Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Viering en vrucht (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Viering en vrucht (6)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terecht wordt op verschillende plaatsen in de week van voorbereiding 'censura morum' gehouden. Wat is de bedoeling daarvan? Het doel is om de tafel dés Heeren heilig te houden. Dat kan met zich meebrengen dat er leden van de gemeente van de tafel geweerd moeten worden. Wanneer blijkt dat zij in leer en leven afwijken en zij zich niet willen bekeren, gaat de kerkenraad ertoe over hun de toegang tot de tafel des Heeren te ontzeggen.

Het zal duidelijk zijn dat de kerkenraad er alleen toe overgaat, wanneer dit dringend nodig is. Het moet werkelijk aanwijsbaar zijn dat er afwijkingen in leer en leven zijn. En onder afwijkingen versta ik grote en grove dwalingen, waarvan men zich niet wil bekeren.

Ook moet het de kerkenraad pijn doen als hij gemeenteleden moet weren. Het getuigt althans niet van een pastorale habitus van de zijde van een kerkenraad als men vanuit zijn zelfgewaande hoogte op een juridische manier een uitspraak doet.

Er is dan niet veel sprake van ontferming zoals de Ambtsdrager bij uitstek, Jezus Christus, heeft getoond tijdens Zijn omwandeling op aarde.

Wanneer er geweerd wordt, zal dit door de kerkenraad onder grote bewogenheid dienen te geschieden. Want let wel: het is geen kleinigheid als men wie dan ook de tekenen en de zegelen van het Verbond in het Avondmaal onthoudt.

Daarom mag de kerkenraad nooit rust hebben als hij iemand de toegang ontzegt. Altijd moet de deur open blijven staan om iemand te laten terugkeren. Ook moeten er pastorale contacten - voor zover die mogelijk zijn - blijven bestaan.

Een kerkenraad bestaat maar niet uit een aantal juristen. Veeleer wordt hij gevormd door mannen die iets hebben van een arts. Laatstgenoemde zoekt eerst de kwaal op. Hij wil precies weten wat eraan scheelt. Als hij van de 'ins en outs' op de hoogte is, zoekt hij naar een geneesmiddel.

Zo doen ook de ambtsdragers! Machtswellust zij verre van een ieder van hen. Zij stellen zich op de hoogte van de kwaal en met het Woord Gods als medicijn zoeken zij genezing. Wanneer het geneesmiddel niet in één keer zijn werk doet, probeert de kerkenraad het nog eens en daarna nog eens. Nooit moet hij het opgeven! Waarom niet? Omdat ook de mens die in leer en leven afwijkt aan de handen van de kerkenraad is toevertrouwd. Ook zijn bloed zal eens van hun handen worden geëist. Wee de ambtsdrager die dan niet getrouw is geweest en niet gedurig een poging heeft ondernomen om zo'n mens terug te brengen op de weg ten leven.

Functioneert het?

Er zijn soms heel oude en goede gebruiken in de kerk waarbij men zich wel eens de vraag stelt of zij wel functioneren. Zo'n oud gebruik is ook de 'censura moram'.

Wanneer men aan z'n catechisanten vraagt wat dit eigenlijk inhoudt, weet vrijwel niemand hierop een antwoord te geven. Hetzelfde geldt voor de ouderen. Van de kan­sel wordt afgekondigd, wanneer er censura moram gehouden zal worden. Ook in de kerkbode is het te lezen. Vrijwel niemand weet wat het eigenlijk wil zeggen.

Het lijkt mij niet verkeerd wanneer steeds opnieuw èn vanaf de kansel èn in de kerkbode een korte uitleg wordt gegeven wat censura morum (lett. onderzoek naar de zeden, leer en leven) inhoudt.

Wel blijft de vraag over: functioneert de censura moram wel? Ik heb dienaangaande ernstige twijfels.

