Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zien en gezien worden (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zien en gezien worden (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En Hij zocht Jezus te zien, wie Hij was. Lukas 19:3a

De geschiedenis die we voor ons hebben is denk ik één van de meest bekende verhalen uit de bijbel. Maar het gevaar bij zo'n bekend verhaal is dat we over heel belangrijke dingen heen gaan lezen. Wanneer je dit verhaal eens zinnetje voor zinnetje leest, dan ga je dingen ontdekken, die je daarvoor nog nooit gezien had. De Evangelist Lukas kon schilderen met woorden. We willen deze week en volgende week luisteren naar twee momenten uit deze geschiedenis: 'En Hij zocht Jezus te zien wie Hij was' (vers 3a), 'En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem' {vers, 5a).

De Heere Jezus komt op Zijn laatste tocht naar Jeruzalem door Jericho. Vlakbij de stad heeft Hij een blinde bedelaar genezen. En nu loopt Hij door de straten van Jericho. En ziet, zegt Lukas, heb er goed acht op, let nu eens goed op, er was een man, met name geheten Zacheüs. Een mooie naam, Zacheüs, zijn naam betekent 'de reine', 'de rechtvaardige'. Maar nee, zo rein, zo rechtvaardig was hij niet. Lukas schrijft: 'deze was een overste der tollenaren, en hij was rijk. Twee hoedanigheden, wil hij zeggen, die nu niet bepaald getuigen van een vroom leven; die goed beschouwd helemaal niet bij zijn naam passen. Een tollenaar was geen gezien figuur in de joodse samenleving; en zeker niet in de synagoge. Laat staan een overste van tollenaren. En wat vertelt Lukas nu? De Heere Jezus komt door Jericho en er is een tollenaar, ja een overste van de tollenaren die Jezus wil zien! Voelt u de spanning die de Evangelist hier in een paar pennenstreken neerschrijft?

'En hij zocht Jezus te zien, wie hij was'. Ja, Zacheüs wist maar al te goed, dat hij niet geliefd was. Hij wist echt wel hoe het volk hem zag. Hij, de tollenaar, hij inde de belasting voor de Romeinse bezetter. En dat niet alleen. Uit vers negen kunnen we opmaken, dat hij de mensen, niet altijd even eerlijk bejegende. Hij ontvreemde mensen geld door bedrog. Ja, hij was zelfs een overste van tollenaren. Hij stond dus boven andere tollenaren. Hij was de hoofdverantwoordelijke ook voor hun oneerlijke praktijken. Het volk zag hem en zijn collega's als collaborateurs, mensen, die heulden met de vijand, de Romeinen. Mensen, die zich verrijkten ten koste van hun volksgenoten. Zij zagen de tollenaars eigenlijk als het andere uiterste van de Farizeeën. De Farizeeën het toppunt van vroomheid. De tollenaars het toppunt van goddeloosheid. Ja, zelfs de Heere Jezus, wanneer Hij het heeft over zondaars bij uitnemendheid, dan spreekt Hij over heidenen en tollenaren, zij het dan in geheel andere zin dan het volk. Met al zijn rijkdom was Zacheüs een buitengeslotene. Iemand, die buiten de samenleving stond. Eigenlijk maar een armoedzaaier!

En nu loopt het volk te hoop. Jezus komt voorbij! Hij komt langs deze weg voorbij. Ze willen Jezus wel eens meemaken. Ze willen die beruchte rabbi uit Nazareth wel eens zien. Zou Hij hier ook wonderen doen? Ook Zacheüs gaat naar buiten. Maar Hij is klein van persoon. Hij kan niet over de hoofden van mensen heenkijken. Het uitzicht op de weg, en daarmee het uitzicht op Jezus wordt hem door de mensen ontnomen. Wordt hem niet eens gegund. Niemand zegt tegen hem: Zacheüs kom jij maar vooraan staan! Kun je denken. Zij konden hem al niet zien of luchten, en zou Jezus dan...? Nee, nee dat is onmogelijk. En als ze achterom kijken en Zacheüs zien staan, dan kun je je zo voorstellen, dat ze schouder aan schouder gaan staan om die Zacheüs maar het uitzicht op de weg, en daarmee het uitzicht op Jezus te kunnen ontnemen.

'En hij zocht Jezus te zien, wie Hij was...' Zacheüs loopt vooruit. Daar, waar nog enige ruimte is klimt hij in een vijgenboom. Dat is zijn enige mogelijkheid, z'n enige toevlucht. Misschien voor hem ook wel een welkome oplossing. Gescheiden van het volk, en door de dichte bladeren onzichtbaar voor Jezus; maar wel 'opdat hij Hem zien mocht', schrijft Lukas. Het wil­ len zien van Jezus krijgt hier grote nadruk. Al is het maar een glimp, al is het maar even. Zacheüs wil Jezus zien. Misschien wordt met deze woorden wel uw verlangen getekend. Van uzelf bewust wie u bent. We kennen onszelf vaak beter dan we toe willen geven. We kennen onze gedachten. We zijn zelf het beste op de hoogte van onze daden. Van onze praktijken. Het geweten laat zich niet zo makkelijk het zwijgen opleggen. We kunnen het proberen dood te drukken, dicht te schroeien. Maar waar Gods stem eens geklonken heeft in uw leven, blijft zijn echo weerklinken tot uw laatste ademtocht toe. En die echo horen we elke zondag weer. De echo van Gods stem: Ik ben de Heere uw God! En omdat Ik uw God ben zult gij en zult gij niet. En elke keer is het de Geest van God die deze echo in uw en mijn leven laat weerklinken. Die ons onszelf doet zien. Die echo werkt als een spiegel. In die spiegel zie je de duisternis van je hart en leven. Zondaar, tot op de bodem van mijn hart. En wanneer Gods echo klinkt, wanneer Jezus door Woord en Geest voorbij komt, waar staan wij dan?

