Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De plaats van Leuenberg in de kerkorde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De plaats van Leuenberg in de kerkorde

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de hervormde synode vond een opiniërende bespreking (zonder besluitvorming) plaats van een (lijvig) advies van de hervormde Commissie voor Kerkordelijke Aangelegenheden (KOA) met betrekking tot de consideraties van de hervormde classicale vergaderingen inzake de kerkorde van de VPKN. De bespreking ging vooral over de plaats de de Konkordie van Leuenberg (art. I lid 5). Hier volgt allereerst wat KOA hierover zegt:

'De kerk erkent de betekenis van de theologische verklaring van Barmen voor het belijden in het heden.

Voorts erkent de kerk de betekenis van de Konkordie van Leuenberg voor de voortgaande ontmoeting van de lutherse en gereformeerde tradities.'

Wie de consideraties bij artikel I lid 5 doorneemt, ontmoet een diversiteit van reacties. Er is divergentie als het gaat om het opnemen van 'Barmen' en 'Leuenberg': sommige classicale vergaderingen staan daarachter en gaan akkoord met het genuanceerde onderscheid tussen de positie van Barmen en die van Leuenberg, andere echter verklaren zich (soms fel) tegen opname van, met name, 'Leuenberg'. Wanneer we de toets van de confessionele identiteit hanteren, dan ervaart een behoorlijk aantal classicale vergaderingen hier duidelijk discontinuïteit. Immers, 'Leuenberg' doet uitspraken die op gespannen voet staan met het belijden van de Dordtse leerregels aangaande de leer van de predestinatie.

Bij de voorstellen tot wijziging valt op globale instemming met de erkenning van de noodzakelijke voortgang van het belijden in het heden.

Meer dan één classicale vergadering wil daarbij kerkordelijk vastgelegd zien, dat de kerk er aan gehouden zal zijn dat dit nieuwe belijden niet strijdig is met de katholieke en reformatorische belijdenissen. Meerdere stellen, dat dit belijden cumulatief ten opzichte van de belijdenissen van het geboorte-uur van de kerk der reformatie dient te zijn. Andere classicale vergaderingen melden, dat een vrij grote minderheid in haar midden hiervoor pleit.

Verscheidene classicale vergaderingen wijzen erop, dat 'Leuenberg' hier niet de positie van een belijdenisgeschrift heeft, maar de verdieping van de ontmoeting van hervormden en gereformeerden met lutheranen beoogt.

Wie weet heeft van de grote moeite van het gereformeerde deel van de NHK met dit lid van artikel 1, zich inleeft in de plaats die het reformatorisch belijden daar inneemt, begrip heeft voor inderdaad aanwezige verschillen tussen de Drie Formulieren en 'Leuenberg', die zoekt naar een oplossing, die geen onrecht doet aan het samengaan met de lutheranen. Is die oplossing er?

De voortgaande ontmoeting van de lutherse en de gereformeerde tradities, zoals hier staat, zal zijn een ontmoeting binnen de VPKN. Uit de ontwerp-tekst van artikel I lid 5 blijkt dat onvoldoende. Verondersteld wordt, dat de samenstellende delen van de verenigde kerk in de toekomst binnenkerkelijke ontmoetingen met gesprekken zullen hebben, teneinde samen te zoeken naar het bijbelse voortgaande belijden. Het confessioneel gesprek gaat in de VPKN voort. Daarbij kunnen ervaringen en geschriften die afkomstig zijn van eerdere ontmoetingen dienstbaar zijn. Dat kan de betekenis van 'Leuenberg' zijn.

De volgende concept-tekst kan daarbij dienen: De kerk erkent de betekenis van de theologische verklaring van Barmen voor het belijden in het heden.

De kerk bevordert de voortgaande ontmoeting van de lutherse en de gereformeerde traditie in haar midden, waarbij zij gebruik maakt van de Konkordie van Leuenberg.

Prof. dr. J. Muis

Ter synode gaf prof. dr. J. Muis, lid van de werkgroep, die de concept-kerkorde samenstelde, de volgende reactie:

'De Cie. voor KOA bepleit om in art. 1-5 de formulering dat de kerk de "betekenis van de Konkordie van Leuenberg erkent" te laten vallen. In de plaats daarvan stelt de Cie. voor te bepalen dat de kerk bij de voortgaande ontmoeting van de lutherse en de gereformeerde tradities in haar midden van de konkordie "gebruik maakt".