In de afgelopen jaren heb ik zelden iemand ontmoet op de censura morum. Slechts één keer ging het om een zeer ernstige zaak. De andere keren was het meestentijds dat mensen vanuit een andere kerk of vanuit een andere gemeente vroegen of zij aan het Heilig Avondmaal mochten deelnemen. In vrijwel alle gevallen werd door de kerkenraad toestemming gegeven. Neen, erg functioneren doet de censura morum niet. Het komt maar zelden voor dat men voor de kerkenraad verschijnt.

Zijn er in het leven van gemeenteleden - óók van hen die aan het Heilig Avondmaal gaan - dan geen afwijkingen in leer en leven? Die afwijkingen zijn er ongetwijfeld. Alleen... zij worden niet aan de kerkenraad meegedeeld.

Dat men niets meedeelt kan verschillende oorzaken hebben. Een daarvan is dat men er niets voor gevoelt om voor een gehele kerkenraad te verschijnen. Het valt ook niet mee als men er alleen staat voor zo'n acht of twaalf mannen. Dat heeft iets bedreigends!

Maar ook al is een gehele kerkenraad niet aanwezig op de censura morum, dan wil men nog niet altijd komen. De dominee wordt nog wel vertrouwd, maar de ouderling die bij hem zit niet. Dit laatste is wellicht omdat de ouderling tot de autochtonen behoort en de dominee van buiten komt.

Maar hoe het ook zij: censura morum in deze vorm functioneert niet. Wel haast ik mij te zeggen dat ik ook niet zo snel een andere vorm zou kunnen bedenken.

In de zeventiende eeuw bezochten de predikanten en de ouderling alle belijdende leden vóór elke bediening van het Avondmaal. Op die manier was er een geestelijk contact tussen de kerkenraad en de lidmaten.

Hoe zo'n pastoraal bezoek in onze tijd in de voorbereidingsweek gerealiseerd zou moeten worden, zou ik niet weten. Het aantal pastorale eenheden is zo groot dat men als predikant blij mag zijn als men na verloop van een aantal jaren bij een ieder eens is geweest.

Ook de ouderlingen kunnen in zo'n voorbereidingsweek het niet aan om alle lidmaten te bezoeken. Zij mogen blij zijn als zij eens in de twee jaar hun sectie van zeventig of meer pastorale eenheden kunnen bewerken.

Om al deze oorzaken pleit ik ervoor om de censura moram toch maar in stand te houden. Wel moet er steeds een korte toelichting worden gegeven wat nu eigenlijk de inhoud en de bedoeling daarvan is.

Formulier

In het formulier voor de viering van het Heilig Avondmaal wordt duidelijk gezegd wie er wel en wie er niet aan de tafel des Heeren een plaats mag innemen. In zekere zin wordt hierdoor al tucht uitgeoefend.

Want uit het formulier kan men opmerken, hoe men voor de Heere staat. Natuurlijk, wij kunnen daaromheen grote en vrome verhalen houden, maar ten diepste weet men of men voor God rechtvaardig is of niet (G. Boer).

Het formulier is reeds een preek op zichzelf. Daarom moet het, als het voorgelezen wordt, niet afgeraffeld worden. Soms lezen predikanten het zo snel dat het niet eens meer te volgen is. Nu weet ik wel dat een formulier niet gelijk is aan de Schrift. Toch misstaat het een voorganger niet als hij met eerbied leest wat er in het formulier staat geschreven. Dat zijn wij niet alleen maar verplicht aan degenen die dit formulier ooit eens hebben opgesteld, maar vooral de inhoud - gegrond op de Heilige Schrift - dwingt een voorganger ertoe.

Met eerbied en enige dictie gelezen zal zo'n formulier de gemeente ook meer te zeggen hebben dan wanneer het razendsnel wordt gelezen. Bovendien is de tijd die men met 'afraffelen' wint, slechts een enkele minuut. Welnu, als die enkele minuut er niet meer bij kan, zijn wij èn als voorganger èn als gemeente des Heeren toch wel heel ver van huis. Dan zou die Keniaan tqch gelijk krijgen die tegen mij zei: 'Wij hebben de tijd, maar de tijd heeft jullie'. Ik wil maar zeggen, dat er bij het voorlezen van het formulier rust geboden zij.

