Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De actualiteit van Wesley en Whitefield (5)

Bekijk het origineel

De actualiteit van Wesley en Whitefield (5)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wesley en de Kerk

Wesley vreesde niet afgedwaald te zijn van de leer van de Kerk. Al gauw na zijn bekering had hij de 'Homilies' (homilieën/preken) bestudeerd, die geautoriseerd waren onder de regering van Edward VI om in de parochiekerken gelezen te worden, als de geestelijke geen preek van zichzelf had. Direct had hij toen een verkorte editie gepubliceerd en als de geestelijkheid Whitefield en hem zelf aanviel vanaf de kansels of in pamfletten, antwoordde hij door te benadrukken 'in zeer eenvoudige bewoordingen het verschil tussen het ware oude christendom, gewoonlijk genaamd met de nieuwe naam Methodisme, en het christendom dat nu algemeen geleerd werd'.

Ernstiger was de beschuldiging, dat Wesley en Whitefield de vrede in de Kerk verstoorden en 'schapen stalen' van de kudde van andere herders door 'in te dringen' in hun parochies.

Ze wilden inderdaad uitgaan in alle heggen en stegen. Maar Wesley vond, dat hij niet 'indrong in de arbeid' van hen, die helemaal niet arbeidden, maar 'duizenden verloren lieten gaan bij gebrek aan kennis'. Openlucht-prediking bracht onvermijdelijk met zich mee, dat dit gebeurde, want elk stukje grond in Engeland behoorde tot de één of andere parochie. Als 'Fellow' van een Oxford College had Wesley een algemene vergunning om te preken, maar dat impliceerde wel de toestemming van de plaatselijke pastor, en Wesley preekte al of niet uitgenodigd.

Zijn kerkelijk aanvechtbare principe is verwoord op zijn gedenkplaat in de Westminster Abbey te Londen: 'I look upon all the world as my parish' (Ik beschouw de hele wereld als mijn parochie), waarmee de nationale kerk merkwaardigerwijze achteraf zijn handelwijze heeft 'gelegitimeerd'.

Vervolgens stelde Wesley nadrukkelijk, dat God overal is: 'Ik houd van de rituelen en ceremoniën van de Kerk. Maar ik zie met blijdschap, dat ons grote God ook zonder deze kan werken. En hoe dan ook en waar dan ook een zondaar bekeerd wordt van de dwaling zijns weegs, en door wie dan ook, ik verblijd mij daarin en zal mij verblijden!'

Wesley's gehele bestaan was geconcentreerd op het tweeledige doel, nl. te pleiten bij de mensen om met God verzoend te worden én om de nationale kerk terug te brengen tot de leer van de Reformatie. En niet anders was het met Whitefield.

Altijd en overal bleven John Wesley en George Whitefield 'clergymen' (geestelijken) van de Kerk van Engeland. Ook tij­ dens openluchtprediking droegen ze toga, bef en pruik.

Het is interessant er op te letten hoe de beide Wesley's en Whitefield onder alle omstandigheden lid wensten te blijven van de nationale of gevestigde kerk sinds de Reformatie. En het zal minstens zo interessant zijn ons af te vragen of dit wat te maken heeft met de geweldige invloed, die ze hebben uitgeoefend.

Toen de bisschoppen van de Kerk van Engeland weigerden Wesley's rondreizende lekepredikers te erkennen, vond Wesley de 'noodoplossing' hen te beschouwen als behorend tot een 'lekenorde'. Sinds geen enkele bisschop hen wilde 'inwijden', dreigden deze lekepredikers over te gaan tot de Afscheiding en zich te voegen bij 'dissenting ministers' (afgescheiden predikanten in diverse denominaties), tenzij Wesley de Methodistische beweging wat losser zou maken van de Kerk van Engeland.

Aan de ene kant dreigden sommigen zich van hem terug te trekken, als hij zich niet van de Kerk afscheidde, aan de andere kant dreigde zijn broer Charles daarmee als hij dat wel zou doen.

In 1755 hield John Wesley op een conferentie een lezing, getiteld: 'Moeten wij ons afscheiden van de Kerk van Engeland? ' Men debatteerde drie dagen, maar de afscheiding ging niet door. John Wesley achtte dit niet raadzaam. Charles Wesley had liever de meer principiële argumentatie gehoord. Gelukkig durfde geen bisschop te procederen tegen John Wesley zelf. Het gevaar van afscheiding ging voorbij. Rakelings! Toen in 1760 drie lekepredikers het sacrament bedienden in een Methodisten-kapel te Norwich, schreef Charles Wesley aan Grimshaw (een 'evangelische' collega in de Kerk van Engeland): 'de zaken komen nu (weer) in een crisis. We moeten nu besluiten of ons van de Kerk af te scheiden of in haai" te blijven voor de rest van ons leven'.

