Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk van China

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk van China

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pieter van Kampen, De kerk van China; Het mandaat van de hemel, uitg. Kok/Voorhoeve, 304 blz., ƒ 34,90.

Is het mogelijk in één boek de geschiedenis van China te beschrijven? China is een van de grootste landen van de wereld, met een zeer oude cultuur, een bevolking die groter is dan enig land in de wereld, en een beschaving, die langer ononderbroken heeft bestaan dan in welk land ter wereld ook.

Is het mogelijk de geschiedenis van de kerk van China te beschrijven? Ook dat is een bijna onmogelijke opdracht. China is voor een groot deel voor de westerse wereld gesloten en veel van de Chinese kerkgeschiedenis is moeilijk te achterhalen. Toch, drs. Pieter van Kampen heeft het gedaan. Het resultaat ligt voor me: 304 bladzijden, zeer de moeite waard om ze te lezen.

Wonder

Drs. Van Kampen schrijft vooral over het lijden van de kerk van China, toegespitst op de tijd sinds de communistische machtsovername in 1949. Het bestaan en de groei van de kerk sinds die tijd is niet minder dan een wonder. We lezen meteen al op een van de eerste bladzijden van het boek een uitspraak van de Chinese communistische partij: 'Net als alle andere dingen zal ook de godsdienst een proces van geboorte, groei en af sterving doormaken', en de tekst van een poster in Peking uit 1966: 'Er is geen God, er is geen Geest, er is geen Jezus; er is geen Maria; er is geen Jozef. Hoe kunnen volwassen mensen in dit soort dingen geloven? Wij geloven alleen in Mao. We roepen iedereen op om Bijbels te verbranden, beelden kapot te slaan en godsdienstige bijeenkomsten uiteen te jagen'. Maar ook: 'Het lijden van de kerk in China heeft geleid tot geestelijke opleving. Na veertig jaar lijden onder een communistisch regime, telt de Chinese kerk tussen de dertig en zestig miljoen christenen. De fenomenale groei van de kerk in China na de Culturele Revolutie is een van de wonderen uit de kerkgeschiedenis van de twintigste eeuw'.

Keizers

De geschiedenis van China begint met een paar legendarische koningen. Vanaf ongeveer 2000 voor Christus is er wat meer bekend. Het is een geschiedenis van soms uitermate wijze en integere vorsten, maar ook van wrede of stompzinnige leiders, van machtige koninginnen, keizerinnen of talrijke keizerlijke bijvrouwen; hun grillen en luimen brachten China soms aan de rand van de afgrond.

Er waren ook andere keizers. Zij brachten het land beschaving, ijverden voor aanleg van wegen, keizerinnen gaven de stoot tot de teelt van zijderupsen en de productie van felbegeerde zijde en kostbare zijden kleding, die versierd werd met prachtige decoraties.

De Chinese bevolking geloofde sinds oude tijden in draken. Steeg het water van een van de vijftigduizend (!) rivieren en overstroomde het land, dan geloofde men dat de rivierdraak boos op hen was. Goede hemeldraken zorgden in de droge tijd voor de noodzakelijke zomerregens.

Religie

In de religie van China zijn drie hoofdstromingen te onderkennen: het confucianisme en taoïsme, die beide van Chinese bodem zijn, en het boeddhisme, dat uit India afkomstig is, maar in de loop der eeuwen een specifiek Chinees gezicht kreeg. Het confucianisme en taoïsme hebben soms met elkaar strijd gevoerd, beide hebben zich ook, soms hevig, verzet tegen het boeddhisme. Alle drie hebben ze dikwijls, elk om eigen redenen, de voortgang van de Evangelieverkondiging in China geremd of gehinderd.

Het confucianisme gaat ervan uit dat de mens van nature goed is en dat er samenhang is tussen de loop van de dingen in de natuur en de gedragingen der mensen. Het taoïsme beschouwt de Aarde als bezield, doortrokken van levenskracht en energie. Taoïstische heilige plaatsen worden bezocht vanwege hun levenskracht en vanwege de krachtlijnen op het lichaam van Moeder Aarde.