In dit wijzigingsvoorstel wordt de Konkordie gedegradeerd tot een discussiestuk. Dat de kerken in de Leuenberger Konkordie uitspraken hebben gedaan over hun gemeenschappelijk belijden en over hun omgang met de confessionele verschillen uit het verleden, is aan deze formulering niet meer af te lezen.

Wat heeft de Cie. bewogen om dit wijzigingsvoorstel te doen?

In hfdst. II, 'Weegschaal' zegt de Cie. dat de binnengekomen consideraties haar nopen om te toetsen of de 'confessionele identiteit' in de ontwerp-Ko voldoende is gewaarborgd. Wanneer dat niet het geval is, wil zij nagaan of het mogelijk is wijzigingen aan te brengen, die, ik citeer, "het ontwerp in zijn essentie niet aantasten en toch tegemoet komen aan de bezwaarden" (p. 4). Bij het wegen van de bezwaren tegen Leuenberg is de Cie. kennelijk tot de conclusie gekomen dat de confessionele identiteit in de ontwerp-kerkorde onvoldoende is gewaarborgd, want zij komt met een wijzigingsvoorstel. De belangrijkste argumenten hiervoor zijn:

1. Leuenberg staat in sommige uitspraken op gespannen voet met de Dordtse Leerregels.

2. Leuenberg is geen belijdenisgeschrift, maar beoogt verdieping van de ontmoeting tussen calvinisten en lutheranen.

3. Deze ontmoeting zal moeten voortgaan in gesprekken binnen de VPKN.

Over deze argumenten zou ik het volgende willen opmerken.

Ad 1. De verhouding tot Dordt. Leuenberg belijdt met Dordt Gods genadige verkiezing als grond van ons heil en beschouwt dit als de kern van de belijdenis van de verkiezing. Leuenberg ontkent niet de mogelijkheid dat mensen verloren gaan of verworpen worden, maar stelt wel dat het getuigenis van de Schrift aangaande Christus het onmogelijk maakt een eeuwig raadsbesluit tot verwerping te aanvaarden.

Ik zie niet in hoe de erkenning van de betekenis van Leuenberg de confessionele identiteit van onze kerk zou aantasten, want Leuenberg ligt op het punt van het eeuwig besluit tot verwerping geheel in de lijn van eerdere kerkelijke uitspraken over de leer van de uitverkiezing, m.n. de "Richtlijnen voor de behandeling van de leer van de uitverzieking" (1960) en het rapport "Enige aspecten van de leer der uitverkiezing" (1966, samen met de remonstranten). De confessionele identiteit van de NHK bestaat niet in de DL, opgevat als een eeuwige, onveranderlijke ware, omvattende en uitputtende beschrijving van verkiezing en verwerping, maar in het belijden van Gods verkiezend en genadig handelen, dat in Dordt is uitgedrukt met de taal-en denkmiddelen van de zeventiende eeuw en die wij in onze tijd, met onze taal en met ons denken tot de onze maken. Deze confessionele identiteit van de NHK wordt door de erkenning van Leuenberg niet aangetast maar gehandhaafd.

Ad 2. De status van Leuenberg. Leuenberg is geen belijdenisgeschrift, maar geeft wel aan hoe de kerken hun belijdenissen verstaan. Zij achten namelijk het gemeenschappelijk verstaan van het evangelie dat uit deze belijdenissen spreekt, gewichtiger dan de leerverschillen en spreken uit dat deze verschillen niet de kern betreffen en naar ons huidig inzicht niet kerkscheidend zijn.

Ad 3. De functie van Leuenberg in de ontmoeting tussen calvinisten en lutheranen. Deze ontmoeting is niet iets dat met het ontstaan van de VPKN vanuit een soort nulpunt moet beginnen, maar heeft als basis en uitgangspunt de overeenstemming die in Leuenberg is bereikt. We zoeken naar elkaar omdat we elkaar in de kern van de zaak gevonden hebben.

Dit alles overwegend vind ik de argumenten van de Cie. KOA om tot een wijzigingsvoorstel te komen niet steekhoudend.

De Cie. KOA heeft geprobeerd een wijziging voor te stellen die de essentie van het ontwerp-Ko niet aantast en toch tegemoet komt aan de bezwaren. M.i. is dit niet gelukt. Aan de bezwaren wordt wel tegemoet gekomen, maar op zodanige wijze dat de essentie van art. 1 wordt aangetast.

