Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke oefening

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke oefening

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De apostel Paulus wijst Timotheüs er in zijn eerste brief aan zijn geestelijke zoon op, dat het noodzakelijk is zich te oefenen tot Godzaligheid. Wat verstaan wij nu precies onder deze vermaning?

Dat wordt ons duidelijk, wanneer wij ons eerst rekenschap geven van de samenhang van dit apostolisch woord. Er dreigt gevaar voor iedere dienaar van het Woord, wanneer hij zich verdiept in onnutte bespiegelingen. Dat waren in de oudheid inhoudsloze fantasieën, verdichte verhalen uit het Oude Testament en lege speculaties over de geslachtsregisters in het Oude Testament en later tijd. Daardoor komt maar nutteloos debat en geen verzorging van de gemeente, Godshuis, zoals toch in het geloof moet geschieden. De prediker moet volharden ook in het blijven weren uit zijn onderwijs van de dwaalleer, oudevrouwenpraat gelijk.

Daartegenover geldt een geheel andere levenshouding. Evenals iemand, die zich traint, moet hij zich ingespannen oefenen tot het bereiken van een leven, waarvan de inhoud is dienen van God. Wij moeten hier denken aan turnen, trainen voor de wedkamp. Zo moet Timotheüs en moet elk gelovige zich oefenen, bereiden, inspannen. De bestrijding der valse leringen geschiedt niet alleen door woord en onderwijzing, maar ook door het persoonlijk leven; dit moet zijn een streven naar het beoefenen der vroomheid. Daartoe moet worden geoefend niet slechts het lichaam, maar de gehele persoonlijkheid. Godsvrucht, Godzaligheid - dat moet de inhoud van het gehele leven zijn, dat met dat éne Woord ten volle kan worden omschreven. Een leven, tot aan de grenzen van zijn bestaan doorademd en gevuld met Godzaligheid.

Vergaat het u nu zowel als mij, dan is dit bijbelwoord nog betrekkelijk vaag voor ons gevoel, als het niet meer concreet wordt gemaakt. Juist in dit opzicht hebben wij veel onderwijs ontvangen uit de geschriften van gezaghebbende schrijvers uit vorige eeuwen. Het lijkt mij goed daaruit voor deze keer eens wat aan te halen. Dan blijft het bijbelwoord niet hol en leeg, maar wordt het fris gevuld door de praktische ervaring. Welnu, er zijn drie elementen, die voor ieder christenmens onmiskenbaar zijn. Oorspronkelijk waren deze hulpmiddelen vooral aangewezen voor predikanten, maar dieper nadenken maakt ze ook geschikt voor ieder gemeentelid, die zich in bovengenoemde zin wil oefe­

Wat zijn deze hulpmiddelen? Wij noemen hier drie Latijnse woorden: meditatio, tentatio, oratio. Wat nu de meditatio betreft, daaronder verstaan wij: de stille overdenking en beschouwing als de actie der ziel die de verborgen gemeenschap met God zoekt en bepeinst. Het leven der ziel dat werkzaam is met God, de deugden Gods, de heerlijkheid zijner openbaring in Christus en de zaligheid voor de zondaar die zich geborgen mag weten in de liefde van Christus. Met de naam meditatie worden ook genoemde korte verklaringen van een gedeelte van de Heilige Schrift in boeken en bladen, die leiding geven aan de overdenking van het genadewerk Gods en de gemeenschap met God door het geloof in Christus.

Als vanzelf denken wij bij meditatie meer aan een korte stichtelijke toespraak, maar van oudsher moet u bij meditatie denken aan de handeling van het stille nadenken, bepeinzing van een bepaald gedeelte uit een bijbelboek. Het gevaar dreigt, dat men zich in eigen bespiegelingen verdiept en daarbij de kennis veracht, die God door Zijn Woord ons schenken wil. Zo doet trouwens de valse mystiek, die zich in het verborgene van eigen gemoedsleven terugtrekt en zonder roer en zonder kompas zich drijven laat op eigen inzicht en gevoel. Het rechte mediteren zal zich niet losmaken van het Woord Gods, maar zich daardoor laten leiden en daaraan eigen leven en ervaring toetsen.

Deze meditatie is nodig voor de prediking, maar ze heeft ook een breder bereik. Het gaat om het getrouw lezen van de Schrift. Van het begin tot het einde. Dat kan natuurlijk als methode zonder meer vrij dor worden, maar het heeft het voordeel zich zo geheel bepaald aan de orde van de bijbel te binden. Wel moeten wij daarbij een opmerking maken. Voor echte meditatio is nodig, dat men zich voorziet van een bijbeluitgave, die verklarende toelichtingen biedt. Denkt u bijvoorbeeld maar aan de kanttekeningen van de Statenvertaling, de Korte Verklaring en dergelijke. Wij hebben tegenwoordig veel goeds op dit terrein.