In het boeddhisme staat de zelfverlossing centraal. Het confucianisme beschouwde het boeddhisme als een bedreiging van het leven, omdat het leerde dat men de wereld, zijn familie, huizen en bezit, moest verlaten om 'los van het leven' te geraken en naar volmaaktheid te streven.

Christendom

Omstreeks 700 kwamen de eerste christelijke zendelingen China binnen. Deze waren nestoriaans: zij benadrukten te sterk het mens-zijn van Christus.

In de twaalfde eeuw kwam de tweede zendingsgolf: rooms-katholieke missionarissen, voornamelijk franciscanen en dominicanen trokken China binnen. Toen een eeuw later de Mongolen met grote wreedheden een groot deel van China trachtten te veroveren, werd het christelijk geloof door de Chinezen geassocieerd met de Mongoolse heersers en werd zending verboden. Vele christenen werden gedood. Enkele decennia later leek de christelijke kerk zo goed als verdwenen.

Een derde zendingsgolf vond plaats in de 16e en 17e eeuw door de paters jezuïeten. Zij waren de eerste westerlingen in de nieuwe tijd die in het immense China doordrongen. Dat ging gepaard met verregaande aanpassingen aan de Chinese kleding en cultuur: zij gingen, omdat de Chinezen een grote afkeer hadden van buitenlandse 'vreemde duivels', gekleed in de pij van boeddistische monniken en verrichtten voor de Chinezen veel wetenschappelijk werk, waardoor zij hoog in aanzien waren. Zij kwamen echter dikwijls, door het vele werk dat zij voor de Chinezen hadden te doen, aan het eigenlijke zendingswerk niet toe.

Protestantisme

Vanaf 1807 kwam de protestantse zending goed op gang, voornamelijk door Britten en Amerikanen. De bekende zendingspionier Robert Morrison (1782-1834) vertaalde de Bijbel in het Chinees en verspreidde Bijbels en geschriften.

Verschillende zendingspioniers zijn voor de christelijke kerk van grote betekenis geweest.

Verzet

Omdat de zending door de Chinezen, niet altijd ten onrechte, gezien werd als nauw verbonden met het kolonialisme van het Westen, kwam er hevig verzet. Dat werd nog eens verergerd door de Taipingopstand (rond 1850), die naar schatting twintig miljoen mensenlevens kostte, en de bloedige Bokseropstand van 1900. De haat tegen alles wat buitenlands was werd bij de bevolking onverzoenlijk. Duizenden, zo niet tienduizenden christenen, onder wie naar schatting 250 zendelingen en hun gezinnen, vonden de dood.

Toch vond het Evangelie ingang. Er wordt, voor het jaar 1930, melding gemaakt van ruim 6000 protestantse lagere scholen, 265 middelbare scholen, 240 protestantse ziekenhuizen, 600 klinieken en 6 geneeskundige opleidingen.

In 1949, het jaar dat Mao aan het bewind kwam, waren er naar schatting 3 miljoen rooms-katholieken en 1 miljoen protestanten. Op een bevolking van circa 600 miljoen is dat overigens minder dan één procent.

Communisme

Met name sinds de communistische machtsovername in 1949 is het lijden van de kerk in China groot. Het Chinese communisme onder Mao had een eigen gezicht, waarom het wel 'maoïsme' wordt genoemd, een typische-Chinese variant op marxistisch denken en handelen. Het was een tijd van bedrieglijke propaganda en valse beschuldigingen, bijna demonische bruutheid jegens hen die als 'vijanden van het socialisme' werden beschouwd, tiranniek bewind en verabsolutering van menselijke macht. Mao wilde de christelijke kerk geheel aan de leiband van het communistische regime leggen. Wie dat niet wilde werd meedogenloos gestraft. Christenen die niet aan de communistische leiband liepen, moesten ondergronds. Af en toe was er verlichting en kon men weer openlijk samenkomen, of was er bijbelverspreiding mogelijk. Dat was echter dikwijls per streek van het immense land verschillend. De grote lijn is dat de christelijke kerk 'kerk in de verdrukking' was en is.

