Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Welsprekendheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welsprekendheid

Leerbaarheid (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zal voor iedere lezer duidelijk zijn, dat de prediking van het Woord Gods in betrekking staat tot de welsprekendheid. Weliswaar is er onderscheid. Er is een prediking denkbaar, die innerlijk onberispelijk is van waarheidsgehalte, gebonden aan de Schrift, correct in weergave van de belijdenis der kerk en toch een prediking die in hoge mate saai en allerminst boeiend is. Omgekeerd bestaat er een prediking, die luchtig van inhoud is, vaag van gedachten, uitermate smal verbonden met de diepte van de Schrift, scheef aansluitend aan de belijdenis. Maar ze wordt voorgedragen met een bijzondere opsmuk van woorden, ze draagt een bombastisch vertoon. Weinigen doorgronden helaas de onevenredigheid daarvan.

Mogen wij het in een gewoon beeld uitdrukken wat wij bedoelen? Een kostelijke wijn als de champagne zou natuurlijk geserveerd kunnen worden in een houten nap, of in een theekopje. De smaak verandert daardoor niet. Maar u gevoelt - het past niet. De spreukendichter heeft dat reeds uitgedrukt. Een rede op zijn pas gesproken, is als gouden appelen in zilveren geheelde schalen. Het beeld van gouden appelen in zilveren schalen bedoelt te zeggen, dat men daarvan een kunstzinnige indruk krijgt. Er is een passend geheel gemaakt.

Welnu, evangelieverkondiging en kanselwelsprekendheid zijn geen woorden van één betekenis. De eerste is bediening des Woords naar de wil des Heeren in het algemeen. De andere de bijzondere gave van hen, die het geheim verstaan om dit schoon, waardig en indrukwekkend te doen. De welsprekendheid is het soepele voertuig om de zaak van het Woord Gods over te dragen. Dat brengt met zich mee, dat de hoogste eisen mogen worden ge­ steld aan de formele zijde van de evangelieprediking. Uit eigen waarneming, maar evenzeer naar het oordeel van anderen, menen wij dat het de hoogste tijd is eens na te denken over de welsprekendheid. Deze edele kunst heeft al te lang reeds in een verdachte hoek gestaan. Daar is wel een oorzaak voor te vinden. Welsprekendheid is al te zeer verward geworden met welbespraaktheid, of liever met retoriek. Daar denkt men aan een geheel andere zaak. Welbespraaktheid is de ijdele kunst om een nietige kwestie met een zee van woorden aan de man te brengen. Het gaat daarin niet om waarheid of diepte. Evenmin om overtuiging, weineen - men wil heersen. Kopers of hoorders overtroeven, zonder hen innerlijk onder de macht van het Woord te brengen.

Retoriek werd de kunst van de overdreven, quasie-verheven welsprekendheid. Daarvan moeten wij ons in alle situaties verre houden. Wij bedoelen de evenmaat der tegendelen. De eenvoud van het Woord Gods moet niet met wolken van woorden worden verhuld. Maar evenmin ook zo gebrekkig worden vertolkt, dat alle lust de hoorders vergaat om de prediking aan te horen. Ook nu kunnen wij een beeldspraak gebruiken. Bij een schilderstuk bestaat er onderscheid tussen paneel en lijst. Nu zal eenieder toestemmen, dat de voorstelling op het paneel centraal moet staan. De lijst dient tot onderstreping en verfraaiing van de voorstelling, maar mag zeker niet de aandacht van het schilderstuk afleiden.

Is nu zulk een evenwichtige welsprekendheid te leren? Wij bedoelen daarmee niet te vragen of het mogelijk is een Cicero of een Chrysostomus te worden. Dat zou voor ons te hoog zijn. Welneen, de kwestie is deze: bestaat er ook een weg om tot een redelijk bezit en vaardigheid van deze kunst te komen? Het gaat er niet om een wereldberoemdheid te worden. Grote redenaars zijn overal, evenals er ook beroemde architecten en pottenbakkers zijn. Maar ons doel is niet zo ver op de ladder te stijgen. Het gaat ons om te zijn een bekwaam architect, die een goed huis kan bouwen, om een pottenbakker, die hanteerbaar aardewerk kan leveren. Het antwoord op deze vraag is, dat inderdaad de welsprekendheid tot op een zekere mate een leerbaar vak is. Wie vaak spreken moet kan toch wel wat bijleren, waardoor het voor hem en voor het gehoor dragelijk wordt. Wie een redelijk invoelingsvermogen heeft om te spreken en het ook graag doet, kan door oefenen en zelftraining veel bijschaven, tot eigen gemak en vreugde van het gehoor. Hij zal bovendien er aan bijdragen, dat het gehoor van de prediking meer tot zegen wordt. Het is zeer zeker waar, dat de oprechte dienaar van het Woord Gods niets aan het Woord zal toevoegen. Maar daarom wordt hij nog niet vanzelf iemand, die boeiend spreken kan.

