Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afscheid prof. dr. W. van 't Spijker

Deze week (14 januari 1997) nam prof. dr. W. van 't Spijker afscheid als hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn. Er vindt de laatste jaren een complete wisseling van de wacht plaats. Dit keer is het de beurt aan de 70-jarige kerkhistoricus die in 1970 promoveerde op het onderwerp De ambten bij Martin Bucer en in 1971 hoogleraar werd.

We kwamen in twee periodieken een gesprek tegen met prof. Van 't Spijker. Om te beginnen in het Nederlands Dagblad van 21 december 1996. Van 't Spijker maakt altijd weer indruk door zijn mildheid en vriendelijkheid, ook als hij soms in discussies minder fair wordt bejegend. Opvallend is zijn intens verlangen en bewogen streven naar meer eenheid onder hen die van gereformeerd belijden zijn. Artikelen en columns in het wekelijks orgaan van zijn kerken 'De Wekker' geven daar keer op keer blijk van. Het citaat uit het Nederlands Dagblad gaat daar dan ook over.

"Het streven om mensen en kerken bij elkaar te brengen heeft u van Bucer geleerd? 'Inderdaad. Hij heeft mij impulsen gegeven in zaken die er in zekere mate ook van nature al bij mij inzaten. Mijn moeder had één tekst: uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. En zo hóórt het ook, zeker in een pluriforme kerk als de onze. De eenheidsfanaat noemden ze Bucer wel. Maar als je de bijbel en de confessie er naast legt, dan kun je ook alleen maar zeggen dat het een droevige zaak is dat zoveel kinderen van God verstrooid zijn. Die moeten bijeenge­ bracht worden door het kruis.'

In 1990 sprak u uit: 'Het wordt tijd om moedige dingen te gaan doen.' We zijn nu zes jaar verder. Bent u teleurgesteld?

'Er is een tijd geweest dat ik behoorlijk gedesillusioneerd was als het gaat over kerkelijke eenheid. Want ik heb altijd de idee gehad dat je de mensen aan elkaar kunt binden door Schrift, belijdenis en kerkorde.

Een goed gereformeerd mens moet dan luisteren. En dan blijkt dat dat niet werkt! Ook niet in onze kerk, want dan wordt al gauw gezegd: hij heeft wel dezelfde belijdenis, maar beleeft hij dat dan ook? Maar dat zijn vrachten achter de vragen. Het doet mij labadistisch aan. Hoe kan ik weten of iets functioneert? Wat is daar de norm voor? Je brengt dan met die ego-ervaringen het subjectivisme in het kerkbegrip. Net als de moderne mens, die ook telkens vraagt: hoe ervaar ik dat, hoe beleef ik dat. Natuurlijk moeten dingen ervaren worden. Maar als je het terrein van de ervaringen betreedt, dan kom je ook op terrein van de specifieke wonderlijke leidingen van de Heilige Geest. Daar zit een geweldige variëteit in.' Je moet oppassen niet in een soort 'ouderdomsdroefenis' te vervallen, waar Luther en andere reformatoren ook last van hadden, zo houdt Van 't Spijker zichzelf voor: 'De reden voor ons enthousiasme ligt niet in wat wij beleven en wij ervan zien, maar ligt in de beloften van God. En die liggen altijd vast.'"

Ook over zijn al genoemde en geroemde vriendelijkheid gaat een vraag die we citeren met het antwoord van prof. Van 't Spijker.

"Het is van u bekend, dat u zelfs met degene met wie u het totaal oneens bent, nog vriendelijk omgaat. Zijn er ook grenzen? 'Natuurlijk, maar er blijft voor iedereen een vorm van gewone burgerlijke en menselijke vriendelijkheid. Je moet elkaar altijd kunnen blijven ontmoeten als medemensen en - burgers. Aan de andere kant moet ik zeggen: we kennen ten dele. Waarom zou ik mijn waarheid, die ik voor waarheid houd naar de Schriften, nu zo absoluut moeten toepassen? En het op sommige punten niet aan de Heere overlaten, die het beter weet dan ik? Ik ben gauw bereid om het goede van iemand te denken. Dat is mijn fout misschien. Ik heb mezelf weleens afgevraagd: is dat nou zwakheid bij jou dat je je mond dichthoudt als je het ergens niet mee eens bent?

