Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Weer Saulus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weer Saulus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'...want zie, hij bidt.' (Hand. 9:11 slot)

Een noodkreet van de aarde klimt omhoog. Tot voor de genadetroon des Heeren. Dit is de situatie van het moment: daar ligt dan het mensenkind, met hoog in zijn vaandel: dreiging en moord. Dat was zijn levensadem, zijn doen en drijven. Hij zou dat ook in praktijk brengen tegen 'enigen, die van die weg waren...'. Evenwel de hemel dwarsboomde hem in die plannen. Tussen de weerloze mannen en vrouwen, die van de weg van Christus waren, en hem die moord en dreiging blies, stelde zich in hoogsteigen persoon de grote Jozua. Vertegenwoordigende priesterlijk de zaak van de Zijnen op aarde. Hem was gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Wendde ook koninklijke macht aan om een verklaarde tegenstander voor altijd de wind uit de zeilen te nemen. Wonderlijke wijsheid Gods. Wat zo wonderlijk is? Dat Hij vijanden maakt tot vrienden en metgezellen. Moet u maar eens vragen aan al degenen die hetzelfde wonder van de grote ommekeer meemaakten. Dat is het thema van de gadeloze verwondering: HEERE, wat heeft u bewogen? Wonderen zijn niet te verklaren! Ze wellen op uit de bron van eeuwige ontferming. Nochtans ligt het geheim in de naam, waarmee Hij zich openbaart. Jezus! Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Duisterlingen worden getrokken binnen de kaders van het werk dat met Zijn naam verweven is.

Weer Saulus! Waar is de woesteling gebleven? Hij is onderweg gestorven. Toch leeft hij, ...want zie, hij bidt. Wie let er in Damascus op deze snikkende neergebogen man? Waarschijnlijk niemand. Door de straat genaamd Rechte, golft het leven-van-de-dag als tevoren. Geen mens blijft stilstaan voor het huis van Judas, omdat niemand weet wat zich binnenskamers afspeelt. En al had iemand het geweten, wat dan nog? Wat heeft de wereld, wat heeft de wetenschap, wat heeft de politiek, wat heeft de kerk aan een man, die drie dagen lang bidt? Om wat te mijmeren over dat laatste, ineens herinneren we ons een an­ Weer Saulus! Waar is de woesteling gebleven? Hij is onderweg gestorven. Toch leeft hij, ...want zie, hij bidt. Wie let er in Damascus op deze snikkende neergebogen man? Waarschijnlijk niemand. Door de straat genaamd Rechte, golft het levenvan-de-dag als tevoren. Geen mens blijft stilstaan voor het huis van Judas, omdat niemand weet wat zich binnenskamers afspeelt. En al had iemand het geweten, wat dan nog? Wat heeft de wereld, wat heeft de wetenschap, wat heeft de politiek, wat heeft de kerk aan een man, die drie dagen lang bidt? Om wat te mijmeren over dat laatste, ineens herinneren we ons een        andere bidder. Hij werd met stenen bekogeld. De klederen van de getuigen lagen aan de voeten van een jongeling: Saulus van Tarsen. In het gebed van de stervende Stéfanus was ook Saulus begrepen. Dat heeft de kerk aan bidders! Op uw noodgeschrei deed ik grote wond'ren... Misschien komen ze u voor de geest, de kleinen die groot waren in het koninkrijk der hemelen. Uw vader. Uw moeder. Uw man. Uw vrouw. Uw... metgezellen in Gods huis. Ze baden en ze bidden. Het gebed om zegen in en door de geslachten. Om voortgang van de grote daden Gods in de geschiedenis der kerk. Om bekering van hen die tegenstaan.

Hier is er één, die bidden gaat omdat er gebeden werd.

Engelen luisteren aandachtig toe bij de vensters van hun hemels paleis. In Judas' huis, daar geschiedt het! Want zie, hij bidt! En deze gebeurtenis ontroert de hemel. Hemelse vreugde over de zondaar, die zich bekeert. De Heere woont in de hoogte, maar Hij woont ook in de diepte. 'Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is, opdat Ik levend make de geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden' (Jes. 57 : 15).

Zie hij bidt! Saulus. Het biddende mensenkind, dat alles ontvallen is. Zijn naam bij de mensen; zijn roem als Farizeeër. En wat het belangrijkste is: zijn zorgvuldig opgebouwde gerechtigheid voor God. Wat had hij er aan gewerkt. Al zijn krachten ingezet en aangewend. Maar Jezus heeft de strijd gewonnen, volkomen en glorieus. Iets van hemelse ironie licht op in deze geschiedenis. Uit Zijn vervolgers grijpt Jezus de sterkste en maakt hem tot Zijn vriend. En Saulus? Door Gods Geest bekwaamd, door Christus gegrepen begrijpt hij terstond de kern van het bijbels geloof. Die is: buigen voor de soevereiniteit van God. Niet al redenerend, maar biddend.

Gehoorzaamheid geleerd. Wie valt het bij? U misschien? O, u was een taaie tegen­ stander. U had uw mening, ook over godsdienstige zaken. Totdat de Heere Jezus kwam. Toen wist u het niet meer. Toen ging u vragen, bidden om met God verzoend te worden. Wat een crisis. Gedaagd door Zijn Woord en Geest voor de rechterstoel van Christus. Het gericht aangespannen. Toen ging het zo, daar bij Damascus. Thans gaat het eigenlijk niet anders. Gedagvaard wanneer u zich schaart onder de bediening der verzoening. Aan de orde is de vraag van eeuwig leven en eeuwige dood. Wie zo gegrepen wordt, hetzij door het suizen van een zachte wind, hetzij door het plotselinge, komt ineens te staan voor de grote dingen. Wat zal de beslissing zijn van de grote God? Wat de uitspraak in het geding? Gezondigd tegen de Vader, de God van Abraham, Izak en Jakob. Gezondigd tegen de Zoon, wiens Woord aan Saulus zo klaar verschenen was. Weerstaan en bedroefd de Heilige Geest, die in zijn geweten sprak van zonde, gerechtigheid en oordeel.

Zie, hij bidt... Overtuigd de voornaamste te zijn der zondaren. Het gebed is het gebed van de Geest der genade en der gebeden. Het doet de levensgeschiedenis kenteren en kantelen. Zo ook de kerkgeschiedenis. En het leidt de wereldgeschiedenis in een - ander spoor. Een zondaar bekwaamd voor de dienst des Heeren. Zijn opdracht is wereldwijd en wereldomvattend. Hij bidt... Laat Ananias niet vrezen een man aan te treffen bezig met nieuwe voorbereidingen om te infiltreren. Saulus bidt. Voor een mens die bidt, behoeft nooit iemand bang te zijn. Zo wordt het werk der vertroosting opgedragen aan Ananias. Machtig werk!

Zie, hij bidt... Bidt, en u zal gegeven worden! Meer dan overvloedig. Genade en vrede. Vergeving. Eeuwig leven!

Vanwege Hem, wiens naam wonderlijk is. Die ook bad, voor Saulus en voor zijn metgezellen. Die biddend Zijn werk. Zijn arbeid, in het geding brengt. Voor deze en voor die! Voor de gebrokenen, de armen, de grootsten der zondaren.

Het gebed van de grote Voorbidder bepaalt de uitkomst van de gebeden van hen, die worstelen aan de genadetroon. Voor Saulus en voor allen, die in dezelfde worsteling betrokken raakten.

Hij bidt, dat is: ik heb niet, maar Gij! Ik weet niet, maar Gij! Ik de verliezer, U de winnaar!

Weer Saulus! Want zie, hij bidt...

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Weer Saulus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's