Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verootmoediging, opwekking (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verootmoediging, opwekking (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezing jaarvergadering Gereformeerde Bond

De titel van dit verhaal luidt niet: Verootmoediging en opwekking, maar: Verootmoediging, (= komma) opwekking... Wat deze komma precies wil zeggen is nog niet zo eenvoudig onder woorden te brengen. Staan beide nl. verootmoediging en opwekking, los naast elkaar of hangen ze onderling samen en hoe? In ieder geval wil de komma tussen verootmoediging en opwekking een zekere vrijheid laten om de relatie tussen beide te bepalen. Heeft verootmoediging opwekking tot gevolg... of is het juist andersom, nl. dat opwekking uitloopt op verootmoediging? En als verootmoediging opwekking tot gevolg heeft, mag het dan zo opgevat worden dat die verootmoediging verdienste is waardoor opwekking verkregen wordt?

We begrijpen dat dit laatste zeker niet het geval kan zijn. Want dan zou verootmoediging alle ootmoed gaan missen. Verootmoediging zou voorwaarde worden om tot opwekking te komen en die voorwaarde zouden we zelf in eigen kracht, los van het geloof, moeten vervullen. De komma tussen verootmoediging en opwekking wil dus aan de ene kant een relatie tussen beide aanduiden, wil echter aan de andere kant krachtig afsnijden dat er een verdienende oorzaak tussen beide is. Immers, beide zijn geheel het werk van de Heilige Geest.

Doch de Heilige Geest werkt niet chaotisch, kent orde, zet alles op de juiste plaats. Dat heeft de Geest reeds gedaan in den beginne bij de schepping, dat doet de Heilige Geest eveneens bij de herschepping.

En in dat opzicht, vanuit het ordelijk werken van de Heilige Geest, verstaan we de komma tussen verootmoediging en opwekking als volgt: Verootmoediging als werk van de Heilige Geest gewerkt door het Woord van de bijbel kan en zal niet zonder opwekking gepaard gaan.

Dat is totaal ondenkbaar. Want verootmoediging is nooit doel op zichzelf. Als de Geest verootmoediging werkt dan heeft de Geest daar een doel mee voor ogen, nl. om tot opwekking te brengen. God werkt nooit negatief, maar enkel positief. Anders gezegd: de droefheid naar God (= verootmoediging) werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid (= opwekking).

De komma heeft dus een doelfunctie, doch uitsluitend onder de koepel van het werk van de Heilige Geest. Waarbij er ook sprake is van een zekere wederkerigheid. Gaat de Geest in de weg van verootmoediging brengen tot opwekking, omgekeerd zal opwekking in ieder geval de verootmoediging verdiepen en verbreden. Beide zijn dus geheel werk van God alleen. Verootmoediging is dat, opwekking is dat eveneens. En als het ons in de kerk gaat om het mogen gebeuren van een opwekking, dan zal dat nooit onze prestatie zijn. Het gaat juist gebeuren wanneer wij leren afzien van alle eigen presteren. Daarom zal er geen opwekking plaatsvinden zonder dat in de weg van verootmoediging God gesmeekt wordt om die opwekking. Daarom zal er ook geen opwekking functioneren zonder de diepte van de verootmoediging. De hoogte van de opwekking en de diepte van de verootmoediging horen als hol en bol bijeen.

In de bijbel

Zo functioneert het ook in de bijbel. In de richterentijd geeft God opwekking d.i. redding door een richter, wanneer het volk Israël in verootmoediging terugkeert naar God.

En het getuigenis van de oudtestamentische profeten is er vol van dat God zijn genade en gunst wil betonen (= opwekking), opnieuw, in de weg van ootmoedige wederkeer tot de Heere.

In het Nieuwe Testament is het niet anders. Is heel het optreden van Christus niet één grote oproep geweest om in ootmoed terug te keren tot de God van het verbond? En is het daarom niet dat de trotse Farizeeërs en Schriftgeleerden Jezus zo vijandig gezind waren, omdat ze weigerden hun stijve nek te buigen in verootmoediging? En moest ook Paulus niet eerst Farizeeër af worden om als een goddeloze voor Christus neer te zinken, alvorens hij geschikt was voor de arbeid in het Koninkrijk van God (= meewerken om tot opwekking te brengen)?

We kunnen ook nog denken aan het pinksterfeest. Toch opwekking bij uitstek. Wat lezen we van de eerste 3.000 bekeerlingen op pinksterdag? Dit nl. dat ze verslagen werden in het hart en dat ze daarna het woord van Gods redding in Christus gaarne aannamen.

Kortom: opwekking is wederkeer tot de Heere 'in de weg van verootmoediging'. Hierbij is het niet zo dat het gaat om de opwekking, terwijl de verootmoediging een gepasseerd station wordt. Beide blijven elkaar als vrienden levenslang vergezellen.