Ik mag graag luisteren naar mensen, en dan wat zij zeggen proberen te verwerken. Je hebt in onze kerken Kuyper-en Bavinckfiguren. De eersten slaan er altijd bovenop. Bavinckfiguren luisteren meer en proberen wat ze horen te integreren.'"

Wat opvalt in Van 't Spijkers manier van oordelen over theologische items is zijn oog voor de historische context waarbinnen bepaalde uitspraken zijn gedaan en ontstaan. Te denken valt aan zijn milde oordeel over Calvijns spreken over de verkiezing. In het blad Wapenveld van december 1996 staat ook een gesprek met de scheidende geleerde te lezen. Daarin zegt hij dat we, om maar eens wat te noemen, de verkiezing nooit logisch bij elkaar krijgen. Luther zegt dat je je verkiezing vindt in de wonden van Christus. Erasmus lost het probleem op door de mens een vrije wil toe te kennen. Luther heeft geen oplossing voor het probleem. Het gaat om het God-zijn van God. We moeten God God laten.

"Je kunt de waarheid niet van de persoon aftrekken. Je moet daarom ook niet over de predestinatie bij Calvijn spreken. Je moet Calvijn op de preekstoel zien staan, voor al die mensen die berooid en ellendig als vluchteling uit Frankrijk in Geneve zijn aangekomen. Alleen, Calvijn gaat natuurlijk wel op zijn studeerkamer zitten. Daar heeft hij gepoogd datgene wat hij op de preekstoel - en daar gans anders - zei te doordenken. Want Calvijn had natuurlijk tegenstanders. En dan zijn er uitspraken bij Calvijn waarvan ik denk dat dat ook anders had gekund. In de tijd dat de gemeente zich gaat settelen en in de tijd van het opkomend piëtisme wordt er heel anders over de predestinatie gesproken. Het kennen wordt orthodox en het vertrouwen piëtistisch. De zaak groeit dan uit elkaar.

Reprint-theologie

'Ik krijg nogal eens het verwijt dat ik zo relativeer. Het Woord werpt zijn vrucht af in elke situatie, in elke eeuw, dat is de effectiviteit van het Woord. Er zijn constanten. Ik kan Augustinus lezen en denken: dit is het helemaal. Maar ik kan ook dingen bij hem lezen waar ik niks mee kan. Het is mijn geluk dat ik pas later Luther ben gaan lezen. Was ik bij Luther begonnen dan was ik nooit meer bij hem weggekomen. Luther is zo vitaal en boeiend. Toch kun je soms denken: man hou op, wees niet zo hoogmoedig. Calvijn schrijft in 1538 aan Bucer dat hij Luther niet zo hoeft aan te bevelen. 'Luther is hoogmoedig en trots en koppig genoeg van zichzelf.' Toch zijn er passages waar je helemaal voor valt. Als je door de vorm van de Dordtse Leerregels heenziet, dan is dat natuurlijk een geweldig geschrift. Mijn grootmoeder had weinig of geen verstand van theologie, maar de essentie van de Dordtse Leerregels begreep ze. Het enige waar wij voor moeten zorgen is dat het Woord van God zijn loop kan hebben. Dat Woord is niet gebonden. Dat moeten wij dus ook niet proberen.

Er is dus iets wat constant is, wat doorgaat. En er is iets wat in elke tijd verandert. Ik ben tegen elke vorm van reprint-theologie. Theologie is eigenlijk bijzaak. Theologie is de poging om op dit moment, in deze tijd, in deze situatie terzake te zijn. Daarom kan het best gebeuren dat Bavinck die in zijn tijd hyper-actueel was, nu op bepaalde punten verouderd is. Hetzelfde geldt voor Kuyper. Ook voor Van Ruler zal die tijd wel komen. Voor Noordmans zal dat weer minder gelden, vermoed ik. Noordmans heeft ook oog voor de constanten in de kerkgeschiedenis, bijvoorbeeld de onopgeefbare relatie van Woord en Geest tot het Koninkrijk. Noordmans is een van de grootste theologen die we ooit hebben gehad in Nederland. Maar je moet hem leren lezen. Je moet niet met hem beginnen. Noordmans is bij Van Lingen op het eerste christelijke gymnasium van ons land geweest, in Zetten. Van Lingen ging met de Doleantie mee, maar in 1892 niet met de Vereniging. Vader Noordmans zei tegen zijn zoon dat hij hem niet naar Zetten gestuurd had om te doleren, maar om te studeren. Noordmans had een onmiddellijk levensgevoel, waardoor hij ook tijden compleet overspannen was. Er is iets in zijn theologie wat blijvend is. Hij heeft oog voor wat de eeuwigheid in de tijd uitwerkt, met een belofte van een grote toekomst. Noordmans is tijdenlang miskend, aan de kant geschoven. Voor veel mensen is hij te moeilijk. In Kampen houden ze zich nu grondig met hem bezig.'"