Wanneer de Leuenberger Konkordie in de VPKN geen erkende betekenis meer heeft is immers niet meer in te zien hoe de VPKN zich kan baseren op zowel de lutherse en als de calvinistische belijdenisgeschriften. Dan staan zij onverbonden naast elkaar, en, wanneer men de verschillen beklemtoont, tegenover elkaar. De innerlijke eenheid van de gezamenlijke belijdenissen raakt zo op de achtergrond. Art. 1-4 wordt een soort federatie van belijdenissen, geen gezamenlijke grondslag voor een verenigde kerk.

Het voorstel van de KOA doet mij veel verdriet. In het eerste ontwerp van de Werkgroep KO stond Leuenberg in hetzelfde lid als de belijdenisgeschriften en werd gesproken over samenbinding i.p.v. ontmoeting. De bezwaren hiertegen zijn gehonoreerd. Leuenberg is in een apart lid 5 gezet, na lid Ad 4, en de term "samenbinding" werd vervangen door "voortgaande ontmoeting". Maar dit was niet genoeg. De KOA wil voor de tweede maal de bezwaarden tegemoet komen en zegt: laten wij "betekenis erkennen" vervangen door: "gebruik maken van". Maar wanneer de formulering van de KOA zou worden aanvaard, zou een nieuw bezwaar kunnen rijzen. Men zou dan kunnen redeneren: als Leuenberg alleen maar een stuk is om gebruik van te maken in gesprekken tussen verschillende tradities, waarom is het dan nodig Leuenberg in het belijdenisartikel van de kerkorde te vermelden? Ik zou het niet zo eenvoudig vinden om dat bezwaar te weerleggen. Stukken die in de kerk worden gebruikt voor gesprekken, hoeven in het grondslagartikel niet te worden genoemd, maar stukken die voor het gesprek over het belijden een erkende kerkelijke betekenis hebben, zijn in dat artikel onontbeerlijk. Een reden temeer om de ontwerp-kerkorde op dit punt niet te veranderen en het KOA-advies op dit punt niet te volgen.'

Synodeleden

Ds. B. J. van Vreeswijk, Veenendaal, heeft er ter synode voor gepleit de Konkordie in de ordinanties onder te brengen. 'U bespaart zo slachtoffers en vluchtelingen.'

Drs. J. Harteman, Wezep, zei het volgende:

'De verschillen tussen Leuenberg en de Drie Formulieren worden toegegeven. Met de ondertekening van het document verklaren de kerken namelijk over te stemmen in het verstaan van het Evangelie en de in de klassieke belijdenisgeschriften vervatte wederzijdse veroordelingen niet meer van toepassing te achten. Leuenberg maakt de basis van een fusie van de drie SoW kerken ondeugdelijk. Ik verwijs naar de uitgave van de Geref. Bond: Voor de goede orde. Het is een boek met een pleidooi om een bijbels en confessioneel verantwoorde kerkorde. Een kerkorde die de toets van de Schrift en de belijdenis kan doorstaan. Er worden grote bezwaren tegen de Leuenberger Konkordie ingebracht. Leuenberg is een document dat strijdig is met Gods Woord. Dat is een harde uitspraak. Strijdig met Gods Woord wil zeggen onaanvaardbaar. In het nieuwe voorstel wil men toch gebruik blijven maken van de Konkordie van Leuenberg in de voortgaande ontmoeting tussen de lutherse en de gereformeerde traditie. Is hiermee de betekenis als leesregel weg? In de ontmoeting blijft toch de Konkordie op tafel. Het komt mij voor dat een gesprek in de geest van dit document moet worden gevoerd. Voor een verantwoorde kerkorde is het nodig de Konkordie te schrappen. Het mag op geen enkele wijze opgevat worden als leesregel voor het verstaan van de gereformeerde confessie.'

Cruciaal

Bij de definitieve behandeling van de conceptkerkorde zal de discussie rondom 'Leuenberg' en 'Dordt' ongetwijfeld opnieuw oplaaien. Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond gaf aan deze zaak uitvoerig aandacht in het geschrift 'Voor de goede orde', dat aan alle hervormde (wijk)kerkenraden en classicale vergaderingen, alsook aan alle hervormde synodeleden als bijdrage in de bezinning is toegezonden. We geven hier nog eens het besteladres: Uitgeverij J. J. Groen en Zn, Postbus 303, 8901 VL Leeuwarden (ƒ 9.95).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De plaats van Leuenberg in de kerkorde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's