De hoofdzaken van meditatio zijn: allereerst de bepaalde Schriftplaats te overwegen in zijn samenhang die hij met de gehele openbaring heeft. Dan is er nodig te overdenken wat de tekst te zeggen heeft met het oog op de eigen persoon, het ambt, het beroep en de gemeente. Vergeet ook niet naar aanleiding van de tekst te denken aan land en volk, gezin en familie. Zulk een bepeinzing moet langzamerhand worden geleerd. Het moet regelmatig worden in acht genomen. Als het goed is kunnen wij van de Schriftoverdenking overstappen naar de belijdenis van de kerk. U glijdt soms van de Schrift zomaar vanzelf over naar de Catechismus. Er zijn aanvankelijk veel verhinderingen tot deze meditatio. Maar voortdurende oefening maakt ons daarin soepeler, vooral als wij telkens de stilte zoeken. Ook behoort daartoe strenge concentratie van onze gedachten op één punt. Zonder zulk een concentratie zijn wij niet geestelijk, maar werelds.

Het tweede hulpmiddel is de verzoeking oftewel de tentatio. De satan probeert uiteraard iedere christen uit de sfeer van het Woord te trekken. Wie van de verzoeking en aanvechting niets weet, heeft nog maar weinig van het christen-zijn meegemaakt. Wat zijn zoal de verzoekingen? Verstrooi­ing, gedachteloosheid, onverschilligheid bij de heiligste verrichtingen; mallotige en lasterlijke gedachten bij heilige dingen; vooral uiterlijke en innerlijke onrust. Denk ook aan het gevoel van verlatenheid en alleen zijn. Wij moeten in dit verband ook denken aan geestelijke dorheid en zwakheid. Evenzeer ook aan zeer fijn verborgen hoogmoed in allerlei diepe geledingen.

Wij kunnen in dit verband niet breder ingaan op dit punt, maar de lezer moet weten, dat wij hier een donker terrein betreden. De eigenlijke geloofsaanvechtingen zijn oeverloos. Denk nooit dat u alle strijd bespaard blijft. Door geestelijke oefening kan er een zekere paraatheid komen tegenover vele verzoekingen, maar niet tegen alle. De Catechismus weet van een doodsvijand, die niet slaapt of sluimert. Plotseling kunnen wij aangevallen worden. Het is raadzaam om hier niet geringschattend van te denken. Een leven uit het Woord biedt troost, maar ook waakzaamheid. Met name leven en denken met onze naasten biedt ongekende gelegenheden om in zonden te vallen. Geen gebod is daarbij uitgezonderd. Wij noemen nog eens persoonlijke teleurstellingen, eisen aan onszelf te hoog gesteld. Kortom, geheel het dagelijks leven in ons en om ons heen biedt evenveel kansen voor de satan ons in zijn vangnet te nemen.

Het derde hulpmiddel is de oratio oftewel het gebed. Wij denken hier met name niet allereerst aan het publieke gebed in de kerk. Neen, hier is allereerst gedacht aan het persoonlijke gebed. Als wij hier nu een wenk neerschrijven voor het gebedsleven, dan behoort daartoe wel bovenal regelmatigheid. Het is nog niet zo gek hierbij aan Daniël te denken, die de morgen, de middag en de avond bestemde om daarin zich op een bepaald uur tot de Heere te wenden. Zonder regelmaat wordt het gebedsleven ordeloos. Wij vallen daar aan een versnipperd gebedsleven ten prooi.

Een oude wenk mag hier van nut zijn. Waarom zouden wij niet leren bidden aan de hand van het Onze Vader? De Heidelbergse Catechismus geeft zulk een mooie uitleg van het allervolmaaktste gebed. Neem nu bijvoorbeeld eens het gebed Uw koninkrijk kome. Dat begint met de woorden Regeer ons alzo door Uw Woord en Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen. Woord en Geest - daar hebt u de middelen, de instrumenten van het Koninkrijk. U betrekt daarbij ook de gemeente waar u woont. De predikant, de wijk, uw eigen ongehoorzaamheid en revolutiedrift. Zo gaat u vragen om Gods genade over de gehele linie van uw leven. Waarom kijkt u niet eens een oud catechisatieboek in, dat nooit meer wordt gebruikt? Gebedstucht hebben wij ook nodig. Door dit middel wordt ons gedachtenleven opgescherpt. Ja, zo heeft eenieder ook een paar personen, voor wie hij bidt. De Geest der genade wil ons op deze wij­ ze aan elkaar verbinden. Dikwijls zullen daar wonderbaarlijke krachten openbaar komen.

Ziedaar: meditatio, tentatio, oratio. Wij zouden nog veel meer daarover kunnen schrijven. Wij noemen deze hulpmiddelen genademiddelen. Let wel - het zijn geen middelen, die de kerk gebruikt om de haar toebetrouwde genade uit te delen, maar middelen waarvan de Heilige Geest zich bedient om genade te schenken. Uiteraard is de Geest er niet aan gebonden. Wel is de gelovige, voorzover hij ertoe in staat is, gehouden deze middelen te zoeken en te gebruiken. Wij zullen er goed aan doen deze middelen te waarderen. Meditatio voert gewoonlijk vanzelf tot tentatio en dat leidt weer tot oratio. Maar deze volgorde is niet noodzakelijk. Het gaat dikwijls door elkaar heen. Maar alle drie zijn nodig.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geestelijke oefening

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's