De kern

Wanneer we nu na deze verkenning wat verder willen doorstoten naar de kern van de zaak, is het niet de bedoeling dat we leentjebuur gaan spelen bij opwekkingsachtige groeperingen/bewegingen. Al is en blijft het altijd goed om in een open verhouding van buren te willen leren wat naar de Heilige Schrift is. We willen echter doorstoten naar de bronnen. En de bron bij uitstek, de enige zelfs, is de Heilige Schrift zelf. Het kan en mag niet anders zijn dan dat verootmoediging, opwekking, opkomen uit deze bron, maar tegelijk van de weeromstuit ons ook op nieuwe wijze doet putten uit deze bron.

Ondertussen zijn en blijven we van mening dat deze bron van de Heilige Schrift in de reformatietijd krachtig gestroomd heeft en dat deze stroom een duidelijke bedding heeft gekregen in onze reformatorische traditie, in elk geval in de belijdenisgeschriften. Alleen, de stroom is dun geworden. Het is geen krachtige rivier meer, hooguit een smal beekje.

We zijn er echter van overtuigd dat opwekking betekent dat deze beek weer gaat wassen tot een brede rivier, zo breed zelfs dat ook de bedding van de uiterwaarden onder gaat lopen en de kerk tot rijke zegen gaat worden voor heel het volksleven. In die zin is de volkskerkgedachte onopgeefbaar.

Dat betekent dat we terug moeten, op een nieuwe wijze, naar onze eigen wortels. Dat de rijkdom van de reformatie gevitaliseerd (prof. Van 't Spijker) moet worden. Iets wat ook geheel ligt in het verlengde van het doel van de Gereformeerde Bond, nl. het verdedigen en verbreiden van de waarheid. Immers, dit verdedigen en verbreiden van de waarheid kan enkel dan effectief zijn wanneer de Heilige Geest (op krachtige wijze) de wind in de zeilen geeft. Anders komt er echt niets van terecht. Dat sluit uiteraard onze totale verantwoordelijkheid en inzet niet uit, doch we dienen wel meer dan ooit te beseffen dat het van Boven moet komen. En als we het echt van Boven alleen verwachten, dan hoeven we ons niet zenuwachtig te maken of zo. We hoeven dan ook niet onzeker te zijn of in verwarring te raken. Het enige wat overblijft is: Sursum corda d.i. de harten omhoog nl. het van God alleen verwachten.

En misschien is dit wel de grootste crisis waarin we momenteel verkeren, nl. dat we afgeleerd hebben restloos en radicaal alles van de Heere alleen te verwachten. Dat we daarom moeten stoppen het te verwachten van de bergen en heuvelen van onze eigengerechtigde rechtzinnigheid. Dat we daarom moeten ontdekken dat we het al te veel houden op onze gebroken bakken die geen water kunnen houden. Dat we daarom moeten leren al onze krukken en steunsels buiten de Heere verre van ons weg te werpen en te leunen op onze machtige God alleen.

En mogelijk is het voor ons nodig dat God een diepe (kerkelijke) weg met ons houdt om het te gaan leren. Niet dat we dat wensen, en beter nog is dat we zo leergierig en volgzaam zijn dat die moeilijke weg heel niet nodig is. Doch als het nodig zou zijn en heilzaam zou werken, is die moeilijke weg te verkiezen boven het gaan van een makkelijke weg waarin de Heere ons overgeeft aan het goeddunken van ons eigen hart.

Koers houden

In ieder geval is het zaak dat we heel gewoon rustig koers houden, met de Heere als stuurman en Gods woord als richtsnoer en het gereformeerd belijden als kompas afgestemd op dat richtsnoer. En als er reden is tot verwarring en onzekerheid dan is er maar één remedie, nl. in ootmoedig vertrouwen rustig terugkeren tot dat richtsnoer en dat kompas.

Het machtige woord van God is het enige houvast, ook in de wirwar van deze tijd. En zeker vandaag, nu religiositeit en ervaring zo hoog genoteerd staan, is het zaak de banier van Gods woord heel krachtig omhoog te heffen. En omdat we vast geloven dat onze gereformeerde belijdenisgeschriften geheel uit de bijbel opkomen en totaal op de Heilige Schrift gegrond zijn, liggen we goed op koers wanneer we het blijven houden op Schrift en Belijdenis.

Al moeten we er tegelijk bijzeggen dat we hierbij zeer verlegen zijn om de krachtige werking van de Heilige Geest. Want zonder die Geest zijn we natuurlijk mens en verstaan we niet de dingen die van de Geest van God zijn. Het is dodelijk gevaarlijk wanneer we enkel in verstandelijke rechtzinnigheid voor Schrift en Belijdenis willen staan. Dat wordt de dood in de pot. Daarom zijn we zeer verlegen om de krachtige werking van de Heilige Geest, opdat Schrift en Belijdenis echt in diepe verootmoediging vanuit het levende geloof gaan functioneren in betoning van Geest en kracht (= opwekking). Verootmoediging en opwekking zullen dan hand in hand samengaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Verootmoediging, opwekking (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's