Kern van het kerk-zijn is, aldus Van 't Spijker, de gemeenschap met Christus. Maar we hebben deze gemeenschap ondergebracht in verschillende compartimenten en dan gaat ze er aan. Dat is de droefheid over de kerkelijke verdeeldheid. Waar liggen de dreigingen voor het kerkelijk leven vandaag nog meer en waarin vooral?

"Van 't Spijker noemt dan zelf twee ontwikkelingen die naar zijn oordeel veel dieper ingrijpen en zijn kerken - maar eigenlijk de gehele gereformeerde gezindte - van het eigen verleden doet vervreemden. Dat is allereerst de verwereldlijking. 'De rijkdom, de weelde, de apparatuur, de auto's, de huizen, de vakanties, kortom die innerlijke vervreemding van de vreemdelingschap waartoe ieder kind van God geroepen wordt. Ik meen dat hier dingen verschoven zijn die niet meer op hun plaats zijn gekomen. En dan is het nog maar een onderdeeltje van een algehele verschuiving in levensgevoel, in levensgrond en levensuitzicht. Die dingen houd ik voor de oorzaken van een geruisloze revolutie, die het innerlijk van de mensen grondig heeft veranderd, maar niet in een schema zijn te vangen. Het treft links en rechts, een ieder in onze kerken, en ook de vrijgemaakten en de Gereformeerde Gemeenten.'

Verder wijst hij op de evangelicalisering in zijn kerken. 'Opmerkelijk is het gemak waarmee men zich soms binnen onze kerken binnen deze kringen beweegt. Maar is er juist vanuit deze richting niet een invloed uitgegaan die in onze kerken geleid heeft tot talloze gevallen van overdoop, van onderwaardering van het verbond van God, van een andere visie op de wet en haar functie in het leven, van een geheel andere kijk op de gemeente en haar structuur. Het woordje kerkorde klinkt in deze kringen als was het een aanduiding van een verdorven zaak.'

Het zijn deze ontwikkelingen van na de jaren zestig die in de gereformeerde gezindte voor veel verwarring en polarisatie zorgen. 'Onze cultuur is ongehoord verscheiden geworden, er zitten zoveel aspecten aan. Verwetenschappelijking, vertechnisering, individualisering. Iedereen krijgt daar een klap van, hoe dan ook. Mensen zijn niet zozeer veranderd, wel de beleving van de dingen. Moderne theologen spelen op dat gevoel in, proberen het onder woorden te brengen. Maar ook bij de reprinters werkt de cultuur door. Als de dood in de pot is, helpt het allemaal weinig. Kern is wat iemand aan de toekomst, aan Christus verbindt. Het moet mogelijk zijn - ook in deze tijd - om uit deze verbondenheid aan Christus een levenshouding te vinden van een zeker optimisme.

Er staan heel wat beloften in de Bijbel die aan ons nog niet vervuld zijn. 'Ik stuur u als schapen temidden van de wolven', bijvoorbeeld. Ik denk dat we meer teruggaan naar de positie van de vroeg-christelijke kerk.

Hoe versta je eikaars manier van in het leven staan, in cultureel opzicht. Dat is het probleem van de gehele gereformeerde gezindte. Als je al je kaarten op de zuil zet, dan veruitwendig je dat wat het meest inwendig is, datgene wat het meest afhankelijk is, de bevinding."

We wensen prof. Van 't Spijker een goed 'rusten' toe waardoor het wellicht mogelijk wordt nog de nodige 'boekjes te schrijven', zoals in het Nederlands Dagblad te lezen stond.

(P.S. Wapenveld wil graag de lezerskring uitbreiden. Een proefexemplaar is gratis verkrijgbaar bij de administratie (0182-530254). Het eerste jaar kost het blad slechts ƒ 25, - . Misschien bent u benieuwd naar het volledige gesprek met prof. Van 't Spijker. Probeer het eens!)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's