Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verkondiging en communicatie (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verkondiging en communicatie (3)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoals Calvijn zei dat God zich in de Bijbel aanpast aan de leefwereld van mensen, zo paste Calvijn zich ook in zijn prediking aan aan de concrete mens in Geneve om hem heen.

Prediking

Trouwens, heeft Jezus ooit anders gedaan? U moet Johannes 3 en Johannes 4 eens met elkaar vergelijken. Het gesprek met Nicodemus en met de Samaritaanse vrouw. Wat een geheel verschillende aanpak in die beide ontmoetingen. Bij de een gaat Jezus confronterend te werk, bij de ander zoekend. Toch gaat het in beide gevallen om verkondiging van Gods Woord.

Zo is het ook voor predikers vandaag nodig dat zij de concrete mens in zijn levensverbanden kennen en hun prediking daarop afstemmen. Hij moet de tekst grondig kennen. Hij moet zich afvragen wat die tekst voor de situatie betekent. Maar hij moet ook de situatie grondig kennen. Dan kan hij vragen: wat is er in de tekst dat de situatie verheldert, ons iets te zeggen heeft, ons helpt, ons corrigeert? Dan kan de prediking echte bevindelijke prediking worden. Het woord gaat in in de werkelijkheid van het leven en schept geloofservaringen. Je beleeft iets onder de preek. Je krijgt ook aanwijzingen hoe het gepredikte verwerkt kan worden in het leven door de week. De hoorder moet het gevoel hebben: het gaat in de preek over mij. Het gaat over de dingen waar ik mee bezig ben.

Deze communicatie gaat niet ten koste van de verkondiging. Het is niet zo dat de wervels in de ruggengraat van het geloofsleven, zoals verzoening, bekering, zonde en genade, versleten raken wanneer gezocht wordt aansluiting te vinden bij de mens van vandaag. Nee, de worsteling is juist dat die ruggenwervels echt functioneren als de ruggengraat in het alledaagse leven. Heel concreet: als in de prediking verkondigd wordt dat Christus de Zaligmaker is, de Redder is van de verlorenheid vanwege je zonden, dan betekent oog hebben voor communicatie niet, dat deze boodschap voorlopig maar geparkeerd wordt, omdat je er niets mee doet. Integendeel. Het gaat er veel meer om te zoeken naar de juiste vertaalslag om deze boodschap te doen oplichten in het leven van vandaag. Als het woord zonden valt, waar denk je dan aan? Als je over verlorenheid spreekt, waar heb je het dan over? Als het over redden gaat, wat houdt dat dan in? Verkondiging zonder communicatie maakt juist dat de kernbegrippen verbleken. Wazig worden en zo vervreemden. In de taal van de communicatie: de hoorders zijn ook zenders en de prediker is ook ontvanger. De predikant moet de boodschappen van de hoorders ook betekenis verlenen. En er iets mee doen, beantwoorden.

6. Opnieuw de verhouding

Toch moeten we nog wat dieper zoeken als het gaat om het verband tussen verkondiging en communicatie. Het gaat er niet alleen maar om hoe de prediking als verkondigings plaatsvindt. Het verband reikt dieper. Het gaat hier niet alleen maar om methodische vragen.

In de Bijbel openbaart God Zich, zei ik in het begin, als een God die met mensen wil omgaan. Met andere woorden: God wil met mensen communiceren. Dat is een groot wonder, omdat mensen zichzelf van God hebben losgemaakt door de zonde. Ze hebben God ge-excomuniceerd. Toch laat God die mensen niet los. Hij wil de communicatie herstellen. Hij roept de mens Adam: waar zijt gij? Zo is onze God. Geen starre onbewogen God van de Grieken, maar een God die met mensen wil omgaan. God wil dus met mensen communiceren. De Bijbel gebruikt hiervoor heel vaak het woord: verbond. Het verbond is de relatie, de genadevolle relatie moet ik zeggen, die God in Zijn liefde met mensen aangaat, waarmee Hij met mensen communiceert. We zien dat al bij Abraham, met wie God het verbond sluit en we zien het het duidelijkst in Christus Jezus. In dat verbond met God met mensen zijn verkondiging en communicatie met elkaar vervlochten.

