Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Homoseksualiteit en kerk (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Homoseksualiteit en kerk (2)

Om de voortgang van het gesprek

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bewogen leven komt tot rust

Maaike van Hamert (pseud.) stelt in haar bijdrage indringende vragen.

Ze doet dat als homoseksueel gemeentelid vanuit een bewogen leven waarin ze geworsteld heeft met haar eigen identiteit en wat uitmondt in gebed dat de vragen tot rust brengt.

Om de voortgang van het gesprek

Drs. H. de Leede schrijft over de theologische kernpunten die in het gesprek over homoseksualiteit aan de orde zullen (moeten) komen.

Hij weegt de (bekende) teksten die expliciet spreken over homoseksualiteit. De praktijk die de bijbelschrijvers voor zich zagen wordt afgewezen. De homoseksuele praktijk had alles te maken met afgodendienst.

Andere uitingen (relatie van liefde en trouw) hebben ze zowel in O.T. als N.T. niet gekend. Het is te begrijpen dat homoseksuelen in onze tijd zich niet herkennen in de teksten. Dit kernpunt voor gesprek is een knelpunt.

Het punt is: Hoe gebruiken we de Bijbel? Vanuit de bijbelteksten concluderen dat iedere vorm van homoseksuele beleving bij voorbaat moet worden afgewezen is biblicisme. Biblicisme houdt onvoldoende rekening met de eigen aard van de openbaring.

De Leede brengt de hermeneutische kwestie ter sprake.

Zijn conclusies zijn: Er is sprake van een nieuw inzicht in vormen van homoseksualiteit; homoseksualiteit heeft te maken met de gebrokenheid van de schepping; er is een relatie tussen de leiding van de Geest en de ontwikkeling in de cultuur, zodat de Schrift schatten prijsgeeft, die in een voorgaande cultuurfase zelfs niet vermoed konden worden.

Wat betreft de scheppingsordeningen merkt De Leede op dat het een lastige theologische knoop is. Overstijgt de orde van het Koninkrijk niet de orde van de schepping? Moeten we ons niet beroepen op de notie van het verbond of van de liefde om zo ruimte te vinden voor andere relaties dan het huwelijk? Van het onderscheid tussen aard en praxis wil De Leede niet spreken vanuit de bijbelse mens-en zondeleer. Hij zoekt een begaanbare weg en komt dan tot de mogelijkheid dat we de homoseksuele geaardheid aanvaarden als een gegeven in onze werkelijkheid en dat we de homoseksuele medemens aanvaarden ongeacht hoe hij met zijn geaardheid in de praktijk omgaat.

Heel concreet betekent dat aanvaarden van een homoseksueel, wanneer hij of zij in een geloofsbeslissing komt tot een leven in onthouding, maar ook aanvaarden wanneer men in geloofsbeslissing komt tot een leven in een relatie van liefde en trouw.

De Leede stelt voor om vanuit de grondwoorden 'gebrokenheid' en 'verlossing' de zaak te benaderen. Het behoort tot dat wat Paulus schrijft: een zuchtende schepping, en het reikhalzend uitzien naar de verlossing van ons lichaam.

Zo zal er ruimte komen om als hetero's en homo's pastoraal met elkaar om te gaan rondom Woord en Sacrament en zullen zij van uit gezamenlijke schuld en gemeenschappelijk ervaren gebrokenheid niet tegenover elkaar maar naast elkaar staan, om samen het spoor te zoeken dat God wijst.

De Leede reikt aan het slot van zijn bijdrage gesprekspunten aan. Het gaat immers om de voortgang van het gesprek!

Het acceptatieproces

De theoloog-psychiater drs. P. J. Verhagen schrijft het slothoofdstuk over de zelfaanvaarding van homoseksuelen. Een problematiek die de aandacht verdient ongeacht je positiekeuze in de zaak.

Het gaat over de zelfaanvaarding van de homoseksuelen en allen in hun directe omgeving. Het acceptatieproces wordt in vijf fasen beschreven.

Eerst is er het vage gevoel anders te zijn. Daarna krijgen de vage gevoelens een naam; een fase waarin de (innerlijke) strijd zwaar kan zijn. De derde fase is die van de zgn. coming-out. Het doorbreken van het isolement kan bevrijdend zijn, maar het kan ook op een afschuwelijke kater uitlopen. Verhagen spreekt hierbij over ouders en direct betrokkenen en over de plaats van de homoseksuelen in de christelijke gemeente. De vragen die in deze derde fase (coming-out) opkomen. Een fase die een ieder toch wel moet doormaken om evenwicht te vinden qua identiteit, qua persoon.