Ondertussen was John Wesley ver weg in Ierland en had twaalf stellingen gepubliceerd tegen afscheiding.

Ook Grimshaw was vierkant tegen afscheiding. Toen zijn brief door Charles Wesley in de 'Foundery' werd voorgelezen 'schreeuwden de mensen, dat ze wilden leven en sterven in de Kerk'.

Wesley maakte daarna duidelijk, dat als hij predikers aanstelde, hij hen dan niet 'inwijdde'. Opnieuw bleven de Methodisten verbonden met de Kerk van Engeland. En wel, zoals Wesley dit op 60-jarige leeftijd zou formuleren, om 'de natie te hervormen, en in het bijzonder de Kerk'.

Uit dit citaat blijkt duidelijk de volkskerk-gedachte. Reformatie van het volk had te maken met reformatie van de Kerk en omgekeerd!

Tijdens de industriële revolutie waren de 'methodist meeting houses and chapels' (vergaderruimten en kapellen van de Methodisten) er dan ook sneller in de zich alsmaar uitbreidende steden dan nieuwe kerkgebouwen van de Kerk van Engeland. Maar men zorgde er wel voor, dat de 'meetings' (samenkomsten) nooit plaats vonden tijdens kerktijd, waar de leden verplicht waren heen te gaan, vooral tijdens de 'sacramentszondagen'.

In enkele parochies, waar de anglicaanse geestelijkheid 'evangelisch' gezind was, werden de liederen gezongen van Charles Wesley.

Tijdens een bezoek op hoge leeftijd aan de Exeter Cathedral, was John Wesley tijdens de dienst 'erg blij' met de 'eerbiedige gemeente en de fijne muziek'. Na de dienst nodigde de bisschop hem uit om te dineren op het bisschoppelijk paleis. Bij het afscheid zei de bisschop: 'Mr.Wesley, ik hoop dat ik aan Uw voeten mag zitten in het Koninkrijk der hemelen'.

Het Methodisme neigde na Wesley's dood steeds meer tot afscheiding, kende innerlijke breuken, ook weer herenigingen en neigt nu weer naar volle vereniging met de Kerk.

Whitefield en de Kerk

Ook in de Engelse koloniën in Amerika (Nieuw Engeland) preekte Whitefield zo mogelijk in de gebouwen van de Kerk van Engeland, maar hij was vooral welkom in de kerken van de Presbyterianen, de Independenten en de Baptisten.

Op zijn zoveelste rondreis door Schotland ontmoette hij de bekende gebroeders Ebenezer en Ralph Erskine. Hij vond hen 'ernstige en eerbiedwaardige mannen'. Ze vroegen hem echter om alleen voor de mensen in hun kerkverband (sinds hun afscheiding van de Kerk van Schotland) te preken. Toen Whitefield vroeg: 'Waarom alleen voor hen? ', antwoordde Ralph Erskine: 'Zij zijn het volk van God!' Daarop antwoordde Whitefield, dat als alle anderen dan het volk van de duivel waren, zij het meer nodig hadden, dat er voor hen gepreekt werd, en dat hij 'vastbesloten was om uit te gaan in de heggen en stegen, en dat als de paus(!) zelf hem zijn kansel zou lenen, hij van daaraf met blijdschap de gerechtigheid van Christus zou verkondigen'. Het gevolg was een openlijke breuk tussen de Erskines en Whitefield.

Het Methodisme zag en bleef zichzelf zien als een beweging in en voor de Kerk van Engeland.

Niettegenstaande dit, was het vaak een balanceren op de grens van en naar de Afscheiding. Desgevraagd schreef Whitefield aan broeders in Wales: 'Sommigen van U zijn predikanten van de Kerk van Engeland, maar als U getrouw bent, denk ik dat U daar niet lang meer zult blijven. Echter, ga er niet uit, totdat U er uitgeworpen wordt. Weest niet bevreesd in het open veld te preken. Ik wilde wel dat U iedere maand bij elkaar kwam, indien niet allemaal tegelijk, dan toch in kleine groepjes... Dit alles kan gedaan worden zonder  een formele afscheiding van de gevestigde Kerk'. Op den duur kwam 'De Calvinistische Methodisten Bond' tot stand. Whitefield steunde 'evangelische' tendensen in alle kerkelijke denominaties, maar zijn loyaliteit bleef in principe bij de Kerk van Engeland. De huidige 'Evangelical Party' (Evangelische Partij) in deze Kerk weet zich mede door Whitefield geïnspireerd. De actualiteit van deze kerkelijke positiebepaling spreekt vandaag de dag voor zich.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De actualiteit van Wesley en Whitefield (5)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's