Het beleid van Mao trof eveneens ook de niet-christelijke religies. Mao wilde de invloed van alle religies aan banden leggen, het christendom zowel als het boeddhisme, taoïsme en de islam.

'Drie-Zelf' kerk

De enige kerk die door Mao werd toegestaan, onder strenge controle van het communistisch regime, is de Drie-Zelf kerk, een kerk die zich moet kunnen bedruipen zonder enige steun of inmenging van buitenlandse 'imperialisten'. 'Drie-Zelf' staat voor 'self-administration', 'self-support' en 'self-propagation', wat wil zeggen: het vermogen zichzelf te besturen (zonder buitenlandse inmenging), zichzelf financieel (en anderszins) te bedruipen en zichzelf naar buiten toe te profileren. Sinds 1955 werd enorme druk uitgeoefend op kerken en kerkleiders om lid van de 'Drie-Zelf' kerk te worden. Wie weigerde kwam in hevig conflict met de overheid.

De 'Drie-Zelf' kerken hadden het soms wat gemakkelijker, soms ook niet. Dat had vaak mede te maken in hoeverre christenen gehoor gaven aan de eis van het communistische regime steun te geven aan de Communistische Partij en zich positief in te zetten voor de vernieuwingen die de staat wilde. De kerk stond onder strenge controle. De overheid wilde weten of men alle verbindingen met het buitenland werkelijk had verbroken. Vanaf 1950 werd zending vanuit het buitenland 'zendingsimperialisme' genoemd en er werd gesproken van imperialistisch gif.

Huiskerken

Het is in deze tijd dat de Chinese huiskerken ontstonden: christenen, die zich niet lieten registreren, kwamen in soms heel kleine groepjes bijeen. Van die huiskerken ging een geweldige kracht uit. Men bad om verlichting en om een opleving, men bemoedigde elkaar. Bijbels had men niet; hoogstens korte, handgeschreven Bijbelgedeelten, die men uit bestaande Bijbels overschreef. Geleidelijk groeiden deze huiskerken echter tot groepen van vijftig tot tweehonderd mensen, die door leken geleid werden. Soms werden deze christenen met steun van 'Drie-Zelf' leiders zwaar vervolgd. Er zijn echter ook gevallen bekend waar geregistreerde kerken en niet-geregistreerde christenen samenwerkten.

De meeste van de huiskerken hebben een sterk evangelisch karakter. Er zijn weinig voorgangers met voldoende kennis en inzicht. Er zijn weinig Bijbels en andere vormen van christelijke lectuur en er is, omdat dat nu eenmaal niet mogelijk is, weinig contact met de kerk buiten China; men leeft verschrikkelijk geïsoleerd.

Lijden

Onnoemelijk is het lijden van vele Chinese christenen geweest. Bijbels werden in beslag genomen en verbrand, christenen werden belachelijk gemaakt en vernederd. Men ging soms voor jaren de gevangenis in of werd veroordeeld tot jarenlange dwangarbeid. Men werd gehersenspoeld, gemarteld. Een van degenen die vele jaren vastgezeten heeft, gruwelijk gemarteld en feitelijk daaraan gestorven is, is Nu-Tuosheng, bij ons bekend, door zijn vele publicaties, als Watchman Nee. Kinderen werden op school nadrukkelijk gediscrimineerd. Er was het één-kind beleid, dat in 1981 in heel China werd doorgevoerd. Vrouwen die zonder toestemming zwanger raakten van een volgend kind moesten een abortus ondergaan. Werd er toch een kind geboren, dan kreeg men geen toestemming om een huis te bouwen, werden water en elektriciteit afgesloten, geen graanbonnen meer verstrekt, enz.

Kerken werden gesloten. Van de ruim 200 kerken in Shanghai bleven er acht open. Het aantal kerken in Peking werd van 66 teruggebracht tot 4.

