Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ds. P. L. de Jong in de rubriek Torenspitsen-Gemeenteflitsen aandacht gaf aan de hervormde gemeente van Rotterdam-Delfshaven kwamen ook de Pelgrimvaders, naar wie de Oude Kerk aan de Aalbrechtskolk is genoemd, aan de orde. We ontvingen een brochure van de hand van drs. Jaap Versluis over deze kerk. Hieruit de volgende passage over de Pelgrimvaders:

'Bij de annexatie van Delfsthaven in 1886 noemde de laatste burgemeester van Delfshaven, jhr. F. v Citters, Piet Heyn als de man die Delfshaven van een plekje in de geschiedenisboekjes zou verzekeren. Honderd jaar later zou hij waarschijnlijk de Pelgrimvaders hebben genoemd. De Pelgrimvaders waren Engelse Puriteinen, die zich aan het begin van de zeventiende eeuw hadden afgescheiden van de Anglicaanse kerk. In Scrooby vormden zij een eigen gemeenschap rond hun geestelijk leider dominee John Robinson. Om aan de vervolgingen van koning Jacobus I te ontkomen, vluchtte de groep in 1608 naar de als tolerant bekend staande Nederlanden. Via Amsterdam kwamen ze in 1609 in Leiden aan, waar ze ruim elf jaar zouden wonen. Maar Holland was voor de Pelgrimvaders niet het beloofde land. Economisch ging het met de geloofsgenoten niet voor de wind en de Leidse gemeenschap was minder religieus dan men gedacht had. Bovendien was het onzeker wat er zou gebeuren als het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) tussen de Republiek en Spanje zou aflopen. Het verlangen naar een eigen kolonie, waar ze hun eigen religieuze en politieke denkbeelden in praktijk konden brengen, groeide. Amerika werd voor hen het niet het beloofde land. Voor de overtocht sloten ze na langdurige onderhandelingen een contract af met de Virginia Company in Londen. In Delfshaven lag voor hen het scheepje de "Speedwell" klaar

Na een afscheidsdienst in de Leidse Pieterskerk vertrokken 46 Pelgrimvaders op 21 juli 1620 naar Delfshaven. De "Speedwell" zou hen een dag late naar geestverwanten in Engeland brengen. Van daaruit ging de tocht naar Amerika. Na een korte gebedsdienst aan de kade vertrokken ze met de "Speedwell", die echter niet zeewaardig bleek. In Engeland stapten ze over op de "Mayflower". Eind november 1620 bereikten ze de Amerikaanse kust ten zuiden van wat nu Boston is. Dat ze ooit in Amerika kwamen was een wonder op zich. Midden in de herfststormen trokken in totaal 102 man in een notendop de oceaan oven Eenmaal aangekomen duurde het nog een paar weken voor de eerste huisjes gebouwd konden worden. Binnen drie maanden stierf de helft van de kolonisten. Dankzij een paar behulpzame indianen overleefden ze hun waaghalzerij toch. De indianen leerden hun de grondbeginselen van visvangst en landbouwmethodes. Nog aan boord van de "Mayflower" liet William Brewster, een van de leiders, alle kolonisten een aantal regels ondertekenen, bekend geworden als het "Mayflower Compact", een zeer primitieve grondwet die gebaseerd was op de Hollandse situatie. De Pelgrimvaders namen ook het idee van een jaarlijkse dankdag van de Nederlanders over. Waarschijnlijk ontleenden zij dit aan het jaarlijkse haring en wittebroodfeest (3 oktober) ter ere van het Leidens ontzet. De eerste Thanksgiving Day werd eind november 1621 gevierd en nog steeds is het voor de Amerikanen een nationale feestdag. In Delfshaven is de grote vraag nog steeds: "Bezochten de Pelgrimvaders nu wel of niet de kerk? " Al in de vorige eeuw legde een Amerikaan deze vraag voor aan de kerkvoogdij. Het antwoord was even kort als nuchter: "De archiefstukken uit die tijd ontbreken maar we hebben altijd aangenomen dat ze in de kerk zijn geweest". Toch lijkt deze kerkvoogdelijk aanname "wishfull thinking". Er is geen bewijs dat de Pelgrimvaders in de kerk zijn geweest. William Bradford, kroniekschrijver en Pelgrimvader vermeldt alleen een dankdienst in de Leidse Pieterskerk en een kort gebed aan de havenkant in Delfshaven vlak voordat ze vertrokken richting Engeland. Een afscheidsdienst in de kerk zou hij zeker vermeld hebben.'

                                                                       …………..

Van de stellingen, gevoegd bij het enige tijd geleden verschenen proefschrift van dr. C. P. Polderman, getiteld 'Kerk en wereld', noemen we de volgende:

• Prediking die de geloofsleer een overheersend plaats toekent is niet appellerend maar beschouwend van karakter

• Het Geneefse kerkmodel zoals dat door Calvij werd ontworpen gaat ervan uit dat de kerk geleid wordt door een christelijke overheid.

• Van de zelfwerkzaamheid van scholieren en studenten in het middelbaar onderwijs (studiehuis en het hoger beroepsonderwijs (zelfsturend leren) mag niet te veel worden verwacht.

• De idee dat 17e eeuwse gereformeerden op basis van hun godsdienstige overtuiging een a-culturele instelling hebben gehad is niet juist.

­• Het ernst maken met de doopbeloften heeft vele gereformeerden in de 19e eeuw afkerig gemaakt van neutraal staatsonderwijs.

•  De strijd van moslims tegen het voortbestaan van de staat Israël heeft een religieuze achtergrond.

                                                                        …………..

Soms krijgen we bericht over een lezer(es), die is overleden, soms ook over een lezer(es), die te oud is geworden om nog te kunnen lezen en daarom heeft bedankt als abonnee. Van tijd tot tijd wordt gewag u­ gemaakt, met veel dankbetuiging, van de lange tijd, waarin ons blad werd gelezen. Zo ontvingen we recent een brief over iemand, die het blad ongeveer ­ 50 jaar las. De dochter rekent hem onder de 'oude, trouwe garde' en veronderstelt, dat deze lezer misschien wel het langst van de huidige abonnees het blad wekelijks ontving. In ieder geval is hij nu nog 'de laatstlevende van het allereerste uur' van de plaatselijke mannenvereniging.

Via deze brief onzerzijds een groet aan deze oude, trouwe garde.

Zouden er lezers zijn, die eveneens de Waarheidsvriend al een halve eeuw of langer lezen? Een reactie is welkom.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's