In fase vier gaan de wegen uiteen: de zgn. coming-in fase. Hier is de concretisering aan de orde in een bepaalde levensstijl. En het is dan ook hier dat de wegen uiteen gaan: a. leven in onthouding van een (seksuele) relatie; b. verandering zoeken in therapie. Voor Verhagen verdienen deze twee wegen bijbels gezien de voorkeur. Evenwel: psychologisch gesproken is de ene weg niet beter dan de andere.

De vijfde fase is het nieuwe evenwicht. De fase van een zekere innerlijke rust. Men durft te staan voor wie en wat hij/zij is.

Behartigenswaardig is wat Verhagen schrijft over vriendschap en over persoonlijkheidsvorming, waarbij natuurlijke en bovennatuurlijke factoren een rol spelen.

Aangrijpend

Het is aangrijpend te ontdekken dat onder hen die 'in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en van harte staande in de gereformeerde traditie' men tot ingrijpend verschillende opvattingen komt. Het meerdere deel van de schrijvers van dit boek aanvaardt een relatie in liefde en trouw tussen homoseksuelen. Dat hiermee het spoor verlaten is, wat de eeuwen door getrokken is in de klassiek-gereformeerde traditie, moet duidelijk zijn.

Wie dat doet moet daar toch wel goede bijbelse argumenten voor hebben. Mijns inziens zijn die niet te vinden. Althans de argumentatie die verschillende schrijvers naar voren brengen, heeft mij niet kunnen overtuigen.

Waarom moet men de Schriftgegevens zo uitleggen, dat zij wel bepaalde (!) homoseksuele handelingen verbieden - nl. binnen cultische prostitutie - maar daarom nog niet alle (!) homoseksuele verkeer zouden uitsluiten?

Paulus brengt in zijn veroordeling geen enkele nuancering aan.

Men zegt telkens weer: homoseksuelen herkennen zich niet in veroordeling van de homoseksuele praktijken in de bekende teksten. Mijn opmerking is dan: wanneer we met behulp van exegetisch geknutsel de Schriftgegevens tegen homoseksualiteit zo uitleggen, dat de homoseksuele praktijken van vandaag buiten schot blijven, dan is het goed mogelijk dat je je niet herkent in de bedoelde teksten. Deze weg is voor mij onbegaanbaar.

Verder: wanneer we de eenheid van de Schrift belijden zullen we teksten niet mogen uitspelen tegen thema's. Ik bedoel: men weet met de teksten niets aan te vangen en men grijpt thema's als 'liefde' of 'verbond' aan ter verdediging van homoseksualiteit. De liefde is weliswaar de vervulling van de wet, maar nergens de vervanging van Gods gebod genoemd.

Thema's kunnen we toch niet van (wets-) teksten abstraheren?

Is dit niet Schrift tegen Schrift uitspelen? Dat we op deze wijze precies het tegendeel verdedigen wat op grond van de Heilige Schrift de eeuwen door is afgewezen!

Scheppingsordening

Wanneer er geschreven staat dat homofilie tot 'de raadselen van de schepping' behoort (p. 37) hebben we duidelijk een wissel omgezet. Ook het spreken in de zin van homofilie behoort niet 'tot de oorspronkelijke bedoeling met de mens' (p. 38) is veel te zwak. Homoseksualiteit is zonde. De seksualiteit heeft de tweepoligheid van man-en vrouw-zijn nodig. De Schrift laat geen ruimte voor homoseksueel geslachtsverkeer. Zoals er ook op heteroseksueel terrein handelingen te noemen zijn die de toets van Gods Woord niet kunnen doorstaan.

In het onlangs verschenen boek over seksualiteit (Seksualiteit, bijbelse lijnen en facetten/Reformatie Reeks) komt drs. J. Westland tot geen andere conclusie. Hij merkt in zijn bijdrage in genoemd boek t.a.v. homoseksualiteit op: 'de seksualiteit kan zo ook niet in haar volle rijkdom van de ontmoeting, de aanvulling, onderlinge verrijking en bevestiging van het mannelijke en het vrouwelijke tot haar recht komen. Ze is niet echt voluit geslachtelijke omgang'.

De levensomvattende relatie van één man en één vrouw is het plan van God met seksualiteit.