Staan we langs de kant van de weg te dringen om Hem maar te kunnen zien? Of kruipen we weg in de vijgenboom? Wel Jezus willen zien, maar niet van Jezus gezien willen worden. Niet van Jezus gezien durven worden. Waar staan wij?

'En hij zocht Jezus te zien, wie Hij was'. Zacheüs zocht Jezus te zien, maar ook de scharen zochten Jezus te zien. Zowel Zacheüs als de scharen wilden zien wie Jezus was. Hoe staan wij? Wat verwachten we van die Jezus? Verwachten we dat Hij ons ziet? Trouwe kerkgangers. Arbeiders in Gods koninkrijk. Misschien wel twaalf jaar of meer in het ambt gestaan. Onze kinderen opgevoed bij de Bijbel. Trouw het Woord bediend. En misschien drijf ik het nu op de spits, maar waarom zitten we zondag aan zondag in de kerk? Om met onze borst vooruit van Jezus gezien te worden? Ik dank u Heere dat ik niet ben gelijk die... Ja wie? En we gaan, breedgeschouderd als we zijn, schouder aan schouder voor de neus van Zacheüs staan. Kerkverlating? Is dit niet één van de grootste oorzaken dat we onze naaste, en misschien wel onze kinderen vaak het uitzicht op Jezus ontnemen. Het uitzicht op de verzoening in Jezus Christus met onze hele houding blokkeren? De problematiek van de Godsverduistering is niet hoofdzakelijk afkomstig van buiten de kerk. Maar we staan onszelf, onze kinderen, onze collega's op het werk, onze buurvrouw, onze klasgenoten, maar al te vaak in het licht. En toch... we willen Jezus zien. Want anders gaat u niet naar de kerk. Voor een dominee mag u thuisblijven, dat is een mens van gelijke beweging als u bent. Maar voor Jezus lopen we als het goed is uit. Maar nu hoop ik niet dat u komt als het volk van Jericho. Het liep de straat op om Hem te zien. En als Jezus dan langskomt, dan zie je ze wijzen van: 'dat is Hem nou, dat is nu die rabbi uit Nazareth'. Ze rekken hun nek uit om maar een glimp van Jezus op te kunnen vangen. Jezus, bijna een sensatieobject. Jezus, het gesprek van de dag. Had Hij niet net die blinde daar langs de weg naar hun stad genezen? En nu, nu hebben ze niet alleen van Hem gehoord, maar Hem ook gezien. Nu kunnen ze Hem allemaal beschrijven. Ze hebben Zijn signalement in zich opgenomen.

Ja, dat kunnen we goed, Jezus beschrijven. En we doen het op grond van de bijbel. Het zijn bijbelse waarheden die we te berde brengen. Jezus de Redder, Jezus de Messias, Jezus, de Zoon van God. We kunnen heel wat benamingen uit de bijbel halen om Jezus te beschrijven. We kunnen heel afstandelijk en vrijblijvend over Hem discussiëren. Zus is Jezus, Zo is Jezus. En nu is dat allemaal waar. Ik zal er niets van af durven doen. Maar als al die bijbelse waarheden niet gepaard gaan met de verkondiging van Zijn daden. Zijn daden ook in mij. Zijn daden dat Hij blinden de ogen opent, dat Hij zieken geneest, dat Hij zondaren zalig maakt. Zijn daden, waarin juist dat zijn van Jezus zichtbaar wordt, dan zijn al die bijbelse waarheden lege hulzen. Omdat het wezenlijke van Jezus daarin ontbreekt. Dan is ons leven een leeg testament. U hebt waarschijnlijk wel gehoord van dat boek met deze titel. Weet u wat dat is, een leeg testament? Dat getuigt dat u geen bezit hebt om aan een ander door te geven. Dat u niet kunt getuigen van uw geloof, dat u geen geloofstestament kunt schrijven, alleen maar beschrijven wat geloof is, of zou moeten zijn. Getuigend spreken, dat is vanuit de volheid van het gemoed spreken van een milde overvloed. Dat is in Gods daden, in de daden van Jezus laten zien, wie Hij is voor u en voor jou. God zegt niet: wat Ik nu door Mijn Geest gedaan heb moetje ver in je binnenste wegstoppen, onzichtbaar voor de naaste; ze gaan zelf maar op zoek. Nee! God geeft ons de opdracht om te gaan zingen: Hoor, wat mij God deed ondervinden, wat Hij gedaan heeft aan mijn geest. Getuigend leven is laten zien, dat je van Jezus gezien bent. Dat Hij jou, dat Hij u gezien heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Zien en gezien worden (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's