeg en enkele actuele milieuproblemen: auto, vliegtuig, vakantie, afval, voedsel, gebruiksgoederen, papier, energiegebruik. Het boek wordt afgesloten met enkele psychologische aspecten die worden opgeroepen door de milieu-problematiek: frustratie, gewetenslast, milieuhypocrisie, milieumoeheid. Een christelijke milieuethiek is in feite een poging de oude leer der heiliging op dit nog veelal onontgonnen terrein toe te passen.

We hebben slechts een greep gedaan uit dit uiterst rijke geschrift. Het vergt van de lezer inspanning en doorzetting, een herhaald lezen en overwegen en een zekere theologische scholing — in ieder geval in­ teresse. Maar het rendement is groot. Wij danken er de schrijver voor. Een medicijn tegen het genoemde cynisme bevat het zeker. Waar het in het christelijk geloof werkelijk om gaat, komt in deze milieu-ethiek overtuigd èn overtuigend aan de orde.

overtuigd èn overtuigend aan de orde. Eén kleine correctie tenslotte. De schrijver verwijst in noot 1 op blz. 66 naar een eigen bijdrage in een bundel studies in 1986 aan prof. Hartveld aangeboden. De titel van deze bundel is niet 'Tussen twee vuren', maar 'Tussen openbaring en ervaring'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Centrale maar begrensde plaats van de mens in de natuur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's