Daarin zit het element van de verkondiging. Er is een tegenover van God ten opzichte van de mens. God daagt de van Hem vervreemde mens uit. Hij betrekt hem in het gericht. Hij roept hem op tot boete, tot radicale bekering en tegelijk verkondigt Hij hem het evangelie van verzoening.

Daar zit een tegenover in. Maar in dat tegenover van God zit de zoekbeweging, de communicatie. God schept door de Heilige Geest in het hart van de mens het antwoord op de boodschap. Hij bewerkt het geloof, de overgave aan Hem. Er is sprake van een herstel van de verbroken communicatie.

Zo is God een God van communicatie. Hij heeft er Zelfs Zijn eniggeboren Zoon voor gegeven. Hij is de Middelaar tussen God en mens. In en door Hem communiceert God met mensen.

Nu valt het ons op in de Bijbel dat God in Zijn communicatie rekening houdt met de tijd, de cultuur en de omstandigheden waarin de mensen leven. Dat betreft niet alleen de taal, maar ook alle andere levensverbanden. De prediking van profeten en die van apostelen zijn beide communicatiemiddelen van God. Maar hoe verschillend zijn ze. God zoekt echt de mens op in zijn eigen concrete situatie. Geen enkele prediking in de Bijbel is tijdloos. Die prediking krijgt juist zijn unieke invulling en verrassende betekenis als we die in de context waarin ze plaatsvindt zien. Zo werkt de Heilige Geest. Hij werkt middellijk. In de preek van Petrus brengt Hij het Woord in de werkelijkheid waarin die bepaalde mensen in die bepaalde tijd op die bepaalde plaats zich bevinden. Hij sluit aan bij wat die mensen bezighoudt. Ook al gaat dat op een kritische wijze.

Zo is het nog. Communicatief preken is niet water bij de wijn van de verkondiging doen. Maar het is nieuwe wijn in nieuwe zakken doen. Voor theologen ligt hier een heel veld van bezinning. Het gaat dan om het vraagstuk van de hermeneutiek. Daar gaan we vanavond niet verder op in. Alleen wel dit. In de hermeneutiek gaat het om de vertolking van de boodschap van de Schrift voor de mens van onze tijd. Dat is de opdracht voor de prediker. Hoe vertolk ik de boodschap van de Bijbel, zó dat het voor deze mensen (en voor mijzelf) echte verkondiging is. Zodat er echte communicatie geschiedt in de kerkdienst tussen God en mens en onder elkaar.

7. Een spanningsveld

Ondertussen bevinden we ons nu toch op een spanningsveld als het om verkondiging en communicatie gaat. We willen ze wel zo nauw mogelijk op elkaar betrekken, maar toch... je moet recht doen aan de boodschap van de Schrift, met als centrum Jezus Christus. En je moet recht doen aan de leefwereld en belevingswereld van de hoorders. Maar wat, als die twee met elkaar op gespannen voet staan? Wat als bijbelse noties als overgave, schuldbelijden, vertrouwen, bekering afwezig zijn in het leven van de hedendaagse mens?

Dan kan het botsen tussen de boodschap van de Schrift en het levensgevoel, het stelsel van normen en waarden van de mens vandaag. Hier moet een beslissing vallen. Dan moet ik toch zeggen dat de boodschap van de Schrift het overwicht moet hebben over wat mensen denken, voelen, willen.