De Leede spreekt m.b.t. scheppingsordeningen over 'een van de lastigste theologische knopen'. Het is daarom ook duidelijk dat de wegen vanwege verschil in visie op Genesis 1 en 2 uiteen gaan.

Hermeneutiek

Prof. dr. J. van Bruggen schrijft ergens: Hermeneutiek is geen toverstaf, maar een leesbril.

De kwestie die ons verschillende wegen doet gaan is die van het verstaan en de vertolking van de Schrift in onze tijd. Het is de kwestie van de hermeneutiek. Dus een kwestie van een andere bril?

Of zien we dat men met behulp van 'de toverstaf' allerlei zaken die men in verleden tijd op grond van de Schrift afwees nu verdedigt?

Mag je met het beroep op de Geest ('de Geest schrijft wegen in de tijd') stappen doen die je vanuit het Woord niet kunt legitimeren?

Naar mijn vaste overtuiging begeven we ons hier op glad ijs. Het sola Scriptura alsmede het tota Scriptura, zoals in de reformatie beleden en in de gereformeerde confessie vertolkt zijn, komen op gespannen voet te staan met datgene wat de Heilige Geest ons in deze tijd zou openbaren.

Gods Woord is toch ook anno 1996 een lamp voor onze voet en een licht op ons pad. Het laat ons toch ook vandaag niet in de steek.

Het is zeker waar dat elke tijd zijn eigen problemen heeft, die om een antwoord vragen. We dienen daarvoor gelovig de Heilige Schrift te bestuderen. Evenwel: de constanten zijn ons in de Schrift gegeven. De coördinaten zijn gegeven, zodat de plaats van de punten bepaald kan worden. De Schrift blijft bron en norm.

Het omgaan van de wissel heeft te maken met een andere hermeneutiek, een andere sleutel die gehanteerd wordt voor het verstaan van de Schrift in deze tijd.

Het heeft te maken met een verschil in visie op de Schepping en op de Wet van God en daarmee op de verhouding Wet en Evangelie. Het voert te ver om daar nader op in te gaan, maar me dunkt zitten we met dit alles in een ander theologisch klimaat dan die waarin de reformatoren en hun leerlingen, die aan de wieg van onze gereformeerde belijdenisgeschriften stonden, leefden.

Tenslotte

Het gesprek over homoseksualiteit is gestaakt. De auteurs hebben zich daar niet bij neergelegd. Hun boek verscheen. Zij wensen de voortgang van het gesprek in de kerk over homoseksualiteit. Ongetwijfeld is het boek vol gespreksstof en biedt het een leidraad voor het gesprek in de gemeente.

Ook het pleit voor het pastorale gesprek met homoseksuele gemeenteleden kunnen we alleen maar van harte onderschrijven. Ook wat Verhagen naar voren brengt over de verschillende fasen in het acceptatieproces van homoseksuelen is zeer verhelderend.

Ik vrees echter dat de verwarring onder ons alleen maar toe zal nemen en dat de homofiele medemens die op grond van de Schrift een homoseksuele relatie afwijst door dit alles niet geholpen is.

Er is gepleit voor pastorale ontmoetingsplaatsen voor homofielen. Laat er in de gemeente veilige plaatsen gevonden worden waardoor de homofiele broeder/zuster niet behoeft te leven in de (verschrikkelijke) anonimiteit.

Laat er pastoraat aan ouders van homofielen geboden worden, alsmede aan (ex)huwelijkspartners.

Het klassiek gereformeerde spoor, getrokken door dr. J. Hoek (ook te vinden in de publicaties van prof. dr. J. Douma en prof. dr. W H. Velema), wil ik niet graag verlaten. Het is naar de Heilige Schrift. De weg van het Woord is zegenrijk voor heterofielen en homofielen. In dit spoor bidden wij: geef Heere, dat ik elke dag mijn kruis in het navolgen van U blijmoedig zal dragen door U aan te hangen met oprecht geloof, vaste hoop en vurige liefde.

In dit spoor zullen we elkaar in het oog zoeken te krijgen en te houden om in liefde en eenheid met elkaar te leven. Want we hebben elkaar zo ontzettend hard nodig. Voor elkaar een herder zijn. Een herderlijk woord, een herderlijke daad, een herderlijk hart.

O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk!

A. Kool, red.: Homoseksualiteit en kerk: om de voortgang van het gesprek, uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 115 blz., ƒ 22, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Homoseksualiteit en kerk (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's