Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Proefschrift over Calvijns preken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Proefschrift over Calvijns preken

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 19 september jongstleden promoveerde aan de universiteit van Utrecht, W. H. Th. Moehn, tot doctor in de theologie. Hij is thans hervormd predikant bij de gemeente Aalburg. Dankzij een aanstelling als assistent in opleiding bij de kerkelijke opleiding van de Nederlandse Hervormde Kerk en mede door een parttime predikantschap is het hem gelukt zijn studie te voltooiien. Dit is een goede combinatie geweest, maar uiteraard wel een bijzonderheid, aangezien niet iedere student voor zulk een benoeming in aanmerking komt. Onze bondsgemeenten zijn doorgaans te groot in zielenaantal, om het de dienstdoende predikanten nog mogelijk te maken zich te wijden aan een promotiestudie.

Het onderwerp van deze dissertatie, getiteld 'God roept ons tot Zijn dienst', is een homiletisch onderzoek naar de verhouding tussen God en de hoorder in Calvijns preken over Handelingen 4 : 1-6 : 7. De ingewijden in het werk van Calvijn weten, dat dit een deelonderwerp is. Calvijn heeft een groot aantal preken nagelaten, maar deze studie concentreert zich nu op een bepaald samenhangend terrein. Het zou een bovenmenselijk werk zijn geheel de prediking van Calvijn tot voorwerp van onderzoek te nemen. Geheel vanzelf ontstond dus een detailstudie, die gelegenheid bood bepaalde facetten van Calvijns prediking aan de orde te stellen.

Het moet worden gezegd: de jonge doctor heeft zich met ijver van zijn taak gekweten. Wij laten nu maar de opmerkingen van redactionele aard ter zijde, noemen als terloops de lijst van afkortingen, de bibliografie, het register van namen en de samenvatting in het Engels en het Frans - dan blijven er zes hoofdstukken over die het eigenlijke middendeel van hét boek uitmaken. Geheel terzake komt in het eerste hoofdstuk aan de orde de inleiding en de probleemstelling. Daarin komt onder meer de historische context ter sprake en de methodische verantwoording. De auteur maakt gebruik van de Heidelberger analysemethode - daaronder verstaat men in universitaire kringen een bepaalde leidraad om de kwaliteit van de prediking te beoordelen. Dit alles kan de doorsnee lezer wel gevoegelijk overslaan. Dit is meer voor de kok in de keuken.

Maar dan het hoofdmenu. In hoofdstuk twee onderzoekt Moehn hoe in de prekenserie God en hoorder aan de orde komen. Calvijn veronderstelt de situatie van een prediker, die zich richt tot de gemeente van Christus. Het heil in Christus is bekendgemaakt en daarop zijn de hoorders aanspreekbaar. Dat veronderstelt intussen, dat de gemeente nog onderweg is, onvol­maakt is en ook geveinsden en ongelovigen onder haar leden heeft. Het separatieve element komt voluit aan de orde. Een kritische visie op die gemeente overheerst wel enigermate. Toch ontbreekt de bemoediging allerminst. Calvijn gaat uit van het normatieve karakter van het behandelde Schriftgedeelte. Vandaar klinkt het appèl naar de gemeente van nu.

Het derde hoofdstuk laat het licht vallen' over de vraag: hoe de hoorders in de preken tevoorschijn komen? Calvijn brengt dan in de gekozen preken het huiselijk leven van de gemeente Geneve ter sprake. Hij trekt de grenzen ook wat wijder naar de gemeente en de kerk als geheel, waarin met name de regering door het ambt voor het voetlicht komt. En dan is er nog de samenleving van arbeid, overheid, de omgang tussen arm en rijk.

Het vierde hoofdstuk doet een religieus spanningsveld voor ons leven. De verhouding Goden de hoorder komt scherp aan het licht in de vraag hoe de gemeente zich verhoudt in vragen van de dag. De toenmalige grootheden als groepen in de gemeente, libertijnen bijvoorbeeld, roomskatholieken, worden nader onderzocht. Hier opent zich de polemiek. Juist de manier waarop Calvijn oordeelt over de situatie in de gemeente brengt aan de dag hoe de hoorder staat in de tijd met de toendertijd levende, brandende problemen.

