Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Altijd met de Heere zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Altijd met de Heere zijn

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En alzo zullen wij altijd met de Heere zijn.' 1 Thessalonicenzen 4 : 17b

Kijkt u uit naar de wederkomst van de Heere Jezus? Verlangt u naar die dag, waarop Hij zal wederkomen op de wolken van de hemel?

De tekst voor de meditatie brengt dat verlangen onder woorden: 'En alzo zullen wij altijd met de Heere zijn.'

Altijd met de Heere zijn. Voor wie zou dat gelden? We lezen het in de tekst: 'En alzo zullen wij altijd met de Heere zijn.'

Wij. Laten we maar eens nagaan wie dat zijn. Paulus schrijft z'n brief aan de christenen in Thessalonica. Van z'n medeapostel, Timotheüs, heeft hij gehoord hoe goed het gaat in de gemeente. Er is geloof, er is onderlinge liefde. Maar er is ook een vraag waar velen mee zitten:

'Hoe zal het zijn met de gelovigen, die al gestorven zijn voordat de Heere Jezus wederkomt? ' Het is bekend, dat de eerste christelijke gemeenten heel dicht leefden bij de wederkomst van de Heere Jezus. Daar werd naar uitgekeken met een sterk verlangen. Maar wat gaf het een diep verdriet, toen de eerste gelovigen stierven. Zij zouden, zo werd gedacht, de wederkomst van Christus niet meemaken. Dat is het probleem waar de gemeente van Thessalonica mee worstelt. En Paulus geeft daar antwoord op. We lezen in vers 13: 'Doch broeders, ik wil niet dat gij onwetende zijt van de degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.' Paulus heeft iets waardevols te zeggen, waardoor hij de gemeente kan opbeuren. Voor de gelovigen is het verdriet anders dan voor de ongelovigen. Wij hebben hoop, wij hebben verwachting voor de toekomst.

Wat dat inhoudt zegt hij in vers 14: 'Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, wederbrengen met Hem.'

De hoop van een christen is gegrond op het volbrachte werk van Christus. Hij is gestorven en opgestaan. Dat is het hart van het Evangelie. Hij heeft de dood overwonnen. En daarom heeft de dood geen macht meer over ieder, die in Hem gelooft. Voor een gelovige is sterven ontslapen, ontslapen in Jezus. En bij ontslapen denken we ook weer aan ontwaken, dat zal zijn bij de wederkomst van Christus. Dan zullen de graven geopend worden. Dan staan de doden op. Dan woren ziel en lichaam weer verenigd.

Ja maar, zal iemand vragen: Hoe is het dan met de gestorven gelovigen? We geloven toch, dat zij nu al in de hemel zijn? Jazeker. Denk maar aan de moordenaar aan het kruis. De Heere Jezus zegt tegen hem: 'Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn.' En dat, terwijl z'n lichaam op aarde begraven wordt. Hoe moeten we dat zien? Laten we de Heidelberger Catechismus maar naspreken, we lezen het in vraag en antwoord 57: 'Welke troost geeft u de opstanding van het vlees? ' Het antwoord is: 'Dat niet alleen mijn ziel na dit leven direct tot Christus haar Hoofd zal opgenomen worden, maar dat ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt zijnde, weer met mijn ziel verenigd, en aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig zal worden.'

De Thessalonicenzen hadden een verkeerd beeld van de wederkomst. Zij dachten, dat de gelovigen, die nog leefden een stapje voor hadden op de gelovigen, die al gestorven waren. Ze dachten, dat de gestorvenen de wederkomst niet zouden meemaken. Maar dat is niet waar. Paulus benadrukt dat in vers 15 waar hij zegt: 'Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn.' De gelovigen, die ontslapen zijn worden niet achtergesteld bij degenen die nog leven. Daar zal de Heere zelf voor zorgen. Hoe dan? Dat staat in vers 16: 'Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van de aartsengel en met de bazuin Gods nederdalen van de hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan.'

Wat staat er geweldig veel in dit vers. Pau­ lus tekent op profetische wijze het neerdalen van de Heere Jezus uit de hemel. Zijn neerdalen gaat samen met een geroep. Letterlijk staat er, dat er een bevel wordt gegeven. Dat is het bevel voor de doden, die tot leven gewekt worden. De graven worden geopend en de gelovigen, die in Christus gestorven zijn komen tot leven. Ook de ongelovigen zullen opstaan uit de dood, maar daar spreekt Paulus hier niet over, hij richt zich nu volledig op de gelovigen. Dan galmt daar over de aarde het luide roepen van de aartsengel, dat is de belangrijkste engel. En daar klinkt het majestueuze geluid van de bazuin. De klanken van de bazuin kondigen de komst van de Heere Jezus aan. 'Hij komt. Hij komt om d'aard te richten, de wereld in gerechtigheid.' En daarna, zo lezen we in vers 17, zullen wij, die levend overgebleven zijn samen met hen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, in de lucht. Wat geeft dit een schitterend antwoord op de vraag van de gemeente. De levende gelovigen en ook zij, die gestorven waren, ze ontmoeten samen de Heere Jezus. Ze worden opgenomen, letterlijk staat er: Ze worden plotseling weggerukt van de aarde en gedragen door de wolken en dan zullen ze daar boven in de lucht de Heere Jezus ontmoeten. Hij, Die neerdaalt uit de hemel. Wat zal dat een geweldige ontmoeting zijn. 'En alzo zullen wij altijd met de Heere zijn.'

Altijd met Hem. Hoe zal dat zijn? In 1 Johannes 3 : 2 lezen we er het volgende over: Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen, want wij zullen Hem zien gelijk Hij is.'

Dat is de kern van het altijd met de Heere zijn: We zullen gelijk zijn aan de Heere Jezus en Hem zien zoals Hij is. Altijd met Hem. Gelijk aan Christus, zonder zonde, zonder gebrokenheid. Dan is alles volmaakt. Wat is dat totaal anders dan het leven op aarde. Dat is de toekomst voor allen, die op de Heere Jezus vertrouwen. We hebben een heerlijke toekomstverwachting: 'En alzo zullen wij altijd met de Heere zijn.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Altijd met de Heere zijn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's