Ook de rooms-katholieke christenen hadden zeer te lijden, zo mogelijk nog meer dan de protestanten. Zij kenden immers gehoorzaamheid aan de paus, die door het Chinese regime als een buitenlandse imperialist werd beschouwd. Een voorbeeld is bisschop Dominic Tang, die 22 jaar gevangen zat en gedurende die periode geen enkele brief van familieleden mocht ontvangen. Naast zijn dagelijks gebed en meditatie zong hij iedere dag zachtjes gezangen: 'Jezus, ik leef voor U; Jezus, ik sterf voor U; Jezus, ik behoor U toe. Of ik leef of sterf, ik ben van Jezus', een gezang dat hij geleerd had van een protestantse medegevangene met wie hij zijn cel deelde.

Het christendom was echter geenszins gebroken. Het wonder was zelfs, dat toen in 1979, na de dood van Mao (1976), de eerste kerken weer open gingen, deze kerken tot de nok toe gevuld waren met Chinese christenen, onder wie zo'n groot aantal jongeren dat het zelfs de kerkelijke leiders verbaasde.

Het wonder van de 20e eeuw

Ondanks alle lijden groeide de kerk. Het aantal christenen in China nam toe van circa 1 miljoen in 1949 tot 35 miljoen (sommigen spreken zelfs van 50 miljoen) in 1982.

Met name de huiskerken maakten een enorme groei door. Een van de huiskerken kwam zelfs samen in een groot gebouw met duizend zitplaatsen. Men besloot echter van gebruik van het gebouw af te zien omdat de vrijheid in gevaar kon komen. Hoe is de fenomenale groei van de kerk in China te verklaren? In de eerste plaats is dat het wonder van de werking van Gods Geest. Maar de Geest gebruikt mensen, soms juist in perioden van moeite en verdrukking. Zo grepen gevangenen de kans aan om andere gevangenen (onder wie veel criminelen) het Evangelie te verkondigen. Ze scheurden Bijbelgedeelten, zo men die had, in stukken, en gaf aan ieder een stukje. Werd iemand gepakt, dan bleven andere Bijbelstukjes behouden.

De kerk in China nu

Sinds de dood van Mao is een aantal dingen veranderd. Gebleven is echter het totalitaire regime: de Communistische Partij wil zijn heersende positie over het hele leven, inclusief de kerk in China, behouden. Gebleven is ook de enorme druk waaronder vele christenen leven. Met name in het belijden van het geloof uiterst voorzichtig te werk gaan. Er kan immers zo weer vervolging uitbreken. Sommige Chinese christenen zijn rijk. De meesten zijn echter arm tot zeer arm.

Gebed

Drs. Van Kampen besluit zijn boek met een aantal opmerkingen. De eerste is, dat we moeten opmerken dat God er echt is! De tweede dat het Woord van Christus over het lijden omwille van het geloof in China werkelijkheid is. In de derde plaats: Chinese christenen hebben geleerd te leven dicht bij het Woord van God en de centrale noties uit dat Woord: de noodzaak van bekering en wedergeboorte en de noodzaak om als geestelijke mensen in het leven te staan.

De vraag is of wij, rijke christenen van het Westen, bereid zouden zijn om omwille van ons geloof te lijden. Al was het alleen al dat we in arme omstandigheden zouden moeten leven. De vraag is ook of wij leven uit de centrale noties van de Schrift, of dat we er een heleboel noties bij gemaakt hebben waar we zogenaamd onze hand voor in het vuur durven steken, terwijl, als het vuur werkelijk zou branden, we onze hand rap zouden terugtrekken.

Pieter van Kampen schreef ook ons op te wekken tot meeleven met de christenen in China. Alleen daarom zijn we hem om dit boek erkentelijk. Dat meeleven kan op z'n minst (of is dat op z'n best? ) gebeuren door onze voorbede. Chinese christenen vragen steeds om ons gebed.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De kerk van China

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 december 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's