Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LELYSTAD

Het begon allemaal in wat tegenwoordig Lelystad-Haven heet, zuidwest in het huidige Lelystad. Daar werd in 1950 begonnen met de aanleg van een werkeiland van 90 meter breed en een paar honderd meter lang, ten behoeve van de drooglegging van Oostelijk Flevoland (de derde van de vijf rond 1918 door ir. Lely geplande IJsselmeerpolders). In 1953 verrees op het eiland een stenen werkkamp, vanaf maart 1954 werden er in een houten barak de eerste kerkdiensten gehouden. De predikanten die voorgingen, voeren met een boot van de dienst voor de Zuiderzeewerken van Harderwijk naar de kleine leefgemeenschap op het werkeiland. Oudere gemeenteleden herinneren zich nog, hoe zo'n 40 protestantse kerkgangers bijeenkwamen onder het gehoor van afwisselend een hervormde en een gereformeerde dominee. In 1956 is met de voltooiing van de Knardijk een vaste verbinding met het 'oude land' gerealiseerd: Lelystad is eiland-af. Als in het volgende jaar de overheid een stenen kerkgebouw neerzet voor alle kerkgenootschappen, beginnen de gereformeerden daar met eigen kerkdiensten o.l.v. gastpredikanten (tot verontwaardiging van de hervormde prof. Beek, die ooit schreef: 'Verboden voor dominees, moeten ze bij het begin van de Knardijk neerzetten!'). In 1967 arriveren de eerste bewoners in het eigenlijke Lelystad. Vanaf dat moment gaat het snel: sinds enige jaren schommelt het inwonersaantal rond de 60.000. De stad kon zeer ruim worden opgezet, met veel tuinen, groen en water. De bevolking vormt een gemêleerd gezelschap, afkomstig uit alle twaalf provincies. Ze is anno 1996 minder jong en bestaat ook in mindere mate uit maatschappelijke 'drop-outs' dan in de beginperiode. De criminaliteitscijfers zijn de laatste jaren aanzienlijk teruggedrongen. Doordat er geen autochtone kern is, voelen nieuwkomers zich vaak snel opgenomen — iedereen komt immers van buiten.

Kerkelijk is Lelystad, al krioelt het er van de kerken en groepen, één van de meest geseculariseerde steden van Nederland. Velen hebben hun verhuizing aangegrepen om de kerk de rug toe te keren; sociale controle viel weg, 'acht geven op elkaar' bleek moeilijk. Bovendien heerste er in de jaren '60 en '70 bij de lokale overheid een godsdienst-vijandige sfeer. Kerk en geloof werden geacht bij 'vroeger' te horen en dus geen plaats te hebben in een voorhoedestad als Lelystad. Kerktorens bijv. mochten aanvankelijk niet (naderhand heeft alleen de R.K.-kerk er één van de grond weten te krijgen).

De federatie van de hervormde gemeente en Gereformeerde Kerk bezit twee kerkgebouwen: de Ontmoetingskerk (1971) en 't Lichtschip (1979). Deze zijn gebouwd met aanzienlijke steun van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Daarnaast is steun verleend door o.a. het 'Zuiderzeefonds' van de N.H. Kerk. Het feit dat de Rijksoverheid bij gemeenschappelijke bouw met een extra hoge subsidie voor de dag kwam, was natuurlijk een stimulans voor het plaatselijke S.o.W.-proces, dat sinds 1967 weer voortgezet was. Daarbij koos men in principe voor het kerkmodel van de Gereformeerde Kerken, waarbij vrijwel alles centraal geregeld werd en 'kleurverschil' tussen de diverse wijkgemeenten dus niet goed mogelijk was. Dat leverde met name problemen op bij hervormden met een G.B.-en voor een deel ook confessionele achtergrond. Zij konden niet goed ademen in het experimentele klimaat dat in de gefedereerde gemeente heerste. Sommigen verhuisden soms teleurgesteld terug naar het oude land of gingen daar ter kerke. Anderen probeerden zich zo goed mogelijk aan te passen, maar bleven behoefte houden aan méér.

Zo ontstond een G.B.-afdeling Oostelijk Flevoland, die sinds 1973 maandelijks een lezingavond belegde en sinds 1982 wekelijks een zondagavonddienst (officieel: 'samenkomst') in 't Lichtschip. Daaromheen werden predikanten en kandidaten uit G.B.-kring aangetrokken voor catechese en pastoraat. Pogingen tot integratie van het werk van de afdeling binnen de kerkelijke gemeente liepen stuk (in 1987 op het nippertje), totdat in 1993 besloten werd tot de instelling van een zogenoemde 'hervormde pastoraatsgemeente' (hpg). Dat na bemiddeling door classis, visitatoren provinciaal en generaal, en uiteindelijk de moderamina van zowel de hervormde als de gereformeerde synode! De hpg functioneert in de praktijk als een buitengewone wijkgemeente, met dien verstande dat ze is gekoppeld aan een gefedereerde i.p.v. een hervormde gemeente. Gegeven de situatie achtte men deze constructie voor alle partijen de beste oplossing en dat lijkt inmiddels wel bewaarheid.

Zodoende werden in september '93 voormalige bestuursleden van de GB-afdeling samen met enkele andere hpg-leden tot ambtsdrager bevestigd. Dankbaar mogen we constateren dat de hpg sinds die tijd is uitgegroeid tot een 'volwaardige' kerkelijke gemeente. De sacramenten gingen bediend worden.In maart '94 kon een eigen half-tijds predikant bevestigd worden.In oktober van hetzelfde jaar werd met ochtenddiensten in de Ontmoetingskerk gestart. Jeugd-en evangelisatiewerk werden ter hand genomen naast de reeds bestaande vormen van kringwerk. Aangezien de hpg ook de regionale functie van de G.B.-afdeling voortzet, wordt het geheel ook gedragen door (al dan niet 'geperforeerde') hervormd-gereformeerden uit andere plaatsen in de polder, als Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant. In Dronten zijn vanuit de hpg sinds enige tijd twee nieuwe catechese-groepen van start gegaan. Regelmatig sluiten zich nieuw inkomenden vanuit het 'oude land' bij de hpg aan.

Spannend blijft het intussen. De koude wind van de secularisatie heeft in de polder erger huisgehouden dan elders. Je merkt het aan jong en oud. Daartegenover zoekt de hpg zo consequent mogelijk stabiliteit en houvast te bieden vanuit Schrift en traditie. De klassieke inrichting van de eredienst (S.V. en Ber. 1773) is bedoeld om daaraan bij te dragen. Iets van het lijden aan het geheel van de kerk wordt intussen voelbaar bij het wisselen van de ochtenddiensten. Maar is elkaar zó ontmoeten, in het samen gedeelde kerkgebouw, misschien toch beter dan elkaar nergens meer ontmoeten? Intussen kijken velen belangstellend over de schouders mee: een hervormd-gereformeerde minderheid overkoepeld door een Hervormd-Gereformeerde meerderheid — kan dat duurzaam samengaan of zal het ijzer en leem blijken? We leggen het in Gods hand en houden ons intussen maar eenvoudig bezig met datgene waar de Kerk het altijd van heeft moeten hebben: de uitleg en toepassing van het Woord van God in prediking en catechese, pastoraat en diaconaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's