Na een betrekkelijk lange tijd van onderwaardering van de formele zijde van de prediking, ontstaat er de laatste jaren weer veel aandacht voor de welsprekendheid. Dat was nodig. Spreken mag en moet goed gedaan worden. Uit vrees voor ijdel vertoon sloeg men dóór tot verwaarlozing toe. Maar thans wordt er aan de universiteiten weer naar gekeken, na tientallen jaren uit het gezichtsveld te zijn verdwenen. De taalbeheersing is opgekomen. Er worden cursussen in het spreken in het openbaar gegeven. Er waren vroeger hoogleraren in de welsprekendheid aan de verschillende hogescholen van ons land. Zover is het nog niet, dat deze terug zullen komen. Evenmin is het zover, dat overal het bewustzijn heerst dat spreken een vak is, dat je jong leren moet, omdat je het later zoveel nodig hebt.

Maar - er komt een kentering. Langzaamaan komt er een hernieuwde aandacht. Dat het nog niet zo vlot, komt doordat er veel andere overdrachtsmiddelen zijn. Een overvloed van woordvervangende instrumenten. Naar ons oordeel is die nieuwe aandacht wel wat te veel op de techniek gericht. Men let nog te veel op de handigheidjes en de foefjes. Neen, de echte welsprekendheid heeft met levensvorming te maken. Met een manier van leven. Dat hebben de ouden heel goed geweten. En - wij zullen er goed aan doen, weer naar hun onderricht te luisteren. Spreken is niet een vrijblijvende communicatieve functie. Het is een noodzaak in de samenleving. De overdracht van wijsheid, geloof, kennis en politieke en juridische macht is op effectief spreken gebaseerd. De spreekkunst bevordert de communicatie in de wereld. Ze structureert ook de samenleving.

Het bovenstaande is zeker waar voor de oudheid. Het is ook voor een groot deel nog waar voor de moderne tijd. Alleen - er is een groot deel van de welsprekendheid in de ware zin verloren gegaan door de middelen als het bord, de overheadprojector, de dia en vele andere instrumenten. Maar op één gebied is de situatie nog precies als eeuwen geleden - en dat is op de kansel. Daar hebben wij geen hulpmiddelen. Daar komt alles op de man en zijn stem aan. Er vroeg ons eens een catechisant, waarom toch in de kerk niet zulke leermiddelen gebruikt werden als in het catechisatielokaal. Het zou zo veel duidelijker zijn. Op die intelligente vraag konden wij geen antwoord geven. Dan zou de kerkbouw anders moeten zijn. In plaats van de kansel zou het platform moeten ko­men. De preek zou meer onderwijzing moeten zijn.

Neen, de prediking moet het meer dan ooit van de welsprekendheid hebben. Daar zit een dimensie in, die nog te weinig is doordacht en die ook onvervangbaar is. Onze God heeft juist in de prediking het middel gegeven om bij uitstek zijn Woord over te dragen. Om die reden is het zo belangrijk te luisteren naar de ontwikkeling van de kunst van het spreken in en van het verleden. Wie nu zich realiseert, dat de prediking al eeuwenlang de kunst van de welsprekendheid als metgezel heeft, beseft ook van hoe groot belang het is die kunst te beheersen en te beoefenen. Wij hebben de indruk dat dit niet altijd in waarde wordt gehouden.

Een deskundige bij uitstek in de moderne communicatiewetenschappen is professor Anne van der Meiden. Hij wijst er in zijn geschriften herhaaldelijk op, dat deze wetenschappen in de grond der zaak nog altijd teren op de inzichten van de ouden. Juist omdat de prediking zo naverwant is met de welsprekendheid doen wij er goed aan het verleden nauwlettend in het oog te houden. De kerk van Christus begon haar loop door de wereld in een tijdperk waarin de welsprekendheid in hoge ere was. Ja, de kerk heeft zelfs vele wetten van de welsprekendheid in dienst genomen voor haar verkondiging, ze daarvoor omgevormd en in haar dienst genomen.

De Heere Christus heeft in de jonge kerken de strijd gevoerd met de wereld door de Woorddienst. Deze neemt een eerste plaats in en de wereld is aangegrepen door het Evangelie van Christus. De gehele mentaliteit van de antieke wereld is niet buiten de vorm van de prediking gebleven. Integendeel, Chrysostomus en Augustinus hebben de prediking haar vorm gegeven niet zonder invloed van de antieke redenaarskunst. Maar het probleem is daarmee gegeven. Wie zal heersen? De welsprekendheid of de Schrift? Het zal u duidelijk zijn - wij kiezen voor de heerschappij van de Schrift. Maar daarmee komen wij toch niet los van de vraag: kan dan de dienst van de retorica worden gemist? Wij antwoorden: geenszins!

Het gaat om de grens. De prediking moet gebonden zijn aan de Schrift. Maar als de kerk de boodschap van de Schrift brengt, moet zij wel gebruik maken van de retorica. Maar de welsprekendheid moet niet overheersen, maar dienen. Het komt ons voor, dat er tijden zijn, dat deze dienst wordt overschat of wordt verwaarloosd. Welnu, het is nu aan de orde deze dienst van de welsprekendheid weer te herwaarderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Welsprekendheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's