Het vijfde hoofdstuk zou je de vrucht kunnen noemen van de geduldige lectuur van Calvijns preken. Deze preken leveren bouwstenen op voor Calvijns homilitische visie. Er zijn daar een paar lijnen te ontdekken. Vooreerst de toepassing van de prediking, dan het effect van de prediking. Hoorder en prediker zelf worden niet overgeslagen. Wij achten dit hoofdstuk voor de gehele studie van levensbelang.

De evaluatie vormt het zesde hoofdstuk. Wezenlijk nieuwe dingen komen daar niet aan de orde, of het mocht zijn dat de Heidelberger analyse nog veel vrucht belooft voor nog niet onderzochte homiletische arbeid van Calvijn. De auteur moest hier pioniersarbeid verrichten. Hij geeft daarvan dan ook verslag. Eigenlijk geeft Moehn in het laatste hoofdstuk een paar lijnen aan voor een vervolgstudie. Als terloops maakt hij melding van zijn dissertatie als stukwerk. Dat geeft beloften voor de toekomst. Het laatste hoofdstuk geeft een lijst van wensen voor de toekomst. Wellicht mag de promovendus het zelf verrichten, misschien ook anderen. De slotsom is in ieder geval duidelijk. Er is nog genoeg om te onderzoeken.

Wij hebben nog altijd in ons geheugen de hoofdinhoud van Hoekstra's Gereformeerde homiletiek. Dat boek ziet de prediking als uitlegging èn toepassing van de Heilige Schrift in de gemeente van Christus. Welnu, Calvijn heeft in dit stramien gepreekt. Hij was exegetisch aan de tekst gebonden, theologisch aan de gehele breedte van de Schrift. Maar deze prediking had ook een grens. Lokaal de stad Geneve, temporeel de zestiende eeuw met al zijn rumoer. U ziet hoe concreet bepaald de prediking is. Daaruit kunnen wij lering trekken. Als er één ding is, dat wij van een preekgenie als Calvijn kunnen leren is het wel dit: de manier hoe hij het doet. Soms komt er weer een gebeurtenis, waarin zijn prediking opnieuw actualiteit ontvangt. De auteur erkent dan ook de waarde van deze preken met het oog op de toekomst van de kerk.

Er zijn niet zo heel veel dissertaties verschenen over een homiletisch onderwerp. Toch blijven ze nodig meer dan ooit. Preken is een moeilijk werk. De opleiding daartoe aan de universiteit is summier. Het is goed dan in de leer te gaan bij een grootmeester in het genre. Bij hem de kunst af te kijken. De auteur haalt ergens in zijn werk een opmerking aan van een schrijver die beweert dat er zijn, die telkens moeten preken en het nooit hebben geleerd. Dat is helaas maar als te waar.

Deze dissertatie mag er zijn. Goed, hier en daar zijn de gedachten wel eens al te breed ontplooid. De bondigheid heeft ook zijn recht. Wij zouden kunnen noemen de overmaat aan accuratesse, de precisie - het hoort er allemaal bij. Voor een gewone lezer werkt dit alles wel eens vermoeiend, en van dat standpunt uit beoordelen wij. Maar dat neemt niet weg: het is fraai werk van een jonge doctor. Het moge andere collegae aansporen ook een studie ter hand te nemen. Het behoeft natuurlijk zo groot niet te worden; als dit maar de vrucht is met een diepe liefde de Schrift te gaan vertolken. Calvijns preken tonen weer de waarheid van een oud woord: een goed prediker moet hebben: Schriftkennis, wereldkennis, mensenkennis en zelfkennis. Wij wensen collega Moehn en de gemeente van Christus in Aalburg Gods bijzondere genade toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Proefschrift over Calvijns preken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's