H. Jonker voerde destijds een pleidooi voor de dialoog, maar niet onbeperkt. Hij sprak van een kerugmatische dialoog. Net zoals in de preek van Petrus. Hij ging in op de werkelijkheid van de hoorders, maar boog de boodschap niet zó om, dat het eigenlijke van de boodschap verloren ging. De zender op de preekstoel is en blijft een gezondene. God en mensen zijn in hun communicatie niet gelijkwaardig. We mogen Zijn Woord niet te kort doen. Als het me schuldig stelt. Als het me in de bevrijding door Christus stelt. Als het me oproept tot een nieuw leven.

Maar dan wordt het des te meer de opdracht om te vragen wat wil de Heere God dan precies met dit Woord tot ons zeggen. Dan is grondige exegese onmisbaar. Ook het zoeken naar de betekenis van de tekst in zijn context. Zodat de boodschap oplicht.

8. Tenslotte

Aan het eind van mijn inleiding nog enkele opmerkingen.

Wil prediking echte verkondiging zijn dan vraagt dat om een goede voorbereiding. Allereerst van de prediker. W. Kremer, die de prediking zag 'als een middel om geestelijke leiding te geven aan de gemeente, zegt dat de prediker de grote kunst van het luisteren en nog eens luisteren naar het Woord Gods moet kennen en steeds meer moet leren. Hij moet de harteklop der liefde en de scherpte van de toom Gods erin gehoord hebben. Hij moet de levende kracht van het bloed van Christus uit het Woord kennen en dat naar het Woord van Calvijn in de prediking laten druppen' (1976, 21). Dat wat betreft de prediker. En de hoorders? Is het niet ontzaglijk belangrijk dat zij zich biddend voorbereiden op de prediking, opdat zij open en heilbegerig de verkondiging horen en geloven?

Het lijkt me ook van groot belang dat de prediking 'verwerkt' kan worden. Dat de gemeente leert communiceren met elkaar vanuit de prediking. Ik vond het altijd een kostbaar iets dat in de consistoriekamer in Hierden nagepraat werd over de preek. Dat waren soms geestelijk gezien hoogtepunten. Is er niet een groot gevaar dat ook de prediking het slachtoffer wordt van de fragmentarisering van het gemeenteleven? Zodat ze een van de vele vaak langs elkaar heen plaatsvindende activiteiten wordt. Zouden we niet naar vormen moeten zoeken om beter met de prediking te communiceren? Vormen die de gemeente opbouwen?

Dan geldt: willen gemeenteleden anno 1997 echt deelnemen aan de prediking, dan dient die prediking eenvoudig, dichtbij de mensen, doorleefd, praktisch en concreet zijn. Waarin de prediker helemaal zichzelf is. Ik denk dat er voor deze prediking mogelijkheden zijn. Mensen zitten niet te wachten op hoogdravende of knappe betogen, populaire verhalen of briljante gedachten maar op eenvoudig, degelijk bijbels voedsel.

We hebben trouwens een machtige belofte van God voor de prediking. Hoe vaak staat er niet in de Bijbel dat de prediking van het Woord van God niet ijdel, niet tevergeefs zal zijn? Jesaja sprak eens dit woord: Want gelijk de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt en daarheen niet weerkeert, maar doorvochtigt de aarde en maakt dat zij voortbrengt en uitspruit en zaad geeft de zaaier en brood de eter, alzo zal Mijn Woord, dat uit Mijn mond uitgaat ook zijn. Het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zende' (Jes. 55 : 10 en 11). Wat bemoedigend voor soms moedeloze predikers.

Soms ervaar je heel sterk dat er iets gebeurt tijdens de prediking. Dat de Heere God in het midden is. Dan wordt het stil in de kerk. Een gevulde stilte. Dan geschiedt het Woord (dabar), dan geschiedt communicatie. Dan spreekt God en antwoordt de gemeente in klaagzang of in lofzang, dan roept de gemeente en antwoordt God in de ontvouwing van zijn hartsgeheimen, dan is er een wederkerige beweging tussen God en mensen.

Van harte hoop ik dat de bezinning op de prediking in uw classis een nieuwe impuls mag betekenen voor dit hart van het gemeente zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Verkondiging en communicatie (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's