Een andere vraag is - en die werd mij ook gesteld - of het formulier in z'n geheel of in tweeën gelezen moet worden. Wat ik nu ga schrijven, is niet om de kool en de geit te sparen, maar ik denk dat zowel het een als het ander kan.

Het is welhaast zeker als ik stel dat dit formulier is opgesteld om in z'n geheel te lezen. Alle drie de stukken, ellende, verlossing en dankbaarheid komen erin naar voren. Er valt wat voor te zeggen om deze drie stukken niet te scheiden, maar wel te onderscheiden. Hiermee wil ik zeggen, dat het niet verkeerd is om het formulier in z'n geheel te lezen, omdat men dan alles goed bij elkaar houdt.

Toch houdt men zich in de meeste gemeenten niet daaraan. Er heeft zich in de afgelopen decennia een verandering voorgedaan.

Het moet gezegd worden: niet alle veranderingen behoeven verkeerd te zijn. In vele van onze gemeenten is men met name in de laatste jaren een Psalm vóór de dienst gaan zingen. Wat kunnen wij beter doen vóór het stil gebed dan de liederen Sions zingen? Een Psalm als gemeente voor de dienst aanheffen is beter dan zich bezighouden met allerlei 'prietpraat'. Ik acht deze verandering werkelijk een verbetering.

Maar kan men dit ook zeggen als men de eerste helft van het Avondmaalsformulier leest op de voorbereidingszondag en de tweede helft op de zondag waarop het Avondmaal wordt bediend en gevierd? Wanneer het wordt gedaan om tijd te winnen, heeft het lezen van het eerste gedeelte op de voorbereidingszondag weinig zin. De tijdwinst bedraagt - zelfs als men gedragen en eerbiedig leest - hooguit vijf minuten. Hiervan zei ooit eens een ouderling: wat is nu vijf minuten op de eeuwigheid? Hij wilde ermee zeggen: die vijf minuten moeten er af kunnen!

Zelf heb ik altijd de indruk gekregen dat de eerste helft van het formulier in een voorbereidingsdienst niet zozeer werd gelezen om tijd te winnen op de Avondmaalszondag, doch omdat alle elementen die in de prediking naar voren komen, juist in het formulier staan. In de voorbereidingspreek komt de boetvaardigheid ter sprake. Ook wordt er gezegd voor wie het Heilig Avondmaal is.

Naar mijn mening sluit het eerste gedeelte van het formulier heel goed aan op de voorbereidingspreek. Om die reden is het eerste gedeelte te lezen of vóór de preek of na de preek. Dit is aan de vrijheid van de dienaar des Woords voorbehouden.

Maar - zo vraagt iemand - doen wij dan geen geweld aan het gehele formulier? Dienaangaande wil ik twee opmerkingen maken. Allereerst: een formulier is niet de Heilige Schrift. In de Bijbel knippen wij niet. Maar wat in de Bijbel niet toegestaan is, kan wel gebeuren met een formulier. Zonder natuurlijk de inhoud te halveren. Ik weet ook wel dat de Heidelberger niet 'gelijk is aan een formulier. Hoe vaak echter komt het niet voor dat men niet een gehele zondagsafdeling behandelt, doch een enkele vraag van de zondag die aan de orde is.

Hoe het ook zij: wij moeten elkaar niet om de oren slaan, of er een graad van rechtzinnigheid van maken als in de ene gemeente het formulier in z'n geheel wordt gelezen en in een andere gemeente in twee delen. Het is naar ik meen: een zeer middelmatige zaak!

Voorbereidingspreek

Alvorens te komen aan de eigenlijke avondmaalsviering en wat daar gebeurt en wat daar beleefd wordt, wijs ik nog op de voorbereidingspreek. In de verkondiging wordt op die zondag opgewekt tot boetvaardigheid. Op de vraag of er niet allerlei 'kenmerken' moeten worden genoemd, hoop ik een volgende keer in te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Viering en vrucht (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's